Belastingmaatregelen met mate

De overheid zit momenteel verlegen om middelen om het staatshuishouden draaiende te houden. Belastinghervormingen worden al een hele tijd aangekondigd in Suriname. De laatste grondige belastingontwikkeling vond plaats in de jaren ’90 toen de Omzetbelasting werd ingevoerd en het Self-Assesment (SAS)-systeem werd ingevoerd. De laatste belastingontwikkeling is zeer miniem van aard en het betreft de belastingkorting van SRD 50. Sinds de Omzetbelasting is ingevoerd is nooit een evaluatie aan het publiek (lees: in DNA) gepresenteerd wat betreft haar effectiviteit. In welke mate heeft de OB voldaan aan de wensen? Waar is het tekort geschoten, waren er bottlenecks en waar zijn er punten voor verbetering? Waar heeft de OB goed gefunctioneerd? Hoeveel extra middelen heeft de Staat ontvangen vanwege het invoeren van OB? Wanneer gesproken wordt over de belastinghervormingen en met name de invoering van de Bruto Toegevoegde Waardebelasting (BTW), komt onduidelijk tot uiting hoe deze zich zal verhouden tot de OB. Zal de OB worden opgegeven of aangepast? De OB was de belichaming in de jaren ’90 van de shift van de directe naar de indirecte belastingen. De shift is nog niet voltooid, ook nu is er een wens om die shift verder door te voeren. Wanneer we praten over belastinghervormingen zijn er twee aspecten. Te eerste gaat het om de technische uitvoering van de belastinginning en de uitwerking van de opties wat betreft de directe en de indirecte belastingen en de gestreefde verhouding tussen deze twee. Daar kan in het spectrum verschuiving plaatsvinden en kunnen nieuwe belastingvormen bijkomen of geschrapt worden. Ten tweede is er dan het aspect van de actuele belastinginning. De vraag rijst daar of de belastingdienst het hele grondgebied van Suriname en alle belastingplichtigen wel aan kan. Het systeem in Suriname is nu zodanig dat in principe wat de inkomsten betreft iedereen zelf een aangifte moet doen, zelf formulieren moet ophalen. Dat geldt zowel voor personen die in loondienst zijn (en voor wie loonbelasting wordt ingehouden) als voor zelfstandigen. Lang niet alle burgers voldoen aan deze aangifteplicht. Bovendien is een groot deel van de economie (de informele sector) buiten zicht van de belastingen. In deze sector worden soms hoge lonen uitbetaald en grote winsten gemaakt. De belastingdienst is niet in staat om degenen die niet aan de aangifteplicht voldoen, aan te pakken. De dienst is ook niet in staat om in de informele sector te penetreren. Daardoor loopt de staat een heleboel inkomsten mis. Wanneer de discussie met betrekking tot de belastinginning oplaait, dan gaan er stemmen op om daarmee niet rigoureus en drastisch te zijn. Men doet dat vooral wanneer de groepen die geen belasting betalen, per categorie bij naam worden genoemd, waarbij we bijvoorbeeld noemen de kleinschalige goudsector. In 2011 is de discussie over de efficiëntie van de belastinginning opgelaaid en toen gingen regeringsmensen die nu praten over belastinghervormingen in de verdediging voor deze informele groepen, door te stellen dat deze toch bijdragen aan de staatskas door grote hoeveelheden brandstof te kopen. In 2011 was men coulant tegenover enkele groepen in de informele sector, maar tegenover andere groepen was men wel rigoureus. Dat is een stuk hypocrisie die wordt geconstateerd bij de belastinghervormers. Er zijn groepen die al enorm bijdragen aan de staatskas. Er zijn exponenten binnen de regering die verder willen beuken op deze groepen met de zogenaamde brede schouders. Daarbij is voorzichtigheid geboden. Overtaxering moet niet bijdragen aan een nog vijandiger klimaat voor het doen van zaken. Over het belastingsysteem in Suriname is er veel onduidelijkheid bij de Surinaamse burgerij, vooral de personen die eraan denken om als kleine ondernemer te starten. Er is een gegronde vrees voor belastingen, wat maakt dat men of geen zichtbaar bedrijf start of alles zwart wil houden. Bedrijven hebben soms potentie, mar er is een vrees vanwege belastingen om te expanderen. In het systeem van Suriname is er nooit een fase ingebouwd waar ondernemers getraind worden in het belastingrecht. Er zijn veel ondernemers, met een vergunning, die niet in staat zijn een belastingaangifte te doen of te begrijpen. Men kent het onderscheid tussen voorlopige en definitieve aangiften en aanslagen niet. Vanuit de overheid wordt de burger niet ingelicht over het belastingsysteem. De vrees is enorm, waardoor het voorkomt dat belastingambtenaren diensten verlenen die ze niet behoren te verlenen. Momenteel is het onder directoraat Belastingen van het ministerie van Financiën bezig met het schrijven van een plan in het kader van belastinghervormingen en effectieve belastinginningen. De nadruk ligt met name op de verhoging van de huurwaardebelasting. De belastingdirecteur zegt dat het gaat om een totaal pakket aan maatregelen. Het gaat ook om de vermakelijkheidbelasting. Wat dit laatste betreft moet bekeken worden in welke mate deze belastingvorm een hinder vormt voor bijvoorbeeld sportploegen die op sterven na dood zijn, maar wel een rol spelen in de verschillende buurten in relatie tot de jeugd. Ook moeten de belastingen niet neerkomen op een straf voor degenen die willen bezitten en een erfenis willen achterlaten. De overheid heeft grondwettelijk het middel van heffingen en belastingen om de staatshuishouding draaiende te houden. De overheid moet dit middel met mate en goed gedoseerd toepassen.

error: Kopiëren mag niet!