De samenleving reageert geschokt op de tekst van een lied met als tekst ‘Kogel’ (‘Bullet’) die zich homofobisch afzet tegen homoseksuelen. Dit lied is afkomstig van een artiest die zich profileert als een Marron. In internationale rapporten wordt waarheidsgetrouw gemeld dat er nog gediscrimineerd wordt tegen deze groep op verschillende gebieden. Wat de mening van deze artiest is daarop is onbekend, waarschijnlijk zal hij het niet ‘leuk’ vinden als hij erover na zal gaan denken. Deze zanger wil zich afzetten tegen homoseksuele mannen en de vraag rijst nu waarom opeens dit gedrag? Zijn er homoseksuele mannen die deze man aantrekkelijk vinden – vanwege zijn gedrag en lichaamstaal – en constant ongewenste avances maken naar de man toe? Gaat het om een religieuze/culturele opvatting (die van de Saa’maka), als we kijken naar dezelfde opvatting door een DNA-lid uit dezelfde groep gepresenteerd in DNA, die in strijd is met artikel 8 van de Grondwet? Of interessanter, heeft de artiest zich ooit overgegeven aan homoseksuele gevoelens en heeft hij er spijt van nu hij ‘bekeerd’ is? Wil hij afstand en afscheid nemen van een homoseksueel verleden? Of heeft hij nu juist homoseksuele gevoelens die hij wil onderdrukken door zich publiekelijk tegen af te zetten? Heeft hij recent publiekelijk blijk gegeven aan zijn gevoelens, waardoor hij nu publiekelijk alles recht wil zetten? Is de zanger bang om zelf homoseksueel te worden? Wordt de zanger de laatste tijd meer gezien als te zijn gay? Deze laatste vragen kunnen een verklaring zijn van een onverklaarbare plotselinge uithaal naar gay mannen. Het heeft allemaal te maken met homofobie: de angst voor homoseksualiteit oftewel een haat voor of afkeer tegen homoseksuelen en homoseksualiteit. Academische theoretici hebben als mogelijke grondslag voor homofobie een aantal mogelijkheden geopperd, waaronder de angst om zelf homoseksueel te worden. Soms wordt men onterecht als gay aangezien. Ook kan het zijn dat men zelf een negatieve ervaring met homoseksualiteit heeft (vb. seksueel misbruik door iemand van hetzelfde geslacht tijdens jeugd). Ook kan een verklaring voor homofobie zijn, autohomofobie: de angst voor verdrongen homoseksuele componenten in de eigen persoonlijkheid. Een andere verklaring is de onzekerheid omtrent de eigen seksuele identiteit. Als we dit alles lezen, dan is de zanger intern met zichzelf in een groot probleem en misschien ook slachtoffer en moet de man gecounseld worden, zodat hij in het reine komt met zichzelf. Misschien moet de zanger uit de kast komen of komt de zanger met ‘Bullet’ uit de kast: is de ‘kogel’ nu voor zijn volgers door de kerk? Moet het nu duidelijk worden dat hij gay is? Is het lied een verborgen boodschap voor de fans van de man? Dat ding is misschien goed voor hun, maar niet goed voor mij. De vraag rijst wat voor beredenering dat is. Personen horen uit te gaan in hun conceptie van een bepaald uniform beeld van wat goed en wat niet goed is in het leven. ‘Wat niet goed is voor mij, is ook niet goed voor een ander’, is eigenlijk de moderne denktrant. In dit duaal of meerzijdig denkpatroon van twee of meerdere vormen van goed van de zanger, ligt een verklaring waarom leden uit een bepaalde gemeenschap oververtegenwoordigd zijn in gewelddadige criminaliteit, waarvan leden van overwegend andere groepen het slachtoffer worden. Een roof is dan goed voor de rover en zijn omgeving en misschien niet goed voor het slachtoffer, maar neks no fout. Dit denkpatroon zorgt voor veel ongerief in de samenleving en voor veel maatschappelijke excessen, waarbij men geen rekening houdt met de gevoelens van anderen. Een voorbeeld daarvan is de vertoning van een Abop-exponent op een wijkvergadering te Abrabroki, waarvan de partij zich nog steeds niet heeft gedistantieerd. Door een politicus in Suriname zijn open en bloot uitspraken gedaan over LGBT’s. Zijn partij is daarover niet in de publiciteit gekomen. Ondertussen wordt steeds onderkend in Suriname, ook door de boodschap die Surinaamse regeerders krijgen bij internationale organisaties, dat ook LGBT’s recht hebben op bescherming tegen discriminatie. Het nummer van de betrokken zanger heeft een intimiderende naam en duidt op geweld en kan zelfs een doodbedreiging inhouden. Personen worden vaak bedreigd middels een kogel in een envelop die aan de bedreigde wordt afgeleverd. Hier is het medium wellicht niet een envelop, maar de tekst van een lied. Onze justitie en politie houdt zich Oost-Indisch doof voor een aantal inbreuken die op de zedelijkheid en op de moraal worden gepleegd in liederen die in het publieke domein worden gebracht. Een soortgelijk geval was dat van een gospelgroep/zangers enige maanden terug die in een clip de aanduiding ‘koelie’ gebruikt, waarmee gerefereerd wordt aan de Hindoestaanse bevolkingsgroep in Suriname. Ook werd zowel in de tekst van het lied als in de clipbeelden gerefereerd aan de symboliek van de godsbeelden die gangbaar zijn bij een deel van de belijders van de Hindoe-religie. Deze clip zou op de staatszender zijn afgedraaid en men probeerde achteraf daarvan afstand te nemen. Men mag in Suriname ongestoord van alles zingen en geweld en roofpartijen propageren en zelfs geweld tegen de politie, en geen haan die ernaar kraait. Er zijn maatschappijen waar veel geweld gebruikt wordt tegen LGBT’s. Wat als straks een gek voortbouwt op de boodschap van homofobe zanger en een bullet bestemt voor een gay persoon? De LGBT-gemeenschap heeft al haar stem laten horen. Ook de autoriteiten moeten nu aangeven of dit mag en of de vrijheid van meningsuiting onbegrensd is. Op het persoonlijke vlak lijkt de zanger wel degelijk homofiele issues te hebben.