Diamant

Zwijgen verzacht de pijn van een onnatuurlijke dood niet, maar verergert het alleen. Het leed wordt dan dubbel ondergaan. Tot deze essentiele wijsheid komt Sandew Hira, wiens briljante broer in december 1982 op onnatuurlijke wijze om het leven werd gebracht. Na 33 jaar heeft een broer van één der 8 Decemberslachtoffers het plan opgevat om zijn persoonlijk proces met betrekking tot de dood van zijn broer in eigen handen te nemen. Elk mens heeft het recht om dat te doen en in principe heeft hij daarvoor geen enkele verantwoordelijkheid af te leggen aan niemand. Zijn proces heeft niets te maken met de daders, maar met zichzelf. Het is niet uitgesloten dat zijn proces goed uitkomt voor de agenda van de daders. Het belang van deze laatsten is – omdat ze mens zijn – om uit de gevangenis te blijven. Er zijn echter daders die pas door het leven kunnen gaan als ze boete ondergaan voor hun daden. Vooral in Aziatische culturen is dat het geval, daar zijn er zelfs gevallen waarbij men zichzelf aanklaagt en veroordeelt tot straf, maar zo zitten we niet in elkaar. Hira – diamant in het Hindostaans – is er heel goed in om zijn persoonlijke processen op papier te zetten en dat te delen met medemensen, dat is te merken aan hetgeen hij met ons deelt in het dagelijks leven. Hira is bezig aan een koppig project en het wordt hem niet in dank afgenomen. Verwerkingsprocessen zijn tot op zekere hoogte een collectief gebeuren, maar de afwerking van het proces is een persoonlijke aangelegenheid. 8 December is vooralsnog voornamelijk een collectieve aangelegenheid. Nabestaanden hebben daarnaast elk hun pesoonlijk verwerkingsproces en dat wordt niet gedeeld met derden. Soms wordt dit persoonlijk proces verwaarloosd door nabestaanden en dan zal het zijn repercussies hebben op het individuele welzijnsgevoel. Hira geeft in zijn laatste persconferentie een uiteenzetting over het verwaarlozen van het praten over het leed dat men heeft ondergaan. Hira wil praten over het leed dat hij ondergaat. Hij haalde voorbeelden aan over het persoonlijke verwerkingsproces in Zuid-Afrika. Hij haalde ook aan het pijnlijke geval van Hendrie Tjokrodirjo, een militair die op 25-jarige leeftijd gevangen genomen werd door het Jungle Commando. Wat heeft de Staat Suriname gedaan met het leed van deze Surinaamse militair en zijn familie? De naam Tjokrodirjo moest vaker zijn genoemd, het is nog niet laat. De jongeman is het slachtoffer geworden van de Binnenlandse Oorlog en niet op eenvoudige wijze. Hij werd op barbaarse wijze door enkele barbaren in stukjes gesneden, na een barbaarse opdracht. Zijn hulpeloze doodskreten zouden ook zijn vastgelegd en hier op de radio zijn uitgezonden. Wat voor impact zou dat hebben gehad op ouders of op broers en zussen en intieme vrienden? Hoe vergeet je dat, kan je het vergeten? Als niet, hoe ga je ermee om? Hira heeft kunnen achterhalen dat familie in eerste instantie weigerde om de kleine stukjes vlees en botten te accepteren. Waarschijnlijk was deze militair een moslim. Begraven van stoffelijke overschotten duldt volgens het gebruik van deze religie geen uitstel, maar eerst moet het lichaam op de voorgeschreven wijze worden gewassen. Hoe was je nou een hoop vlees en botten? Afhankelijk van de relatie die broers en zussen onderling hebben, is het proces van verwerking van gewelddadige dood. Hira is sowieso bezig met een persoonlijke zaak, maar het publiek wordt erbij betrokken als het proces en de uitkomsten worden gedeeld. Burgers zullen hun mening hebben over niet het proces zelf, maar de wijze waarop de zaak in de publiciteit zal worden gebracht en eventuele wijziging in de strategieposities van daders en nabestaanden in de collectieve verhouding die bestaat. Hira zijn boodschap is in de context van 8 december, dat in elk geval degenen die lijden over de zaak moeten praten. Ze kunnen ten minste allemaal hun verhaal laten vastleggen in een boek en dat delen met het publiek. Ze kunnen daarbij de nadruk leggen op het luchten van hun hart. Daarbij kunnen ze de feiten laten vastleggen maar ook hun gevoelens en emoties toen en nu en hoe ze denken dat de toekomst eruit moet zien. 8 December is echter niet een zaak van de nabestaanden en daders alleen, maar ook van de burgers. Die hebben trouwens ook zaken gezien en gehoord en ook in angst geleefd en slapeloze nachten gehad. Veel beelden zijn na 33 jaar nog blijven hangen, ook bij kinderen. Ook een deel van de burgerij zit nog met onverwerkte processen die impact hebben op het welzijnsgevoel. Doordat deze zaak zo midden in de politiek zit, wordt het onterecht geacht een primair politieke zaak te zijn. De burgerij wordt alleen gedwongen vanwege de politiek om te zeggen of ze voor een rechtszaak gaan of voor een verzoeningsproces. Wat dit betreft, zeggen burgers vaak dat het recht zijn beloop moet hebben, maar als persoon is men niet altijd klaar. 8 December en de Binnenlandse Oorlog worden weg gestopt door velen. Ook bij de Binnenlandse Oorlog moet het Surinaams geweten luisteren naar wat men allemaal in het binnenland heeft meegemaakt. Laat men het open en bloot zeggen, laat het worden opgetekend. Hira deelt zijn persoonlijk proces met de burgerij, via hem zullen velen op het persoonlijke vlak misschien genoegdoening vinden. Het is een kostbaar en historisch traject, alleen is het jammer dat hij de Staat (lees: de politiek en de regering) de copyrights en misschien ook nog de publicatierechten heeft gegeven op het materiaal. In Nederland heeft men voor 60 jaar een deel van het Surinaamse archief weggezet. Het is niet uitgesloten dat in het algemeen belang het materiaal van Hira voor 30 jaar wordt weggezet. Dat zal een impact hebben op degenen die hopen via Hira te praten. Zwijgen verzacht de pijn van een onnatuurlijke dood niet, maar verergert het alleen. Het leed wordt dan dubbel ondergaan.

error: Kopiëren mag niet!