Ik neem het mee

Wat een wereld van verschil was er gisteren tussen de minister van HI en de minister van Volksgezondheid (VGZ). Deze laatste is geschikt en bekwaam voor zijn werk. Hij houdt van zijn werk en is committed. Hij treedt met respect voor het hoogste college van staat (lees: het volk) op in DNA. Een groot deel van de vragen die aan beide zijden waren gesteld, heeft deze minister trachten te beantwoorden. En ook op de interrupties ging hij spontaan in, hij nodigde zelfs de DNA-leden uit om voor het geval hij wat had gemist, die alsnog te stellen. Hij legde ook de links met andere ministeries, maar desondanks waren bepaalde leden nog terecht ontevreden. Wat een verschil was het met het uiterst technische ministerie van HI. Waar de VGZ-minister op een volgbaar tempo zeker een uur bezig was om het hoogste college van staat tevreden te stellen, duurde het optreden van de HI-minister amper 10 minuten, een exercitie gericht op zelfbevrediging. Het eerste optreden van de minister van HI was tekenend over de wijze waarop thans invulling kan worden gegeven aan het ambt van minister. ‘First and foremost’ moet er sprake zijn van politieke loyaliteit. De minister van HI las heel vlot van zijn blaadje. Maar de nadrukken die hij legde, gaven de geoefende analyticus al de indicatie dat het zou misgaan bij de eerste de beste interruptie. En dat bleek ook waar te zijn. De minister ging op geen van de interrupties in. Hij zat gewoon vast en dat was te zien in de zaal op de wijze waarop de minister keek. Hij leek een black-out te krijgen. ‘Neem alles mee naar de tweede ronde’, of woorden van gelijke strekking worden door de zaal geschreeuwd door een onfatsoenlijk DNA-lid dat in zijn functioneren kennelijk geen last heeft van ethische codes. En de minister neemt inderdaad alle opmerkingen en vragen, zelfs die waar om zijn mening werd gevraagd, mee naar de tweede ronde. Binnen 10-15 minuten was de minister klaar met zijn ding. Opvallend is dat voor het eerst in deze regeerperiode een minister totaal niet aangeeft welk assembleelid welke vraag of welke opmerking heeft gemaakt en wat zijn antwoord is op deze vragen en opmerkingen. De minister steekt gewoon een algemeen verhaal op wat het ministerie in 2014 in grote lijnen zal doen althans wat de topics zullen zijn in dit jaar, waarvan 1/3 al achter de rug is. Geen enkele vraag die gesteld wordt door de DNA-leden wordt door de minister beantwoord. Nu rijst de vraag op waarom de HI-minister zo een aanpak aan de dag legt? De deskundigen van de ministeries zijn steeds achter de ministers aanwezig om driftig aantekeningen te maken over de vragen en opmerkingen. Nu kan het zijn dat de aantekeningen niet zijn gemaakt, of dat de aantekeningen zijn gemaakt maar niet doorgerapporteerd of doorgerapporteerd maar niet in acht zijn genomen door de minister. Maar het kan wel dat de minister de vragen heeft zien staan, maar deze niet beantwoord zijn door de deskundigen of wel beantwoord zijn door de deskundigen, maar niet adequaat genoeg. Het kan ook dat de vragen wel goed beantwoord zijn, maar 5 voor 12 opzij zijn gelegd door de minister, omdat het te zware kost was voor de eerste keer en/of voor de minister. Eerder is de opmerking gemaakt dat het ministerie van HI onderschat wordt en dat was niet gelogen. Als je alleen maar aan de WTO-onderhandelingen en -issues en aan de onderhandelingsissues van de Caricom denkt, dan weet je dat een simpele mulo-leerkracht en schooldirecteur van een avond mulo-school die daarnaast romantische liederen zingt, de zaak niet zal kunnen managen. Is de zaak dus geboycot door de deskundigen of zijn de deskundigen te deskundig voor de minister, dus niet te volgen? Waarschijnlijk zijn de antwoorden van de deskundigen ter zijde gelegd, omdat het te zware materie is en de waslijst aan vragen en antwoorden was wellicht ook te lang. De coalitie schijnt geen moeite te hebben met een minister die dokt. Terecht maakt het SPA-lid Castelen de opmerking dat geen misbruik moet worden gemaakt van de ruimte die er is om vragen mee te nemen. Het meenemen van gestelde vragen haalt het tempo uit de begrotingsbehandeling. Er gaat kostbare ingeperkte tijd verloren als zaken blijven hangen. Als we uitgaan van de standaarden die golden in de regeerperiode 2000-2005 en de standaarden die bepaalde ministers nu hanteren, waarin uitsteekt de korte flash van deze HI-minister, dan merken we dat inderdaad steeds meer misbruik hiervan wordt gemaakt. In de periode 2000-2005 was het meenemen van vragen bij hoge uitzondering en echt wanneer de minister de vragen beantwoordde maar gewoon statistieken, exacte datums en letterlijke bewoordingen of citaten of concrete feitelijkheden miste. Ministers trachtten in deze periode nog, ook uit een stukje zelfrespect, om alles direct te coveren en zo min mogelijk mee te nemen. Het meenemen van vragen is een indicatie dat men niet geschikt is voor de job en voor A tot Z moet steunen op wat voorgekauwd wordt door de deskundigen. Maar als je leek bent, kunnen deskundigen je strategisch te kijk zetten in DNA, waarbij de ‘ik zal het meenemen’ strategie onvermijdbaar is. Het bewijs is dus gegeven dat de HI-minister totaal niet geschikt is voor de job en dat hij in de loop naar mei 2015 eigenlijk voor spek en bonen erbij zal zijn om de uitdrukking van de president te gebruiken. Men heeft daar een minister gewoon omdat de stoel ingevuld moet worden. Dat het optreden van de minister beneden standaard is, blijkt uit de reactie van de vicepresident. Hij zou toch zijn invloed aanwenden om een aantal zaken toch beantwoord te krijgen. In vroegere perioden, zeker in 2000-2005, namen parlementariërs geen genoegen met ‘ik neem het mee’. Men eiste antwoorden en terecht ook. De president had in zijn begindagen aangegeven dat hij de juiste man op de juiste plek wilde. Dit pad heeft de president inmiddels verlaten.

error: Kopiëren mag niet!