De president als beroepsinstantie in de Kiesregeling

In het laatst verschenen nummer van het Surinaams Juristenblad (SJB 2015 no. 3) heeft Mr. Michel Amafo een interessant artikel gewijd aan de rol van de president als beroepsinstantie in de Kiesregeling.
De Kiesregeling (KR) geeft specifieke regels voor de organisatie van de verkiezingen voor de volksvertegenwoordigende lichamen in ons land. Amafo vestigt de aandacht erop dat de KR een onderdeel is van het kiesstelsel. Het begrip kiesstelsel omvat onder andere de regels en procedures die betrekking hebben op de verkiezingen. De verantwoordelijkheid voor de organisatie van de verkiezingen ligt bij de president van de Republiek Suriname en naast hem ook de minister van Binnenlandse Zaken (Minbiz), de districtscommissarissen, het Centraal Hoofdstembureau (CHS), de hoofdstembureaus (HB) en de stembureaus.
De KR geeft politieke organisaties en kiesgerechtigden de mogelijkheid om in beroep te gaan tegen de beslissingen van de Minbiz, het CHS en het hoofdstembureau.
De auteur wijst erop dat er in de praktijk onduidelijkheden kunnen bestaan met betrekking tot de procedure voor het indienen van het beroepschrift. De centrale vraag die hij in zijn artikel aan de orde stelt, is hoe het indienen van het beroepschrift bij de president kan worden verbeterd. Alvorens deze vraag te beantwoorden, is het volgens de auteur nodig eerst vast te stellen in welke hoedanigheid de president het beroep behandelt. Artikel 90 van de Grondwet (GW) bepaalt dat de president naast hoofd van de regering, ook staatshoofd is.
De president heeft als staatshoofd een ceremoniële taak en is als zodanig onschendbaar. In deze laatste hoedanigheid is zijn voornaamste taak bescherming van de GW en de instandhouding van de natie en wordt hij geacht boven alle partijen te staan.
Volgens Mr.Dr.Drs. Jnan Adhin is het staatshoofd het symbool van de eenheid van de natie. Als hoofd van de regering is de president verantwoording verschuldigd aan DNA. Uit het voorgaande concludeert Amafo dat de president het bij hem ingestelde beroep in zijn hoedanigheid van staatshoofd behandelt. Bij een afwijzende beslissing kunnen betrokkenen alsnog een beroep doen op de kantonrechter. In de praktijk hebben politieke organisaties vaker van deze laatste mogelijkheid gebruik gemaakt.
Bij de behandeling van het beroepsschrift wordt de president geadviseerd door de Juridische Commissie Verkiezingen. De auteur wijst erop dat deze commissie noch in de KR noch in het Kiesbesluit wordt genoemd. Hij adviseert daarom deze commissie in de KR te institutionaliseren.
De onderwerpen die in aanmerking komen voor het administratief beroep bij de president betreffen:
1. Kiezersregisters.
Uit dit register worden de kiezerslijsten die essentieel zijn voor eerlijke verkiezingen vervaardigd. Belanghebbenden kunnen schriftelijk om aanvulling of verbetering van de kiezerslijsten vragen.
2. Registratie politieke organisaties.
Politieke organisaties die wensen mee te doen aan de verkiezingen moeten zich bij het CHS laten registreren, zonder echter verplicht te zijn daadwerkelijk aan de verkiezingen deel te nemen. De KR geeft de gronden aan op basis waarvan het CHS de registratie mag weigeren.
3. Kandidaatstelling.
De 10 kiesdistricten hebben elk een HB voor de verkiezingen van de leden van de volksvertegenwoordigende lichamen. De KR bevat een procedure voor de kandidaatstelling bij het HB. Het HB kan op de in de KR genoemde gronden beslissen tot schrappen van een kandidaat die geen bewilliging heeft overgelegd of op meer dan één lijst voorkomt.
Amafo komt tot de conclusie dat de beroepsmogelijkheden bij het staatshoofd essentieel zijn voor de waarborging van eerlijke verkiezingen. Hij beveelt aan ter vereenvoudiging van de beroepsprocedure een model beroepsschrift vast te stellen.
Het artikel is integraal opgenomen in SJB 2015 nummer 3.
Carlo Jadnanansing

error: Kopiëren mag niet!