Politie-pr op ander niveau

De pr van de politie moet weg van de kleuterklasstijl, waarmee verkeersvoorlichting wordt gegeven aan glo’ers. Voor kritische volwassenen in een ICT-tijdperk is een andere benadering en niveau nodig. We moeten afstappen van dooddoeners als ‘laten we het onderzoek afwachten’ en ‘het is een complexe/gevoelige zaak’. De politievoorlichting moet vanuit een stevige juridische samenleving de samenleving van informatie voorzien en begeleiden. Met betrekking tot politiegeweld is het de politie-pr niet gelukt om bij een veel beluisterd middagprogramma op de staatsradio de samenleving in te lichten over het algemene beleid. Daarvoor citeren wij u nu uit het Politiehandvest. Ingeval van onwil om aan een rechtmatige vordering van de politie te voldoen, dan wel bij blijkbare bedoeling om zich met geweld tegen rechtmatig optreden van de politie te verzetten, worden de betrokkenen tot gehoorzaamheid gesommeerd, onderscheidenlijk op de gevolgen van verzet gewezen. Volgens het handvest mag de politie van geweld slechts gebruik maken tot noodzakelijke verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Dit mag ook tot het uiteendrijven van volksoplopen of samenscholingen, dan wel tot het breken van gewelddadig verzet of andere ernstige tegenstand, zulks nadat vruchteloos overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid is gehandeld. Gebruik van geweld mag ook ter aanhouding van ontvluchte veroordeelden of van personen die van ernstig misdrijf worden verdacht. ‘Niet meer geweld mag worden gebruikt, dan met het belang van het daarmede te bereiken doel evenredig is; en niet meer pijn of letsel dient te worden toegebracht, dan in de gegeven omstandigheden blijkbaar onvermijdelijk is’, zegt het Politiehandvest. Indien zijn commandant of een andere meerdere ter plaatse aanwezig of onmiddellijk bereikbaar is, gaat een ambtenaar van politie, niet tot het gebruik van geweld over, dan nadat die commandant of andere meerdere daartoe opdracht of machtiging heeft gegeven. Deze beperking geldt niet voor bescherming van lijf, eerbaarheid en goed. Door de minister van Juspol is enige dagen terug bekendgemaakt dat de politievoorlichting op een ander niveau moet komen. Daarin heeft de minister gelijk, maar dat geldt ook voor de public relations van de politie. We hebben een bepaalde langdradige stijl gehad die niet meer voldoet in deze tijd. De politie-pr wordt wel eens gebeld door de media voor specifieke en algemene informatie. We merken dat deze interviews door de overvoorzichtigheid van de politie-pr, vaak het karakter heeft van een gewenste vrijage, waarbij men vermijdt om tot de daad over te gaan. Het lijkt wel een schaakpartij, waarbij partijen elkaar versieren, maar niet laten pakken. De communicatie van de politie naar de samenleving moet vlot en zakelijk zijn en gebaseerd zijn op het Wetboek van Strafrecht en van Strafvordering, de Politiestrafwet en het Politiehandvest. We hebben niets aan uit het hoofd antwoorden hoe bijvoorbeeld de politie moet handelen. Wat verse crime gevallen betreft, kunnen we ons voorstellen dat de functionarissen zich voorzichtig opstellen en voorbarigheid vermijden. Daarbij verwijst men dan naar het onderzoek dat afgewacht moet worden. Maar wanneer het gaat om algemene informatie over bijvoorbeeld het gebruik van geweld door de politie, moet men niet komen zeggen dat het om een gevoelige zaak gaat. Het gebruik van geweld door de politie is voor de pr van de politie geen gevoelige zaak. Het is een beroepsrisico en omkleed met een zekere theorie, training en standaardprocedures. De pr-afdeling moet deze informatie vlot kunnen geven. Op de staatsradio is uitdrukkelijk gevraagd wanneer de politie wel of niet gebruik mag maken van geweld. Dat werd gevraagd naar aanleiding het geval van Coesewijnestraat waar een jonge rover werd doodgeschoten. Op de duidelijke en niet ongebruikelijke vraag kreeg de presentator het antwoord niet. Het antwoord dat gegeven werd, kon evengoed op straat door een gewone burger zijn gegeven. De pr kan kijken naar het voorbeeld dat gesteld is door de pr die aangesteld was bij het 8 Decemberstrafproces. De functionaris deed haar werk op een redelijk goed niveau en de pers kon zeker wat meepikken van de Surinaamse regels die gelden bij strafprocessen voor burgers en militairen. Alles werd uitgelegd vanuit de wet en de politie-pr heeft geen andere keus dan alles toe te lichten vanuit de wet. In het kader van het staatsrecht en het strafrecht heeft de politie namens de Staat de monopolie om geweld toe te passen. De burger onthoudt zich daarom van het toepassen van eigenrecht. De politie is gebonden aan spelregels wanneer het gaat om het gebruikmaken van geweldsmonopolie. Geweld wordt voor de politie noodzakelijk voor het beschermen van zichzelf (lijf, eerbaarheid) in de rechtmatige uitoefening van de dienst, maar ook van collega’s en de samenleving. Onder dit laatste valt ook het beschermen van have en goed van de samenleving. Dan hebben wij het over het voorkomen of interrumperen van de volvoering van een strafbaar feit. Optreden van de politie met geweld en vooral het gebruik van vuurwapengeweld kan leiden tot het verlies van levens. Subsidiariteit en proportionaliteit spelen daarbij een rol. Subsidiariteit eist dat uit een alternatief van ‘escapes’ uit een moeilijk parket, de minst schadelijke oplossing gekozen moet worden. De proportionaliteit eist een evenredigheid tussen doel en middel: men steke geen huis in brand om een biefstuk te bakken, zegt de literatuur. Capaciteitsversterking is inderdaad het devies bij de politie-pr. Vermeldenswaard is dat bij het recente geval een CIVD’er bij de zaak betrokken was.

error: Kopiëren mag niet!