Het is te mooi om waar te zijn. Alles met betrekking tot het versterken van de Surinaamse selectie met echte voetballers lijkt opeens te klikken en in elkaar te schuiven als een puzzel. Het moeilijkste of minst haalbare nog is de wetgeving. Maar ook daar zien we een on-Surinaams voorbeeld van voortvarendheid. Terwijl de coalitie bezig is een aan haar aangeboden wetsvoorstel van de SVB te bekijken voor voorlegging aan DNA, is de oppositie met hetzelfde voorstel haar een stapje voor. Nu is het SVB-wetsvoorstel om te geraken tot een dubbele nationaliteit voor de coalitie, ingediend door de oppositie. In ruil voor het opbrengen van dit voorstel op de agenda wil de oppositie haar medewerking verlenen bij het geraken tot quorum als het gaat om bepaalde DNA-vergaderingen. Zowel de oppositie als de coalitie zou er prijs op stellen dat de dubbele nationaliteit voor de sporters er komt. Deze nationaliteit zal waarschijnlijk niet zover gaan dat stemrecht eraan wordt ontleend. Tijdens praatprogramma’s is de wens van het huidige bestuur onder Krishnadath altijd zwaar op de korrel genomen. Het plan om een sterke Surinaamse selectie op de been te brengen, zou binnen korte termijn dus voor het WK van 2018 onmogelijk zijn. Bovendien zou er teveel bij kijken organisatorisch en financieel en zouden Suriname en de SVB nog lang niet zover zijn. Surinaamse trainers en voetbaldeskundigen die niet bij het plan van de SVB direct betrokken zijn, zijn uiterst kritisch. Ze zien geen heil in een Surinaams elftal op een WK als het team niet geheel en al in Suriname is gekweekt. Deze trainers zeggen nu dat het beter is om een lange termijn plan te hebben en nu te beginnen met een onder-5 jaar of onder-7. Die moeten dan de WK-gangers worden over 15 – 20 jaar, wanneer ze ten minste nog in Suriname zijn, gezond zijn en willen/kunnen voetballen. De trainers die niet erbij zijn, moeten begrijpen dat de SVB in zijn plan onmogelijk alle trainers kan betrekken in de uitvoering. De vraag rijst wanneer niet allebei tegelijk kunnen: dus een korte termijn plan met Surinamers in diapora en tegelijkertijd een lange-termijn-planning waar kader wordt gekweekt. Deze trainers zijn vooral zeer sceptisch wat betreft de organisatie. Het zou hier een bacovewinkel zijn en men zou hier niet weten hoe het professioneel voetbal in elkaar zit. Nu lijkt het erop dat de SVB zal bewijzen dat alle kritiek misplaatst was. De SVB is op verschillende niveaus bezig en dat vermogen is een voorwaarde voor succes. In de eerste plaats heeft men geprobeerd de politiek – aan beide zijden – gevoelig te maken voor de zaak en het is gelukt. Men heeft wetgevers voorzien van een basiswetsvoorstel waarmee men in DNA gemakkelijk aan de slag kan. Men heeft Surinaams kader dat gelooft in een elftal met echte voetballers betrokken om nationaal het technisch gedeelte voor te bereiden en wel zodanig dat men ruimte creëert dat een buitenlandse coach met veel meer ervaring dan hier aanwezig is, technisch het team onder zich neemt. Men is een partnerschap aangegaan met een sportorganisatie, die onder leiding staat van een bekende Surinamer in diaspora die zelf in de top in Nederland heeft gespeeld. Die heeft de Surinamers in diaspora, die professioneel voetbalt in Europa voornamelijk Nederland, warm kunnen maken voor deelname in de Surinaamse selectie. Tientallen professionele voetballers zouden al hun bereidheid hebben getoond om door Suriname geselecteerd te worden. Velen zouden het een eer vinden. Dat ding begint nu echt te leven, het blijft niet alleen bij plannen en voornemens, maar de SVB-voorzitter heeft man-to-man contact gehad met de profvoetballers in Nederland. Zover is de SVB in zijn geschiedenis nooit gekomen, zo toegewijd zou een bestuur op dit stuk nooit zijn geweest. Opeens begint alles in elkaar te klikken en is de mond van de critici voor een deel gesnoerd. De SVB zou het zelfs voor elkaar hebben gekregen dat de verzekering van de profvoetballers via de Fifa in orde komt. Voetballers met een dubbele nationaliteit zijn nu steeds meer regel dan uitzondering. De Fifa en professionele clubs weten hoe zij met dit bijltje moeten hakken, het is geen nieuw fenomeen. De protocollen en standaarden op dit stuk zijn duidelijk. Bij het WK dat in 2014 in Brazilië werd gehouden, had een derde deel (33%) van de spelers minimaal een dubbele nationaliteit. In de selectie van Nederland bijvoorbeeld zaten jongens die van Surinaamse komaf zijn, maar ook spelers die een binding hebben met Canada, Guinee-Bissau, Portugal, Ghana, de Filippijnen en Jamaica. Het Nederlandse team telde in totaal 9 spelers met een dubbele nationaliteit. Van het totaal van 736 WK-voetballers in Brazilië hadden maar liefst 248 een dubbele nationaliteit. De spelers vertegenwoordigden toen in totaal 75 landen, terwijl het WK maar 32 deelnemende landen kent. Ecuador en Zuid-Korea waren de enige selecties uit de 32 in Brazilië zonder buitenlandse invloeden, de overige 30 dus wel. Bij Argentinië was er maar 1 speler die geen dubbele nationaliteit had. De Italiaanse nationaliteit was tijdens het WK 2014 het vaakst te vinden in de Argentijnse selectie. Vijftien Argentijnse WK-voetballers hadden een paspoort van Italië, omdat ze nazaten zijn van geëmigreerde Italianen. Als grote trotse landen met een lange geschiedenis als Italië en Argentinië dat kunnen doen, waarom lukt het aan Suriname niet, vroegen wij ons in juni 2014 af? De SVB onder deze voorzitter heeft op het stuk van de versterking van de Surinaamse selectie bakens verzet en vorderingen geboekt van ongekende proporties. Alles moet goed afgerond worden. Voor de korte termijn heeft Suriname geen andere keus dan te kijken naar de diaspora. De huidige generatie voetballers, waaruit de SVB anders nationaal zou moeten putten, voldoet kwalitatief totaal niet en is qua moraal door en door verrot, vergiftigd door hebzucht zonder een geweten richting tegenprestatie.