Politie moet eindelijk kandidaten publiceren

Het beleid inzake anticorruptie ligt op ministerieel niveau bij de minister van Justitie en Politie. Dat juist hij verweten wordt van corruptie bij het aanwerven van kandidaten voor de inspecteursopleiding, geeft iets aan over de geschiktheid van de functionaris wat dit punt betreft. Er is recent in de krant verschenen dat de Juspol-minister kandidaten heeft doen toelaten tot de inspecteursopleiding die niet voldoen aan de vastgestelde normen. Ten eerste zouden de kandidaten niet voldoen aan een volwaardig middelbaar schooldiploma. Ten tweede zou er over de integriteit van de mannen iets te zeggen zijn, omdat alle twee betrokken waren bij de diefstal van een niet onbetekenende hoeveelheid cocaïne die door de politie in bewaring was genomen. Deze mannen zouden zijn geregeld door de minister. Door de opstelling van de minister vanaf zijn aanstelling – en dat bleek duidelijk in de zaak van de BPAS en recent weer in de zaak van de voorwaardelijke invrijheidsstelling waar hij zijn verantwoordelijkheid afschoof op adviseurs – is het een en ander wel voor te stellen. Het zou ons niet verbazen als de minister straks alles afschuift op een selectiecommissie – die overigens slechts adviezen behoort uit te brengen – en zegt zich van geen kwaad bewust te zijn. Met betrekking tot de inspecteursopleiding valt het een en ander te zeggen. We hebben periodes gehad waar inspecteursopleidingen intern werden verzorgd. Er waren vaak periodes van grote gaps, waarbij mensen binnen en buiten de politiedienst zaten uit te kijken naar een opleiding. Er waren ook periodes waarbij kandidaten naar Nederland (Apeldoorn) werden gestuurd. Het is bekend dat de politiek er altijd een hand in heeft willen hebben om een paar mensen te accommoderen. Het erop attenderen dat er een sollicitatieoproep is voor een opleiding kan geen kwaad, maar voortrekken is gelijk aan corruptie. Suriname heeft het Inter-Amerikaans Verdrag tegen Corruptie geratificeerd. In de monitoring die daarbij volgt – en het is Juspol dat namens de Staat Suriname verantwoording aflegt – is wat betreft Suriname opgemerkt dat transparante en objectieve rekrutering, waarbij alleen naar scores en niet naar gezichten wordt gekeken, deel is van een anticorruptiebeleid. Namen van kandidaten die het hebben gehaald en van die welke het niet hebben gehaald, moeten gepubliceerd worden na elke sollicitatieprocedure, zegt het monitoringsmechanisme Mesicic dat hoort bij dit verdrag. Kandidaten die worden benadeeld bij de rekrutering – ook bij de raio voor rechters – houden hun mond omdat men verder moet functioneren of solliciteren en rancune zit een aantal Surinaamse functionarissen in de publieke sector op het lijf geschreven. Bij deze minister is wel eens aangehaald dat zaken in een vorige hoedanigheid in de kwestie van de bond BPAS kwamen opborrelen toen de functionaris minister werd. Nu wordt ondanks dat geageerd tegen de minister zijn praktijken. In de eerste plaats moet worden opgemerkt dat eerder specifiek gevraagd werd naar een vwo- of havo-diploma voor toelating tot deze opleiding. Het opeens afzakken naar een middelbaar schooldiploma is een teruggang. Bovendien is het zo dat eerder was bericht in oktober 2012 in de media dat door intensieve samenwerking met de korpsleiding, managers en een aantal specialisten uit het KPS een hernieuwd curriculum voor de inspecteursopleiding was ontwikkeld. Ook specialisten buiten het korps hebben een bijdrage geleverd. De vernieuwde inspecteursopleiding (politiekunde) zou op bachelor minimaal hbo- niveau moeten zijn. De toelatingseis zou minimaal een bachelor-diploma van een relevante opleiding zijn van een beperkt aantal instituten, waardoor de deelnemers bij de start over een hbo-denk en -werkniveau zouden beschikken. De selectieprocedure was in 2012 al in een afrondende fase. Berichtgeving dat de instapeis een bachelorgraad moet zijn, is waarschijnlijk een verschrijving. De opleiding tot politiekundige in Apeldoorn is een vierjarige hbo-bachelor-opleiding waarvoor minimaal een havo- of mbo 4-diploma vereist is. Opmerkelijk is dat de eis van een lichaamslengte er niet bij is. Voor de opleiding tot recherchekundige is een zwaardere instapopleiding vereist in Apeldoorn: een hbo bachelor-diploma. Men onderschat heel vaak het werken bij de korpsen. Er wordt niet al te hoog tegen opgekeken en ministers willen meestal hun connecties accommoderen. Het gevolg is dat de docenten met de gebakken peren zitten. Want terwijl een deel van de studenten vlot de colleges kan volgen en zelfstandig aantekeningen kan maken en zelfstudie moet doen, moet de docent gaan zitten spellen voor bepaalde studenten die woorden niet begrijpen en niet kunnen opschrijven. Uiteindelijk komt dan de instructie om het niveau omlaag te schroeven en het uiteindelijke resultaat is dat de geslaagden hun werk niet naar behoren zullen kunnen doen en dat de versterking eerder een verzwakking blijkt te zijn. Bovendien zijn geregelde kandidaten, vanwege de hele oneerlijke sfeer waarin ze binnenkomen, eerder vatbaar voor corruptie. De eis van het onbesproken gedrag is in Apeldoorn vereist voor zowel de opleiding tot politiekundige als die tot recherchekundige. In Suriname is het gebruik dat het ook geldt voor de inspecteursopleiding. Kan van personen die informeel dan wel formeel verdacht werden van betrokkenheid van diefstal van door de politieke bewaarde cocaïne gezegd worden dat ze van onbesproken gedrag zijn? Kan men ongehinderd door de selectieprocedure? Zou het niet beter zijn als de politie en de overheid in het algemeen publiceert wie geselecteerd wordt en wie niet? De waas van corruptie en onbetrouwbaarheid blijft hangen rond het KPS. De Juspol-minister helpt de case niet en lijkt de zaak alleen maar te verergeren. Waarschijnlijk is het geen punt bij de minister dat Suriname zijn verplichtingen jegens het Inter-Amerikaans Verdrag tegen Corruptie nakomt.

error: Kopiëren mag niet!