Motivatie

(= de drijfkracht voor een bepaald gedrag). Ik sprak een student over het huiswerk dat er voor de komende week in zijn agenda staat. Of er niet staat maar dat er wel is. Of op een verfrommeld blaadje staat, want wie haalt nou zijn agenda uit zijn tas om echt huiswerk op te schrijven. Je wilt natuurlijk geen nerd zijn…. “Dus wat is eigenlijk de reden dat je voorheen je best niet deed. Weet ik niet. Omdat je het moeilijk vond of omdat je gewoon niets deed? Misschien deed ik niet zoveel.” Niet zo een bijzonder gesprek zou je denken. Voor mij wel. Het geeft aan dat er iets mis is met de motivatie van dit kind. Een kind dat niet gemotiveerd is, komt meestal niet door het kind zelf. Er bestaan twee soorten motivatie: intrinsieke motivatie en extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie houdt in de motivatie die van nature in elk kind aanwezig is. Elk kind wil van nature leren. De kunst is op het juiste moment de uitleg bij de vraag te kunnen bieden. Dat is voor elk kind een ander moment. Dat maakt het op school nou ook zo lastig. Hoezo wil de hele klas juist vandaag leren hoe breuken in elkaar zitten? Daar komt de extrinsieke motivatie bij kijken. Extrinsieke motivatie is de motivatie die door factoren van buitenaf komt. Door de leerstof interessant te maken zouden de kinderen opnieuw of nieuw gemotiveerd worden. Wat is het geval bij van nature nu geen zin (intrinsiek) + saaie docent (extrinsiek) = waarom leer ik dit/ wat moet ik ermee? = demotivatie. Een gedemotiveerd kind is een kind dat helemaal geen zin heeft om te leren en ook het nut er niet van inziet. Bij het hele motivatieverhaal hoort nog een belangrijke factor: het thuisfront. Hoe belangrijk vinden de ouders/ verzorgers het dat een kind goede resultaten haalt? Wist u dat kinderen van hoger opgeleide ouders betere resultaten halen dan de kinderen met laag opgeleide ouders. Maar waarom is dat zo? Omdat hoog opgeleide ouders hogere verwachtingen hebben van hun kind. Dit gegeven laat mij, sinds ik het weet, niet meer los. Dat alleen de verwachting die een ouder/ verzorger van een kind heeft zo leidend kan zijn voor de motivatie van een kind is voor mij echt een eye opener geweest. Kinderen vragen helemaal niet zoveel, maar de aandacht die een ouder wel of niet aan het kind besteedt is cruciaal voor de ontwikkeling van een kind. Kinderen hebben de begeleiding van een volwassene nodig, in zoveel opzichten. Ik hoorde eens een uitspraak waarbij ik zin had de vader eens even door elkaar te schudden: hij draagt nu blauw (mulo student), dus moet hij zelf snappen dat hij moet leren, hij is al groot. Groot? Had ik al eerder verteld dat het menselijk brein pas bij een leeftijd van 25 jaar volledig ontwikkeld is. Volgens Brown (1978) is het probleem van kinderen, dat zij niet weten hoe zij de capaciteit die zij hebben, kunnen gebruiken. Niet dat zij het mentaal niet aan zouden kunnen. Simpel gezegd, kinderen kunnen al heel veel maar weten nog niet hoe.
Vazra Ramgoelam
[email protected]

error: Kopiëren mag niet!