‘Als je mijn VHP-arbeiders lastig valt, ga ik je doodmaken, weggooien en je moeder n….n’, zou een controleur van Openbaar Groen in het district Saramacca, Manodj Chitan, gistermorgen te horen hebben gekregen van het VHP-assembleelid Mahinder Jogi. Chitan was omstreeks kwart over negen op één van zijn werklocaties te Kampong Baroe samen met enkele arbeiders, voormannen en subcontroleurs. Jogi reed in eerste instantie voorbij in zijn wagen, maar bij het zien van Chitan stopte hij en kwam achteruit gereden. ‘Hij schold me uit, maar ik besteedde geen aandacht eraan.’ ‘Ham toke maarke phekdebe, aur toor maaj ke tj……’ (Ik ga je doodmaken, weggooien en je moeder n…n), kreeg Chitan van Jogi te horen. Chitan vindt het zeer ernstig dat hij zulke dreigementen en scheldwoorden heeft moeten aanhoren, ook aan het adres van zijn moeder. Zijn moeder is 73 jaar oud. ‘Het siert een assembleelid niet om een oude moeder zomaar uit te schelden.’
Chitan doet uit de doeken dat gedurende de afgelopen 10 jaren zeker 200 tot 300 veldarbeiders in dienst zijn genomen. Dit heeft als gevolg gehad dat er sprake is van een overschot aan arbeiders. Middels een roulatiesysteem worden de arbeiders om de twee weken aan het werk gezet. ‘Maar Jogi wil dat de VHP-arbeiders die hij indertijd in dienst had genomen, helemaal niet moeten werken. Hij wil dat de VHP-mensen privéwerk voor hem verrichten, dat is een probleem van hem.’
Chitan heeft aangifte gedaan op het politiebureau Groningen. Hem is aangezegd om de politie wederom op de hoogte te stellen indien Jogi weer dreigende taal en scheldwoorden tegen hem zal uiten. ‘De politie heeft ook gezegd dat ze de zaak verder gaan onderzoeken.’ Het bevreemdt Chitan dat Jogi hem op deze wijze heeft bejegend. ‘We zijn geen vrienden, maar ook geen vijanden van elkaar. Wanneer we elkaar ergens tegenkwamen, konden we wel een babbeltje maken’, zegt Chitan die een sympathisant is van de paarse partij.
Mahinder Jogi: ‘Ik heb Chitan niet uitgescholden’
Dagblad Suriname maakte ook contact met Jogi. ‘Het is helemaal niet waar, ik heb Chitan niet uitgescholden en bedreigd’, hield hij de krant voor. Jogi vertelt dat hij gistermorgen daadwerkelijk voorbijreed en stopte toen hij Chitan zag staan te Kampong Baroe. ‘Ik heb tot hem gesproken en gezegd dat er nog maar 4 maanden resten naar de verkiezingen toe.’ Het enige scheldwoord dat Jogi geuit zou hebben, is: ‘kahe lul kare he’ (waarom lul je). Volgens Jogi worden arbeiders uit Saramacca ingezet om straten te gaan vegen in de avonduren in Paramaribo.
Jogi geeft aan dat Chitan een heel goede vriend van hem is. De parlementariër ziet helemaal geen reden om hem en zijn moeder uit te schelden. ‘Ik ken zijn ouders heel goed en ga ook thuis bij hen. Zijn vader is lid van mijn kern.’
‘Politieke rancune viert hoogtij in Saramacca. Nadat de mensen hier hebben gewerkt, wordt er een bus voor hun gestuurd en worden zij gesommeerd om te zitten. Hierna rijden ze naar de stad om weer op te gaan ruimen’, zegt Jogi. In de beschikkingen van de arbeiders staat aangegeven dat ze hun werkzaamheden in Saramacca moeten uitvoeren en niet elders. ‘En dit gebeurt dagelijks. Mensen worden helemaal van Kampong Baru en Chandisawweg opgehaald, in een bus gezet en vervoerd naar de stad.’ Volgens Jogi probeert het ministerie op deze manier te voorkomen dat de arbeiders actief participeren met politieke activiteiten. De parlementariër zegt ook dat de arbeiders nog moeten aanhoren dat ze extra moeten werken, omdat ze VHP’er zijn. Jogi zegt dat de NDP al door heeft dat ze de strijd verloren heeft en met slinkse tactieken tracht om een angstcultuur te scheppen.
Asha Gajadien-Bhagwat
