Overdadige import niet nodig

Zo zoetjes aan sijpelen de berichten binnen van de lege schappen in de supermarkten. De lege schappen van 2016 en die van de jaren ’80 en ’90 zijn evenwel verschillend en dat moet wel worden onderkend. In de jaren ’80 en ’90 waren de meeste winkels nog in de handen van Surinamers. Winkels waren op zich schaars en burgers moesten afstanden afleggen om hun inkopen te doen, in het bijzonder in de districten. In de tweede helft van de jaren ’90 kwam de grote influx van de nieuwe Chinezen naar Suriname, compleet met schandalen die erbij horen. Als we mogen afgaan op wat een USA-ambassadeur hier te lande naar de thuishaven schreef over deze influx, dan was het een strategie van de NPS en Venetiaan om de kapitaalbackbone van de verbroederingspartner VHP kapot te slaan en het lukte. Alle kleine winkeliers huurden hun winkels aan de Chinezen die gemakkelijker aan goederen kwamen. De winkels werden supermarkten en het aantal nam explosief toe. De consument is het meest gebaat bij deze concurrentie. Kleine winkels zijn er nauwelijks, de supermarkten hebben zoveel goederen op de schappen, dat menigeen zich toch wel afvraagt hoe dat alles wordt verkocht. Dat geldt ook voor de grote Chinese kledingwinkels. In de jaren ’80 n ’90 kregen we in de schaarse winkels met een klein assortiment, een schaarste. De kleine winkels uit die tijd hadden nauwelijks luxe goederen, los van snoepgoed, softdrinks, sigaretten en alcohol. De winkels waren voornamelijk bevoorraad met eerste levensbehoeften. De schaarste in deze tijd had dus direct betrekking op de eerste levensbehoeften. Dat had een behoorlijke impact op het leven van alledag. In de eerste 15 jaren van het nieuwe millennium is er overdadig veel geïmporteerd ten behoeve van de verkoop in de supermarkten. Een deel van de burgerij behorende uit de middenklasse, koopt al bewust en geeft zich niet over aan de verschillende merken. Nu zien we lege schappen, onder weliswaar veranderde omstandigheden. Er zijn veel meer supermarkten en het assortiment en de rekken zijn nu ook vele malen langer. Vroeger werden goederen door de winkelier aangereikt, in het nieuwe millennium moeten we onszelf bedienen en pakken en kiezen. Dat uitkiezen kan soms uren duren, zo groot is het assortiment. De lege rekken waarover in de media wordt bericht, hoeven niet te betekenen dat dit een impact zal hebben op de eerste levensbehoeften. Het is een goede zaak dat er minder wordt geïmporteerd. De importeurs moeten van elk product slecht 1 hooguit 2 merken importeren. De druk op de valutavraag moet daardoor omlaag gaan. Die druk wordt zomaar opgevoerd. Burgers moeten zakelijk leren leven zonder dat het levensplezier eraan gaat. Met minder merken kan er in gezins-, familie- of vriendenverband nog evenveel plezier worden gemaakt. Vooral goederen die schadelijk zijn voor de gezondheid zoals tabak, alcohol (whisky, bier, champagne) en verschillende soorten gesuikerde sappen en softdrinks moeten niet meer geïmporteerd worden. Het is allemaal vergooien van valuta en uiteindelijk het destabiliseren van het eigen land.
Aan de andere kant moet wel ervoor worden gezorgd dat er genoeg goederen te vinden zijn behorende tot de eerste levensbehoeften. We denken aan eten, drinken, kleding en basisverzorgingsproducten voor haar, lichaam en huid. Over medicijnen moeten er geen compromissen worden gesloten, dat is buiten kijf. Deze importreductie moet een gelegenheid zijn voor lokale ondernemers om hun producten een kans te geven, zonder te gaan overdrijven met de prijs. Deze ondernemers moeten hun etiketeringscodes niet vergeten en ook aandacht besteden aan de voedselveiligheid en de verzorging van hun product. Een hele hoop Surinaamse producten is lekkerder dan buitenlandse versies. We denken bijvoorbeeld aan pindakaas, boter/margarine en bruine bonen. De regering moet voorts ervoor zorgen dat er niets ontbreekt aan de eiwitvoorziening. Kip en vis moeten in voldoende mate verkrijgbaar blijven. De prijs van Surinaamse vis is de laatste weken enorm uit de pan gestegen. De lege rekken zijn op zich nog geen ernstige situatie, vanwege het overaanbod en overdadige import. Er wordt in Suriname ook veel weg gegooid aan eten. In westerse landen zijn al, in het kader van duurzame ontwikkeling en minder belasten van de aarde, o.a. door supermarkten en restaurants programma’s gestart om de verspilling van eten tegen te gaan. Ook wij moeten niet overdadig en veel eten en vermorsen, maar met mate eten en gebalanceerd, met genoeg van alles. De regering moet misschien voor de middellange periode met de importeurs afstemmen dat ze het noodzakelijke importeren en HI kan deze gelegenheid aangrijpen om de Surinaamse ondernemers en producten te stimuleren, die dan wel voldoende en continue moeten produceren. Opvallend in het kader van de winkels is ook de actie geweest van de Chinezen in Albina. Het beeld dat ambtenaren de ondernemers grof en slecht hebben behandeld is wel voor te stellen. Ambtenaren benaderen de Chinese ondernemers heel grof beginnende met ‘omu’. Afpersing (gratis winkelen) en chantage zouden naar verluidt vaste praktijk zijn. Nu zouden er beelden zijn, welke de gemeenschap te zien moet krijgen. In de controlerende diensten van de overheid is er veel corruptie. De burgerij ziet in de openlijke wangedragingen van de ambtenaren, een goedkeuring van de eigen misdragingen in de winkels. Naar verluidt zou dat de achtergrond zijn van de staking.

error: Kopiëren mag niet!