Jaar van waarheid(scommissie)

Op oudejaarsavond sprak president Desi Bouterse voor de laatste keer als president van Suriname onder deze regeringssamenstelling tot het volk van de Republiek Suriname. De president blikte daarbij terug, maar keek ook vooruit. Eerder stelden wij dat de president weer traumatisch het levensechte begrip ‘corruptie’ in zijn Nieuwjaarsrede heeft vermeden. ‘Laten wij het groepsbelang ondergeschikt maken aan het nationaal belang’, stelt de president. Dit is wellicht de minst geloofwaardige uitspraak in de hele speech van de president, of hij hanteert een andere definitie van nationaal, waarbij nationaal niet gerelateerd wordt aan het volk, maar aan zijn loyalisten die rondom hem hangen om materieel profijt te hebben. Het groepsbelang was ook in de afgelopen 4 jaren niet ondergeschikt aan het algemeen belang, getuige de corruptieschandalen die niet van de lucht waren. Wanneer de president zegt dat hij graag om de tafel zou ‘willen zitten met anderen en de gezondheidszorg definitief uit de partijpolitieke sfeer’ wil halen, dan zeggen we dat hij 4 jaren laat is en te laat tot de conclusies komt die hij al in 2010 moest hebben getrokken. Voorts zeggen we dat dit niet zal lukken met betrekking tot energie, omdat het staatsbedrijf EBS niet gevrijwaard is van corruptieaantijgingen. Ook een gezamenlijke aanpak bij het buitenlands beleid betreft loze woorden, omdat deze regering duidelijk het beleid van de vorige constellatie heeft afgewezen en dat ook deed bij de jaarafsluiting van de NDP. De president wil altijd samenwerken, maar oprechte pogingen zijn nooit ondernomen.
De president gaf aan dat 2015 het jaar van de waarheid wordt, maar wat deze verkiezing zo uniek maakt in vergelijking met het voorgaande is niet door hem verduidelijkt. De laatste keer werden de verkiezingen ook in deze termen getypeerd. Met ‘waarheid’ refereert de president wellicht naar de waarheids- en verzoeningscommissie waaraan gerefereerd wordt in de amnestiewetsaanpassing van april 2012. De grondleggers van de wetsaanpassing om de verdachten van de Decembermoorden te vrijwaren van straf zijn de DNA-leden van de NDP, PL en de Palu. Het 8 Decemberstrafproces ligt stil, gefrustreerd door de wetsaanpassing van 2012. Magistraten vonden in 2012 eindelijk een excuus om de lastige zaak van zich af te schuiven. De frustratie van het rechtsproces was al bij de wetsaanpassing in april 2012 voorzien. Als compensatie werd aangeboden een verzoeningscommissie die niet van de grond is gekomen. De president was heel vroeg in zijn ambtsperiode bereid om het goed te maken met het volk, door vanuit zijn politieke verantwoordelijkheid sorry te zeggen voor de Decembermoorden. Dat zou politiek niet goed uitpakken voor de huidige oppositie, omdat de president daarmee zeker sympathie zou winnen (hij zou zich kwetsbaar en mens tonen) en uiteindelijk toenemen in populariteit, hetgeen zou leiden tot stemwinst. De oppositie maakte gebruik van de nog wankele positie van een onverwachte regeercoalitie en maakte het de president onmogelijk om sorry te zeggen. De president capituleerde, de openbare verontschuldiging ging niet door. Nu komt de president met een instituut als documentatiecentrum voor alles wat zich tussen 1975 en 1992 heeft voltrokken. De vraag rijst waarom sec tussen 1975 en 1992. Is het bedoeld als een compensatie in verband met de Decembermoorden? De vraag rijst waarom gezocht wordt naar alle vormen van waarheid, terwijl in een rechtstaat de waarheidsvinding bij uitstek plaatsvindt bij de rechter? De president zegt dat een dergelijk instituut het publiek van informatie kan voorzien over de waarheid van deze periode. Zal het instituut ook de waarheid vertellen van de Decembermoorden? Welke waarheid zal dat zijn en zal het gaan om een subjectieve waarheid? Zijn de verklaringen van een aantal betrokken personen die de noodzaak van de actie van 8/9 december 1982 aandikken op de staatsradio en de staatstelevisie jaarlijks rond 25 februari en 8 december, niet goed genoeg? Moet het instituut uiteindelijk een waarheidscommissie organisatorisch initiëren, waaruit de documentatie over 8/9 december 1982 zal voortvloeien? Zal deze documentatie de rechtszaak overbodig maken? De in te stellen waarheidscommissie zal maken dat wij als volk nader tot elkaar komen, zodat wij collectief voorwaarts kunnen gaan, stelt de president. Maar dit gevoel hebben bijvoorbeeld de nabestaanden nooit gehad. De president geeft aan dat middels de commissie het mogelijk zal zijn vast te stellen of er schending van mensenrechten hebben plaatsgevonden. Wat als dat wel het geval blijkt te zijn? Waarom wil men het een en ander niet via de strafzaak vaststellen? De president poogt getuigenissen te doen afnemen om achter de maximale waarheid in al haar aspecten te komen. Is er dan geen geloof in de rechterlijke macht, het instituut bij uitstek voor waarheidsvinding? De president wil een verzoeningsproces tot stand brengen, maar hij weigert om met de nabestaanden te praten, erger nog men blijft ze ongestoord schofferen op de staatsradio. De president wil de ‘recente donkere episoden in politiek historisch perspectief’ plaatsen. Dit betekent dus dat men de moorden goed wil praten en deze wil rechtvaardigen. Eerder stelde de president in 2012 dat hij part noch deel heeft aan de verruiming van de Amnestiewet in zijn voordeel. Hij stond er toen helemaal buiten en het was een actie van sec een aantal parlementariërs waarin hij niets had te bemoeien. Nu blijkt dat hij het concept van de amnestie en de waarheidscommissie (inmiddels) helemaal heeft overgenomen. Dit is in contrast met zijn eerdere verklaring.

error: Kopiëren mag niet!