Pengel, een symbool

Kunstenaars en instanties die het Surinaams erfgoed uitdragen, mogen best regelmatig en veel meer gebruikmaken van de karikatuur van de politicus en staatsman Jopie Pengel. Gisteren werd de 100-jarige verjaardag van deze politicus van de NPS herdacht. Jopie Pengel verdient ook buiten de NPS, dus van het volk van Suriname meer erkenning dan hij tot nu toe heeft gekregen. Deze politicus was veel meer dan de zogenaamde politieke leider van de volkscreolen. Zijn gedachtegoed en oprechte benadering van de gewenste natievorming zijn uniek, nu en zeker in zijn actieve periode. Suriname maakt een tijd mee van politieke verloedering. Jopie Pengel zijn loopbaan en zijn keuzes waren doordrenkt van politieke ethiek en daarom is hij een verplicht vak voor elke kaderpopleiding in elke politieke partij. De waarde van de levensloopbaan is na het verscheiden van deze grote politicus alleen maar toegenomen. Nu is het goud waard, als we kijken naar de staat van de Surinaamse politiek en de weg die wij moeten bewandelen om een sterke natie en staat te worden. Pengel was actief in een periode met veel politieke tegenstellingen en een scherpe etnische politiek. Het was een periode waar de etnische verhoudingen haaks op elkaar lagen, een periode waar groepen versneld bezig waren met emancipatie en integratie en een periode van acceptatie van veranderde en verschuivende posities van de bevolkingsgroepen. ‘..maar al houden wij niet van elkaar, laten wij elkaar toch omhelzen als het gaat om het groter heil van Suriname en het Surinaamse volk, want er is maar één Suriname’. Deze uitspraak van premier Johan Adolf Pengel uit de Regeringsverklaring van 7 juni 1963, is voor de idealen van Jopi karakteristiek. Dr. Hans Breeveld licht deze passage 53 jaar terug uit de regeringsverklaring om het gedachtegoed van Jopi Pengel te benadrukken. Pengel was toen amper 47 jaar. Breeveld promoveerde eind jaren ’90 met een analyse van het leven en werk van Jopie Pengel. Het baanbrekend promotieonderzoek van Breeveld gebruiken wij om een niet-alledaagse kijk te geven in het leven van deze levensgrote politicus en staatsman. Jopie Pengeld stamde af van de Pengels afkomstig van de plantage La Prosperité. Zijn voorouders waren gewezen slaven van de plantage, die allemaal de familienaam kregen beginnende met de letter P. Aan de vooravond van de afschaffing van de slavernij werden aan 210 slaven van deze plantage op basis van verwantschap 13 familienamen gegeven; de familie Pengel was met 56 personen de grootste. De oudst bekende van de familie Pengel is Trui Pengel, geboren in 1797, de betovergrootmoeder van Jopie. Jan Pengel, geboren in 1848, was de grootvader van Jopie Pengel. Hij was landbouwer, timmerman en houthandelaar en getrouwd met Rosijntje Pocornie, met roots op dezelfde plantage. Cornelis Pengel, geboren in 1886, was de vader van Jopie. De vader van Jopie Pengel was een geschoolde man. Hij stond voor de klas als onderwijzer op de Comeniusschool. In totaal was hij 36 jaar onderwijzer, op bepaald moment zelfs als schoolhoofd. Dat zegt dus veel over de opvoeding van Jopie Pengel. Onderwijzers behoorden in deze periode tot de top van de intellectuele piramide in Suriname. ‘De status van hoofdonderwijzer was (meer nog dan dat van arts of advocaat) voor begaafden uit de midden en lagere klassen het hoogst bereikbare’, lezen we uit het onderzoek van Pengel. Een andere analyse zegt dat deze conclusie geldt ‘binnen de volksklasse der donkergekleurde creolen’. In elk geval had de positie van de onderwijzer veel aanzien. Op donderdag 20 januari 1916 beviel Adolphina Jacquelina Romet, echtgenote van ‘meester’ Pengel, van haar vierde kind, Johan Adolf Pengel, in haar woning aan de Wanicastraat BR 147. Zijn beginjaren bracht Jopie door te Johan en Maragaretha (Commewijne) waar zijn vader schoolhoofd was. In 1921 was Jopie in Paramaribo en begon hij in de tweede klas van de Van Sypensteynschool, een ULO-school. Toen de Graaf van Zinsendorfschool als muloschool werd geopend, ging in 1928 daar in de 4de klas. Deze school was 8-klassig. In 1933 slaagde hij van deze school in de economisch moeilijke periode. Jopie slaagde voor het examen om voor arts te studeren, maar het numerus fixus-systeem verhinderde dat. Pengel werkte bij de kantongerechten. Later volgt hij een praktizijnsopleiding (evenals zijn latere vriend, J. Lachmon), alleen rondde hij deze niet af. Ondertussen was hij bekend als de nengre-oso-afkati (zaakwaarnemer). De Koningstraat en Land Van Dijk waren de rijpingsbuurten van de jongeman Pengel. Uiteindelijk werd hij door zijn sociaal gevoel, intellectuele capaciteit, sociale vaardigheden en maatschappelijke betrokkenheid vakbondsleider, maar meer nog een geduchte politicus en staatsman. Uiteindelijk werd Pengel premier, maakte hij een breuk mee met zijn politieke partner Lachmon en trad zijn kabinet ook voortijdig af in 1967 ondanks een ruime meerderheid in het parlement, o.a. door een vervreemding met de vakbeweging. Deze politieke move kan in meer ontwikkelde landen worden begrepen, maar zeker nu niet in Suriname vanwege de vergaande verloedering die we nu meemaken. Zijn NPS verloor de verkiezingen in 1969. Op vrijdag 5 juni 1970 overleed Jopie Pengel in het ’s Lands Hospitaal.

error: Kopiëren mag niet!