Moederbond 65 jaar

Het Algemeen Verbond van Vakverenigingen in Suriname ‘De Moederbond’ herdenkt zijn 65-jarig bestaan met een driedaagse conferentie over duurzame ontwikkeling. De duurzame ontwikkelingsdoelen (sustainable development goals, sdg’), die net zijn aangenomen en gelden tot het jaar 2030, geven ons als civil society maar ook de regering als leidraad voor de duurzame ontwikkeling. De sdg’s zijn andersoortiger dan de mdg’s, waarvan de duur in 2015 is verlopen. Voor de werkende klasse is belangrijk dat de duurzame ontwikkeling gepaard gaat met duurzame bedrijven.
Dat zijn bedrijven die voor een langere tijd een bijdrage leveren aan de economie en de inkomens en door hun activiteiten niet ervoor zorgen dat het milieu wordt vernietigd. Verder heeft duurzaamheid daarmee te maken dat in de sociale sfeer er geen verstoringen plaatsvinden. Wat dit laatste betreft, kunnen we denken aan het verstoren van de inheemse en tribale gemeenschappen door indringing, vernietiging van plaatsen met een religieuze/culturele waarde vervuiling van bodem, lucht en water of overlast. Wanneer daarvan sprake is, dan is er geen sprake meer van duurzame bedrijvigheid. Wanneer het leven in het gezin zodanig wordt beïnvloed door het werk, dan vaders en moeders hun gezinstaak niet adequaat kunnen uitoefenen, dan is er ook geen sprake van duurzame bedrijvigheid. Denk maar aan de weken durende shifts in het binnenland en shiftwerk, waarbij vader en moeder beiden afwezig zijn in het gezinsleven. Lange werktijden en shiftwerk moeten daarom eerst een sociale screening ondergaan, voordat ze worden ingevoerd. Het kan niet de bedoeling zijn dat wat men aan de ene kant opbouwt door inkomsten te garanderen, men aan de andere kant weer afbreekt door afbrokkeling van de gezinsstructuur. We denken bijvoorbeeld ook aan de rollen van ouders bij onderwijs en de opvoeding. De bekende pedagoog Emmy Hart van de Rumas heeft recent op de radio helder uiteengezet hoe de geestelijke ontwikkeling van de mens in de periodes 0-7, 8-14, 15-21 plaatsvindt.
Werkgevers hebben baat bij een gezonde samenleving en gezonde gezinnen. Gezonde gezinnen brengen goede en gedisciplineerde en meestal ook beter geschoolde werknemers voort. Stimuleren van de aanwezigheid van ouders in het gezin betekent het stimuleren van het gewennen aan regels van het kind. Dat werkt later door naar de werkplek. Hart benadrukte als deskundige dat het gezin de belangrijkste plek is waar de mens wordt opgevoed, maar haar organisatie onderkend terecht ook dat onderwijzers hun opvoedende taak ook nadrukkelijk moeten accepteren. De sociale impact van economische activiteit is een belangrijke determinant voor het vaststellen van duurzaamheid van bedrijven. Bij de sociale impact spelen ook de beoefening van sport, het zich toeleggen op sociaal vrijwilligerswerk en het cultureel/religieus leven ook een belangrijke rol. Op dit stuk bestaat er onvolledige wetgeving. Zo zijn er geen regels die werkgevers de garantie bieden dat ze hun ouderschapsrol ongestoord kunnen uitvoeren zonder verlies van hun baan. De zwakke wetgeving is er ook voor de milieu-impact. Voor zover ons bekend is er geen wetgeving die bedrijven verplicht om regulier een milieu-assessment te blijven doen. Schadevergoedingen voor de vervuiler en sancties als bedrijfssluiting moeten beter in wetgeving worden verankerd. Voor de planning in de beginfase is belangrijk en nu zeker ook de energieplanning. De shift moet nu gemaakt worden naar efficiëntie in energieverbruik en een shift naar hernieuwbare bronnen en voorkomen van verspilling. Maar wat nu zeer relevant is, is het op lange termijn voortbestaan van bedrijven. Dat hangt samen met de economie. In Suriname zijn minimumlonen ingevoerd, waaraan werkgevers zijn gehouden. Recent zijn ook verplichte sociale verzekeringen ingevoerd. Er zijn echter nu storingen in de economie die te vergelijken zijn met de jaren ’80 en ’90. De overheid heeft nog schulden bij delen van het bedrijfsleven. Salarisuitbetalingen komen daardoor onder druk te staan, ontslagen komen dan om de hoek kijken. Bedrijven zijn afhankelijk van de inputs die men uit het buitenland haalt. De koers van de dollar is behoorlijk gestegen en er wordt zelfs gesproken van een de factor derde devaluatie, waaraan de CBvS en de staatsbank SPSB zelf meewerken. De koopkracht is intussen sterk afgenomen en dat heeft dan weer invloed op de Surinaamse mens als werknemer en als consument. Bottom line is dat we nu gaan naar meer stabiliteit, een economische omstandigheid waarmee de NDP in de verkiezingen van 2010 grappen mee maakte op het politieke podium.
Men nam de economische stabiliteit voor lief en heeft niet beseft dat het door offers en ingetogenheid tot stand komt. Na een regeerperiode smacht men ernaar, maar de huidige constellatie mist in de hogere regionen de human capacity om die stabiliteit tot stand te brengen. Het totaal van de destructieve actoren is veel sterker dan het totaal aan opbouwende krachten. De Moederbond heeft bij zijn 65-jarig bestaan goed aan gedaan om samen na te denken over onze economie. Dat deed hij ook in 2011 toen hij 60 jaar werd. Economen waren toen verdeeld of Suriname actief moest deelnemen aan de mijnbouwsector of de last van investeringen en verliezen over moest laten aan (buitenlandse) privé-investeerders. De NDP-gelieerde economen behoorden uit chauvinistische overwegingen tot de eerste groep. Zij gingen ervan uit dat de goudprijs niet als zodanig zou dalen. Bij deze conferentie concluderen we dat ze er bekaaid ervan af zijn gekomen.

error: Kopiëren mag niet!