Geen preventief kindbeleid in uitvoering

Een zeer opmerkelijk kantonbericht over een zaak van mishandeling en uiteindelijk dood van een peuter legt de situatie met betrekking tot kinderbescherming bloot in Suriname. In Commewijne werd de 4-jarige Damian mishandeld door één of meerdere ouders. Die mishandeling ging zover dat het kind uiteindelijk overleed. In Suriname is bij Wetboek van Strafrecht het mishandelen (van kinderen) verboden, er zijn gekwalificeerde vormen waarvoor de strafdreiging hoger is. Wanneer de strafrechter aan de orde komt, is het kwaad al geschied. Kinderen zijn dan mishandeld, verkracht en misbruikt of zelfs vermoord. De regering moet met een interdepartementaal programma komen, in samenwerking met Unicef, om het Surinaamse kind te beschermen. Wel beschouwd is het ministerie van Sozavo het hoofdverantwoordelijke departement dat de andere ministeries bij elkaar moet brengen evenals ngo’s en de universiteit om een preventief programma gericht op kinderen uit te voeren. Het moet gaan om een landelijk programma. Surinaamse kinderen worden nog te vaak mishandeld en verkracht door eigen ouders en door stiefvaders. Ondervoeding, verwaarlozing, blootstelling aan criminele activiteiten, ontbrekende schoolbegeleiding inclusief financiële ondersteuning om op school te blijven, behoren tot de voornaamste problemen van onze kinderen. Het moet gaan om een landelijk programma, waarbij alle districten worden meegenomen. Kwetsbaar zijn de kinderen in bepaalde buurten, immigrantenkinderen, plattelands- en binnenlandse kinderen en die in de grensdistricten en uit eenoudergezinnen. Volgens artikel 35 van de grondwet wordt het gezin erkend en beschermd. Ieder kind heeft recht op bescherming zonder enige vorm van discriminatie. Bij name genoemd is het kindbeleid toebedeeld aan ministeries. Juspol (de justitiële kinderbescherming), Sozavo (het algemeen welzijn, in het bijzonder de sociale en maatschappelijke zorg voor de jeugd, waaronder de zorg voor de onder toezicht van de Staat gestelde jeugdigen) en Sport en Jeugdzaken (een gecoördineerd en planmatig jeugdbeleid en de bevordering van de ontwikkeling en begeleiding van de jeugd buiten schoolverband). Bij het kabinet van de president is er een Presidentiële Commissie Integraal Jeugd en Kindbeleid. Deze commissie is in 2011 ingesteld en heeft niet veel verricht tot nu toe. Een grote omissie is het niet betrekken van jongeren met drive, voorzichtigheid om zich te binden aan plannen met deadlines en om vijanden te maken in politieke kringen en het niet afleggen van verantwoording. We herhalen dat het project Naschoolse Opvang door ons gepercipieerd is aanvankelijk als een daad van liefde van de Staat aan het Surinaamse kind. Corrupte politici die komen uit buurten met zeer kwetsbare kinderen, hebben het voor hun eigen kinderen verpest. Maar een gesaneerde voortzetting is noodzakelijk als symbolische daad van zorg en liefde, zo moet het ook worden gebracht naar de kinderen. Een aantal ouders is kennelijk niet geschikt om één of meer kinderen verantwoord op te voeden. Via een verplicht klachtensysteem moet de Staat met onze belastingcenten een ruime opvangmogelijkheid openen met goede begeleiding om verwaarloosde kinderen met liefde en zorg op te vangen. Het concept van ‘onder toezicht van de Staat stellen’ moet rigoureuzer worden aangepakt. Deze opvanghuizen moeten geen gevangenissen zijn, de kinderen moeten de ruimte krijgen om bijvoorbeeld aan sport te kunnen doen bij de normale sportverenigingen en de ruimte moet er zijn voor het voortzetten van de beoefening van hobby’s. Investeren in de liefde naar het kind en de jeugd is nooit weggegooid geld, het betaalt zich dubbele en dwars terug. Op onze begroting moet een vast bedrag worden opgebracht voor de zorg van deze kinderen. De regering van Suriname en de betreffende ministeries slagen er niet in om bij het formuleren, plannen en uitvoeren van hun kind- en jeugdbeleid te netwerken met kerken en jeugd(sport)verenigingen. Er is een noodzaak aan gedecentraliseerde kinder- en jeugdafdelingen met ambtenaren die op het veld zijn en zaken vastleggen. Verder moet er wettelijk ook een monitorings- en rapportageplicht voor leerkrachten en kerkelijke functionarissen worden opgelegd. Hoe is het mogelijk dat in buurten kinderen systematisch worden verwaarloosd en mishandeld, zonder dat ouderen in de buurt (buren etc.) en familieleden er een punt van maken. Is het sociaalmaatschappelijk acceptabel dat we de verwaarlozing en mishandeling van kinderen aanschouwen en de andere kant opkijken? In een samenleving waar grote waarde wordt gehecht aan sociaal gedrag en asociaal gedrag wordt verworpen, is het niet acceptabel. De Surinaamse samenleving moet een meer sociale samenleving worden en de wet moet daarbij een handje helpen. De output van de Kinder en Jongerentelefoon (KJT) moet worden geëvalueerd en uitgebreid, zodat ook volwassenen mogen bellen. Degenen die misbruik maken van de lijn dienen te worden gestraft met een boete of hechtenis. Er moet een wettelijke bepaling worden ingevoerd, waarbij burgers verplicht worden om melding te maken van kindermishandeling en verwaarlozing. Burgers die niet voldoen aan deze plicht moeten gestraft worden met een boete of zelfs hechtenis. In het belang van het kind, dat zeer afhankelijk en tot de meest kwetsbare burgers van het land behoren, moeten ouderen gedwongen worden om te bemoeien met andermans kinderen. Verder is een op de wet gebaseerde kinderombudsman met een bureau een noodzaak. Er zijn nu duidelijke exponenten, die als de kinderombudsman of liever gezegd kinderombusvrouw kunnen fungeren. De regering is in deze kleine samenleving wel in staat om het probleem van kindermishandeling, verkrachtingen en verwaarlozing aan te pakken. De regering moet wel de lead nemen en de maatschappij ook hierin betrekken.

error: Kopiëren mag niet!