Tol heffen op bruggen in Suriname niet correct

Dat er wegen worden aangelegd of hersteld, of dat er bruggen worden gebouwd, mogen echt niet als een bijzondere daad van welke overheid dan ook worden beschouwd. Één van de voorname taken van de overheid is om te zorgen voor bevordering van de economische ontwikkeling van het land. En daarbij is inbegrepen de zorg voor een adequate infrastructuur. Suriname telt zoals bekend, een aantal districten. Eerlijkheidshalve mag worden gezegd dat er slechts twee daarvan welvarend zijn, met elk een winkelcentrum en wel het district Paramaribo en het district Nickerie. Daarnaast is Paramaribo als onze hoofdstad het voornaamste handelscentrum. Het beschikt over een goed georganiseerde haven waar grote schepen met gemak kunnen aanmeren voor het lossen en of laden van allerlei goederen. De bewoners van de andere overige districten zijn vanwege de achterstelling in de ontwikkeling van hun eigen respectieve districten zeer afhankelijk van Paramaribo. Voor het behartigen van bepaalde belangen als ook het uitoefenen van hun beroep of voor studiedoeleinden, moeten de bewoners van de desbetreffende districten vaker naar Paramaribo en omstreken. Ook voor kwalitatieve medische hulp moet men in Paramaribo terecht. Suriname heeft in de afgelopen regeerperioden gelukkig overheden gekend die hun verantwoordelijkheid hebben aangewend om op bepaalde gebieden daadwerkelijk ontwikkeling te brengen. Zo ook was het initiatief om te komen tot de bouw van de brug over de Suriname- en de Coppenamerivier een zeer gedurfde maar toch wel welkome stap naar de verdere ontwikkeling van ons land. Hulde aan de initiatiefnemers en allen die daarna hun bijdrage hebben geleverd tot de realisatie en de resultaten vandaag de dag. Na de bouw van de twee bruggen is de verbinding en het contact tussen de woongebieden naar beide kanten toe aanmerkelijk verbeterd. Van uit een bepaalde hoek van de samenleving worden er signalen naar buiten gestuurd welke inhouden dat de overheid tol moet heffen wanneer wij gebruik maken van de bovengenoemde bruggen. Op deze wijze wil men op een makkelijke wijze de benodigde middelen binnenhalen om het onderhoud van de bruggen te bekostigen. Maar tol heffen zoals dat wordt voorgesteld zal dan niet rechtvaardig zijn naar de bewoners uit het oosten en het westen van ons land. Bovendien zal de tolheffing, vanwege de ligging van vooral de Wijdenboschbrug en de infrastructuur er om heen, ongetwijfeld het verkeer van vooral over deze brug over de Suriname rivier inefficiënt doen verlopen. Er zullen lange files van voertuigen ontstaan. Daarbij zullen onnodig veel kostbare arbeidsuren van mensen verloren gaan door in de file te staan, hetgeen helemaal niet bevorderlijk kan zijn voor de ontwikkeling van Suriname. Eventuele ongeoorloofde werkwijze van sommige conducteurs moet niet daarbij ook niet als uitgesloten worden beschouwd. Het is daarom niet raadzaam tol te vragen van de burgerij bij gebruik van de bruggen. De noodzakelijke benodigde middelen ten behoeve van de ook noodzakelijke onderhoudsbeurten van de bruggen kunnen worden verkregen door invoering van een aangepaste wegenbelasting bestemd voor alle motorvoertuigen in het land. De inkomsten die overheid verkrijgt middels het model van de ‘governement take’ welke op elke liter brandstof wordt geheven, zou in eerste instantie eveneens gebruikt worden voor het onderhoud van de bruggen. Immers moet een brug ook gezien worden als een bijzonder stuk wegdek waarvan de verkeersdeelnemers gebruik maken. Het adequaat onderhouden van wegen en bruggen zijn overwegend het meest in het belang van bezitters van motorrijtuigen en die gebruiken de brandstof waarop de government take van toepassing is. Dus tolheffing bij burgers die noodzakelijkerwijs over de brug moeten rijden, moet achterwege gelaten worden.
Edward Marbach

error: Kopiëren mag niet!