Area of interest in voordeel van nationale ondernemers?

Naar aanleiding van een artikel in Dagblad Suriname van 18 maart 2014, waarin het DNA-lid Ramnandanlal stelt dat de area of interest in het voordeel is van nationale ondernemers, volgt hieronder een reactie van het DNA-lid mr. R. Randjietsingh. ‘Volgens de MC/Palu parlementariër Ramnandanlal is de regeling van de Area of Interest in de Surgold goudovereenkomst voordelig voor Suriname, in het bijzonder voor nationale ondernemers. Ook vindt hij het standpunt van de oppositie, in verband met de area of interest, verwarrend en reactionair. Deze opmerkingen zullen hun eigen leven gaan leiden als er geen mening daartegen over komt. Vandaar deze reactie. Ten aanzien van de area of interest, oftewel gebied van interest (gvi), blijkt uit art 4.6b van de door DNA goedgekeurde Surgold-overeenkomst, absoluut het tegendeel van wat collega Ramnandanlal stelt. Dit artikel is heel duidelijk. Heeft indien een derde, een exploratierecht aanvraagt binnen het gebied van interest, Surgold daarop dan een voorkeursrecht? De minister van natuurlijke hulpbronnen (NH), is dan verplicht Surgold direct schriftelijk te informeren over dit verzoek van de derde. Hierbij wordt de minister verplicht tot afgifte van bedrijfsinformatie van derden aan een multinational, bedrijfsgegevens die in feite geheim moeten worden gehouden voor derden. Surgold heeft dus het voorkeursrecht voor het verkrijgen van dit door een derde (Suriname/Surinamers) aangevraagd recht, gedurende een periode van 8 maanden. De minster van NH is dan verplicht het voorkeursrecht van Surgold te honoreren als Surgold zulks verkiest. Dit moet geschieden binnen 90 dagen na indiening van de aanvraag van Surgold. De derde aanvrager heeft dan het nakijken. Dit zijn zaken die in deze bepaling van de Surgold-overeenkomst zijn goedgekeurd. De heer Ramnandanlal zou er goed aan doen dit alles goed te bestuderen alvorens een reactie hierop te formuleren. Wordt met dit voorkeursrecht niet de buitenlandse multinational bevoordeeld boven elke Surinaamse aanvrager van een mijnbouwrecht in het gebied van interest? De minister van NH wordt verplicht bij deze overeenkomst om voorbij te gaan aan elke aanvraag van een Surinaamse ondernemer, en dit door deze derde aangevraagd recht te verlenen aan de buitenlandse onderneming, binnen een, voor hem, nu al, bepaalde tijd, indien de buitenlandse ondernemer dat verkiest! Is dit dan de voordelige bepaling van het gebied van interest voor de Surinaamse ondernemer zoals collega Ramnandanlal dat aangeeft? Zeker niet. Het is absoluut in strijd met de mijnbouwwet. Het gaat om een gebied van interest, dat gereserveerd wordt voor de multinational, groot ca. 500.000 ha. Bij deze bepaling gaat het om reservering van alle delfstoffen (goud, zilver, platina, koper, tellurium; zie definitie delfstoffen p.6 overeenkomst) die voorkomen in dat gebied groot 500.000 ha. In feite worden dus alle goud- en alle andere delfstoffenreserves in dit gebied gereserveerd voor de multinational (met voorkeur), en wel voor 35 jaar, en onder voorwaarden die nu worden bepaald, indien de multinational dat wenst. Is dat geen ernstige benadeling van de belangen van het volk van nu, maar vooral van toekomstige generaties? De vraag is of zo een bepaling in het belang is van Suriname of van Surinaamse ondernemingen. Het antwoord is niet moeilijk te geven. Er is hier omtrent behoorlijk wat strijd geleverd door de oppositie in DNA , maar de coalitie heeft tegengewerkt en het bovenstaande besluit is doorgedrukt. Deze reservering van het gebeid van interest is flagrant in strijd met de letter en de geest van onze mijnbouwwet. Kenners van deze wet kunnen dat beamen. De mijnbouwwet beschermt immers onze natie juist tegen wat de coalitie in DNA heeft goedgekeurd. Een andere bevoordeling van de multinational Surgold is dat zij het recht heeft om mijnbouwrechten te verkrijgen in het gebied van interest en die in te brengen in de samenwerking met Suriname (art 15.1 vennootschapsovereenkomst (vo)). Met dit recht van inbreng van het opgekochte derderecht voert Surgold de waarde van zijn deelname met 75% op, waarbij Suriname maar voor 25% daarin profiteert. Suriname wordt dus met dit recht van Surgold benadeeld zonder dat Suriname daar iets tegen kan doen (art 15.2). Suriname heeft dit recht van verwerving van rechten binnen het gebied van interest en inbreng in de samenwerking niet. Verwerft Suriname toch enig recht in dit gebied, dan zegt deze bepaling, dat Suriname dat verworven recht onverwijld aan Surgold zal aanbieden. Indien Surgold die verworven rechten niet wenst over te nemen, dan blijven die door Suriname in het gebied van interest verworven rechten buiten de samenwerking en hebben die door Suriname verworven rechten dus geen enkel voordeel voor Suriname in die samenwerking. Dit in tegenstelling tot de door Surgold verworven rechten in het gebied van interest (art 15.2 vo). En deze voor Suriname ernstig discriminatoire bepaling in deze Surgold-overeenkomst vindt collega Ramnandanlal voordelig voor Suriname en voor Surinaamse ondernemers. De vraag is: ‘wiens belangen behartigt de collega met deze overeenkomst?’. In de DNA zijn vele vragen gesteld aan zijn minister van NH. Die heeft deze vragen “meegenomen” om nooit meer te antwoorden.
Wat niet ingezien wordt, is dat met deze overeenkomst een beleid is ingezet, waarbij enkelingen, die met of zonder voorkennis rechten hebben verkregen in het gebied van interest, ernstig worden bevoordeeld, omdat zij hun rechten rustig voor miljoenen kunnen verkopen aan de multinational Surgold, die dan deze rechten kan inbrengen in de samenwerking waarvan Surgold 75% verkrijgt. Suriname, de natie dus, mag voor haar deelname dat niet, zolang Surgold dat wenst. Van alle goud en andere delfstoffen die uit het gebied van interest groot 500.000 ha worden gemijnd, wordt Surgold dus eigenaar tegen voorwaarden die nu zijn bepaald en 35 jaar zullen gelden. Het lijkt erop dat deze overeenkomst op maat van enkelingen, inclusief de multinational zijn geschreven, en niet in het belang van de natie. De multinationals zijn in deze de lachende derden. De reactie van de oppositie in deze kwestie is als verwarrend en reactionair bestempeld. Wij denken dat de geachte collega eens zal zijn met de stelling: ‘liever reactionair zijn (als dat zo zou zijn), dan voorstaander zijn van een beleid waarbij alle goud en alle andere delfstoffen op of onder 500.000 ha grondgebied worden gereserveerd voor 35 jaar voor de multinational, en dan ook nog onder de meest gunstige voordelen, maar dan ten nadele van Suriname’. Sommige mensen geloven nog steeds dat de waarheid niet bestaat en dat je mensen alles kan doen geloven, mits je de juiste verbale trucs beheerst en omstandigheden misbruikt.
Mr. R. Randjietsingh

error: Kopiëren mag niet!