Hoofddoekschandaal contra onze natiedoelen

Suriname is sinds 1996 lid van de Organization of Islamic Cooperation (OIC). Deze organisatie houdt een ‘observatorium’ bij, waarbij de situatie in de wereld wordt beschreven wat betreft de opkomende Islamofobie met name in de westerse wereld. Het hoofddoekenprobleem is onderdeel van het probleem van de Islamofobie. Of dat ook in Suriname het geval is, weten we niet met zekerheid, maar de invloed van de westerse massamedia wordt niet onderschat. In Suriname is twee keer in de media een gelijksoortig bericht verschenen, waarbij moslimvrouwen in Islamitische kleding (hoofddoek) worden geweerd om verkeersexamens te maken. De twee gevallen vinden na een behoorlijke tijdsspanne achter elkaar plaats (2 weken). Een oplossing is er dus niet voor bedacht en namens Juspol is niet in die mate aandacht aan het probleem gegeven, dat voor het zich voordoen van het tweede geval een duidelijk beleid op dit stuk kon worden bekendgemaakt. De belangen die hier aan de orde zijn, betreffen de vrijheid van godsdienst(uiting) en het recht op de lichamelijke en geestelijke integriteit aan de ene kant en kennelijk het belang van de verkeersveiligheid aan de andere. Wat dit laatste betreft, gaan wij – bij gebreke aan een goede toelichting – uit van het belang van de verkeersveiligheid. Door de bevoegde autoriteiten is nooit definitief gereageerd op het eerste incident, evenmin is een algemeen beleid uitgesproken op basis van de grondwet bijvoorbeeld of het Politiehandvest. In het jaarrapport 2014 van de OIC is een aantal positieve vermeldingen opgenomen met betrekking tot het Islamitisch hoofddoek in verschillende landen. Met name gaat het dan om de hijab, een aanduiding van een haar- en oor bedekkend hoofddoek voor vrouwen, maar ook wel voor mannen. Het is te vergelijken met het hoofddeksel, waarvan in de twee incidenten sprake is in Suriname. In deze hoofdbedekking is het gezicht volledig inclusief de ogen zichtbaar voor de buitentstander. In 2014 werd in Canada, Edmonton, door de politie goedgekeurd dat vrouwelijke politiefunctionarissen een hijab mogen dragen, terwijl ze in dienst zijn. Er werd een speciale hijab ontworpen voor de moslimvrouwen in dienst van de politie. Deze bedekking is bedoeld voor het hoofd en de hals, niet het gezicht. Toen deze hoofdbedekking werd goedgekeurd, waren er geen formele aanvragen binnen van vrouwelijke politieagenten bij de politie om zo een hoofdbedekking te mogen dragen. De politiedienst aldaar wilde proactief zijn en wilde inspelen om het veranderende gezicht van de politiedienst in Canada en om alle vrouwen in Canada te stimuleren tot de politiedienst te treden. Als dit alles kan in Canada binnen de politiedienst, waarom kan de Surinaamse politie geen rekening houden met de burgerij, die in principe meer vrijheden heeft? In hetzelfde jaar werd door Fifa (de wereld voetbalbond) het verbod op het dragen van hoofddeksel voor religieuze doeleinden opgeheven. Aan vrouwen is het voortaan tijdens Fifa-wedstrijden toegestaan om hijabs te dragen. Vermeldenswaard is dat als reactie op een verzoek van Canadese Shikhs het ook aan mannen is toegestaan om religieuze hoofddoeken te dragen. In 2014 werd door een meisjesvoetbalteam protest gevoerd in Colorado, USA, tegen het verbod van een hijab. Als ondersteuning naar een teamspeelster ging het hele team met een hijab op de foto op Twitter. De reactie: 40.000 retweets. Moslimvrouwen in Suriname zijn verontrust over de intolerante houding van de politie, die in strijd is met de grondwettelijke godsdienstgaranties die gelden in Suriname. De bezorgdheid heeft te maken met de vraag of deze intolerantie wellicht te maken heeft met de situatie rond het islamitische fundamentalisme en de Islamofobie die de kop opsteekt. Heeft het te maken met Isis? Heeft het te maken met wraak? Er is een noodzaak om klaarheid te brengen in deze zaak. De minister die belast is met de zorg voor de beleving van de grondrechten, waartoe vrijheid en het recht op het kunnen belijden van religie behoren, moet zich over deze zaak uitspreken, temeer daar het nu haar eigen ministerie (Juspol) betreft. Er is een noodzaak om indien er wetten bestaan met betrekking tot hoofddeksels, deze te verduidelijken. In de officiële sfeer weten we wel dat we luxueuze hoofddeksels afzetten, maar dan doen wij niet als het gaat om de Islamitisch of een Hindoehoofddeksel. Het onderscheid tussen mode en religie moet duidelijk worden gemaakt in de regelgeving. De voorlopige informatie die ter beschikking is, luidt dat er geen enkel beletsel is met betrekking tot het afleggen van een rijexamen met een hoofddoek. Ten aanzien van de foto is vooralsnog aangegeven, dat volgens instructie van CBB de richtlijn is dat oren te zien moeten zijn op de foto. De informatie luidde ook dat de politie zou uitkomen met een standpunt. Een ID-kaart en een rijbewijs hebben verschillende functies, waardoor niet vereist is dat naar analogie dezelfde regels worden toegepast. Een rijbewijs is niet conform de wet aangewezen als identificatiemiddel, in de praktijk wordt het wel als zodanig gebruikt. Suriname is mondiaal bekend als een land waar een multi-etnische samenleving, alhoewel verschillend van elkaar en niet perfect, toch in harmonie een taal kan praten en elkaar kan begrijpen. De toestanden die buiten zich voordoen, moeten onze ambtenaren niet beïnvloeden. Men dient te weten in welke samenleving men actief is. Suriname is steeds op weg ‘de harmonieuze plurale samenleving’ als uniek exportproduct te marketen. Contraproductieve activiteiten moeten vroegtijdig de kop in worden gedrukt. De regering moet voorkomen dat Suriname als een voorbeeld van ‘hoe het niet moet’ wordt opgenomen in het OIC-jaarrapport van 2016 over Islamofobie.

error: Kopiëren mag niet!