Identiteitsverlies van het Surinaamse parlement

In zijn boek getiteld ‘Overzicht van de analytische wijsbegeerte’(1978) heeft de Nederlandse wetenschapper prof. dr. G. Nuchelmans het in zijn inleiding over de naam en het benoemde. ‘’Bij etiketteringen zou de vraag gesteld kunnen worden met wat voor soort benaming wij eigenlijk te maken hebben: met een uniek bepalende beschrijving of met een eigennaam. Gaat het om een eigennaam, dan bevat het verwijzingsmiddel slechts een minimum aan beschrijvende inhoud, waarbij de naamgeving op zich niet veel zegt. Gaat het om een uniek bepalende beschrijving, dan geeft de inhoud van de gebruikte woorden een duidelijk beeld van hetgeen met de naamgeving wordt bedoeld’’. Aldus de auteur. Niet eerder heeft het Surinaamse volk beleefd hetgeen zich thans voltrekt in de politieke werkelijkheid. Van verschillende zijden is gal gespuugd over de actuele gang van zaken binnen ons ‘geacht college’. Recentelijk heeft een gewezen minister uit een voormalig Nieuw Front-regiem de schuld voor de ondermijning van het parlementaire werk op het bord van de huidige president geplaatst. De onderbouwing daarvan kwam hierop neer, dat de president zich denigrerend zou hebben uitgelaten over bepaalde politieke partijen, die volgens hem geen toekomstvisie hebben. Een beschuldiging die volgens schrijver dezes kant noch wal raakt. Flink wat stappen terug in de tijd brengt ons het zaaisel voor de geest, waaruit het onkruid zou voortspruiten dat De Nationale Assemblee van Suriname thans overwoekert. Ergens in de tachtiger jaren van de vorige eeuw heeft de toenmalige parlementaire oppositie, gedomineerd door het Front voor Democratie en Ontwikkeling, zelf het model voor de ondermijning van de wetgevende arbeid ontworpen en tot ontwikkeling gebracht. Dit ontwerp, dat best wel als de amandelboom-methodiek of het Nieuw Front-paradigma zou kunnen worden aangeduid, heeft zich in de loop der jaren verder ontwikkeld naar het stadium van de vernietiging van het instituut van de volksvertegenwoordiging, welke wij thans meemaken. Dat waterdragers van orthodoxe politieke organisaties in hun terugblik exponenten van deze instellingen nochtans bejubelen, is met het oog op de naderende verkiezingen, alleszins te verklaren. Waarlijk: gevoel voor eigen waarde wordt niet gecultiveerd door één of meer academische voorvoegsels. Het rok- en schopincident als getuigenissen van volksminachting staan overigens voor altijd geboekstaafd.
Ons leerproces
Wat zich thans in de Surinaamse politiek voltrekt, is dramatisch. Identiteit, status en geloofwaardigheid van de volksvertegenwoordiging zijn met de grond gelijk gemaakt. Zie hier het trieste resultaat van het opkweeksel van politieke rolmodellen uit vervlogen jaren. Schaamteloosheid van assembleeleden die de status van volkvertegenwoordiger niet langer waard zijn, weerhoudt leden daarvan zich op principiële gronden of op grond van levensovertuigingen te distantiëren van het openbare wangedrag dat thans wordt vertoond. De loze afkeurende opmerkingen hier en daar, meer bedoeld als lakmoes, zullen de vorstelijke maandelijkse beloning van de geachte leden gewis niet in gevaar brengen. De zorg daarvoor, SRD 13.000 op maandbasis, zal hen onder geen beding ontgaan. Terwijl deze schandelijke vertoning zich voltrekt, presenteert een assembleelid zich op even principeloze wijze aan de gemeenschap met zijn aankondiging van aanstaande aanpassingen van de rechtspositie van zijn collega’s. Quorumverlening is bij voorbaat veilig gesteld. Het gaat immers om het persoonlijke belang.
Verloren identiteit
Als volk doen wij er waarschijnlijk beter aan de komende voorstellen voor een aangepaste of nieuwe grondwet af te wachten. De opgespaarde energie kan als dan aangewend worden voor serieuze bestudering van een ontwerpgrondwet, die als instrument voor onze democratische staatsordening blijvend dienst zal kunnen doen. Immers, wat hebben wij nu? De eigennaam is De Nationale Assemblee , het benoemde zou de Surinaamse volksvertegenwoordiging moeten behelzen. Het proces komt nu op gang, waarbij de coalitietop (lees: regering) een Salomonsoordeel over de verdere functionering van het parlement zal moeten vormen. De controleur wordt dan in de armen gelegd van zijn controleobject. Anders gezegd: dankzij interventie van de gecontroleerde ( de regering) zal de controleur herleven. De regering zal het parlement vervolgens, bij wijze van rolomkering, kritisch begeleiden. Het advies aan de regeringsleider is zich als executieve president te onthouden van enige betrokkenheid bij de interne excessen van assembleeleden jegens elkaar. Terwijl thans profielen voor regeringsambten door een politieke partij worden ontwikkeld, blijft De Nationale Assemblee in samenstelling en functioneren een ratjetoe. De meest ongeschoolden worden doodgemoedereerd tot parlementariër verheven. Terwijl deze drama’s zich verder voltrekken, zien wij nu reeds het drukke verkeer tussen politieke hoerenlopers, teneinde elkaar ergens de liefde te verklaren, met aantallen zetels als het ultieme oogmerk. Wie zei het toch ook weer dat politieke partijen in Suriname geen visie kunnen ontwikkelen? Wonderwel weten ook de leiders daarvan te geraken tot ontwikkeling van beleidsstrategieën, ook zonder visie, missie en doelstellingen als voorwaarden voor toekomstgerichte beleidsontwikkeling. Inderdaad: tussen de naam en het benoemde ligt vaak een gapende kloof.
Stanley Westerborg
[email protected]

error: Kopiëren mag niet!