Ontoegankelijkheid tot vonnissen is obstakel

Een vonnis kan worden omschreven als een gemotiveerde bindende uitspraak van de rechter in een voor hem gevoerd rechtsgeding. Traditioneel worden vonnissen niet beschouwd als bronnen van het recht in een civil law traditie (ons rechtssysteem). Een rechterlijke uitspraak heeft immers alleen maar uitwerking voor de partijen in het geding en voor niemand anders. Een dergelijke beslissing is dan niet bindend voor andere rechtbanken, noch voor derden. Er is geen sprake van een ‘stare decisive’-werking. De rechtspraak bepaalt geen nieuwe rechtsregels die in de toekomst zullen worden toegepast. De redenering die hierachter schuilgaat, is dat wetgeving uitdrukking geeft aan het beeld van gerechtigheid van het volk, doordat het wordt gecreëerd door vertegenwoordigers van het volk. De functie van de rechter is een oordeel vellen, niet recht maken. Dit standpunt gaat zelfs terug tot in de tijd van keizer Justinianus. Rechterlijke beslissingen moeten dus beperkt blijven tot het toepassen van de rechtsregels en gerechtvaardigd worden door bronnen van recht, anders dan precedenten. Dit principe krijgt zelfs geen wetgevende uitdrukking, het wordt overal zonder discussie aangenomen. Rechtspraak is geen bron van recht.
Deze theorie moet echter genuanceerd worden. Moderne civil law-landen zijn ondertussen al in grote mate van dit principe afgestapt. In de praktijk gaat het er anders aan toe dan deze theorie doet vermoeden. Deze doctrine strekt zich alleen maar uit tot een echte precedentenwerking, geen ‘stare decisive’ dus. Men bedoelt enkel dat rechters nooit gebonden zijn door een vroeger precedent, dat ze niet verplicht zijn om die te volgen en dat hetgeen voldoende rechtvaardiging is om in de motivering te verwijzen naar een uitspraak waarin het voorliggende probleem eigenlijk al beslist was en waarin de wetgeving al in een bepaalde richting geïnterpreteerd was. In de praktijk speelt de rechtspraak wel degelijk een aanzienlijke rol in civil law-rechtssystemen. Het is zo dat de rechters onder de mom van interpretatie de wetgeving dikwijls ombuigen en zelfs
dat rechters bepaalde uitspraken van dergelijk groot belang achten dat ze niet anders kunnen dan er een zuiver precedent scheppen. Het in beperkte mate beschikbaar zijn van deze bron van het recht wordt door heel wat juristen waaronder mijn persoon ervaren als een enorme obstakel voor de eigen Surinaamse rechtsontwikkeling. Heel wat van onze handboeken zijn uit Nederland afkomstig, met Nederlandse vonnissen. Het lijkt alsof de rechtelijke macht in Suriname geen baanbrekende uitspraken doet, wat wel degelijk het geval is. Ik ben al een tijdje opzoek naar het vonnis Hanenberg vs. de Staat. Aan dit lijstje is toegevoegd Chiragali vs. de Staat. In het eerste vonnis is een bijzondere interpretatie van het legaliteitsbeginsel gegeven, en interpretatie van de personeelsregelgeving van de overheid. In het tweede vonnis heeft de rechtsfiguur redelijkheid en billijkheid formeel zijn intrede gedaan in de relatie burger en overheid.
Jammer genoeg is het een lijdensweg, langs een onduidelijk traject, om aan de genoemde vonnissen te komen. Dit zorgt ervoor dat deze vonnissen niet worden voorzien van commentaar door rechtsgeleerden. Ik druk de beleidsmakers en volksvertegenwoordigers vanuit deze plaats op het hart om het daartoe te geleiden dat vonnissen al dan niet geanonimiseerd worden gepubliceerd, zodat zij vrijelijk toegankelijk zijn voor wetenschappers, praktijkjuristen en anderen.
Fariq Ilahi LLB

error: Kopiëren mag niet!