En uiteindelijk besluit de minister dat het allemaal rustig verder mag gaan

In de kwestie tussen de districtscommissaris van Commewijne, mw. Ingrid Karta-Bink, en het gezicht achter Pet’s Promotion, dhr. Jairadj Gajadien, is er uiteindelijk een oplossing bereikt. Eerder deze week was het kort geding dat dhr. Gajadien had ingesteld tegen mw. Karta-Bink fris in de media. De zaak werd gisteren afgehandeld voor de rechter, mr. Lachitjaran. De uiteindelijke afloop is in het voordeel van dhr. Gajadien, met de nodige duw in de rug van de minister van Regionale Ontwikkeling, dhr. Stanley Betterson.
Het probleem
Op 11 november 2013 werd een verzoek ingediend voor het organiseren van kermisactiviteiten in het district Commewijne. Dit verzoek werd ingediend op naam van mw. Gajadien, de vrouw van showorganisator Gajadien. Er werd een vergadering gehouden. Want het is al een hele poos zo, dat er bepaald is door de dc dat vergunningen voor kermisactiviteiten alleen voor de grote vakantie kunnen worden ingediend. Na overleg heeft de dc het besluit genomen om de vergunning toe te wijzen, maar dan niet voor de drie weekenden die werden gevraagd, maar voor slechts één weekend. Het gaat om drie weekenden binnen de periode 13 december 2013 tot en met 4 januari 2014. Hiermee was de showorganisator het niet eens omdat hij reeds investeringen had gepleegd voor de drie weekenden. Tegen deze beslissing van de dc is bezwaar aangetekend bij het ministerie van RO en de zaak werd dan ook aan de minister voorgelegd. Die heeft echter nagelaten op het bezwaarschrift te reageren. Dit heeft geleid tot de bijeenkomst in de rechtszaal gisteren. Mr. Truideman, raadsman van de dc, merkte op dat er in andere districten ook vergunningen waren aangevraagd voor het organiseren van kermis. ‘Bij de afwijzing van die vergunningen is niemand naar de rechter gestapt.’
Terugblik
Gajadien en de dc hebben reeds meerdere confrontaties met elkaar gehad. Een van ze betrof ook een vergunningsaanvraag. De beschuldigingen aan het adres van mw. Karta-Bink kwamen als warme broodjes uit de bakkerij. Zo zou zij volgens dhr. Gajadien rancuneus handelen en misbruik maken van haar positie als dc door smeergeld van hem aan te nemen voor het verlenen van vergunningen die hij aanvroeg. Ook het niet in behandeling nemen van een vorige vergunningsaanvraag voor de periode van de grote vakantie typeert hij als de oneerlijkheid waarmee zij haar werkzaamheden uitoefent. ‘Als dc moet je het verzoek wel in behandeling nemen, ook al keur je het daarna af’, zegt hij. Voor de beschuldigingen stonden de twee reeds voor de rechter en de zaak werd afgehandeld. Ook de vergunning die hij toen had aangevraagd, heeft hij uiteindelijk ontvangen na instructies van het ministerie van RO. Maar de volgende confrontatie was net om de bocht.
Achtergrond van de djugu-djugu
Volgens de dc zou Gajadien bekend moeten zijn met de regels omtrent het organiseren van kermisactiviteiten. Vooral omdat hij al jaren kermisactiviteiten ontplooit in haar district. In augustus 2013 kwam er een bekendmaking vanuit het commissariaat van Commewijne dat er helemaal geen kermisverzoeken in behandeling zouden worden genomen. Het commissariaat was van mening dat er een strenger en eenduidig beleid moest komen op het gebied van kermisvergunningen en zij zou deze niet verlenen totdat het beleid er was. Dit beleid is er nog steeds niet. Zoals de dc vertelt, moest die bekendmaking op instructies van het ministerie worden opgeheven. Zij moest samen met de betrokken afdeling van het ministerie een nieuwe bekendmaking plaatsen, waarin bepaald mocht worden gedurende welke periode er wel kermisactiviteiten mochten worden georganiseerd in het district. Die periode mocht ze zelf aangeven en koos ze dus voor de periode gelegen tussen midden augustus 2013 en eind september 2013. In de bekendmaking staat geen andere periode aangegeven en zou het dus begrijpelijk kunnen zijn dat er alleen voor die periode een dergelijke vergunning kon worden aangevraagd volgens haar.
Het feit dat er in 2011 al gesprekken met Gajadien waren gevoerd over het organiseren van kermisactiviteiten, zou ook geen ruimte moeten kunnen laten voor twijfels, vertelt de dc verder. In de gesprekken van 2011 is volgens de dc een overeenstemming bereikt met de organisatie. Vanaf haar benoeming is het door haar staf meerdere malen onder ogen gebracht dat de manier waarop er kermis gehouden wordt drastisch moet veranderen. Onder haar aandacht werd de verkeersstremming gebracht, die ontstond omdat de kermis gehouden werd op een terrein langs de Meerzorgweg. De geluidsoverlast tot in de vroege ochtenduren en de auto’s die in de inritten geparkeerd stonden, wogen niet minder zwaar voor de bewoners. In een oudere vergunningsaanvraag zou volgens de gewestelijke politiecommandant ook het terrein onoverzichtelijk zijn en was het niet veilig om de kermis daar te houden.
Volgens Gajadien zijn er werkelijk gesprekken gevoerd. Hij gaf aan dat die gesprekken over smeergeld zouden gaan. Ook dat van de bekendmaking heeft hij niet op die manier geïnterpreteerd. Volgens hem zou er uit de bekendmaking niet expliciet te halen zijn dat er voor geen enkele andere vakantie een vergunning kon worden aangevraagd. Ook zijn raadsvrouw, mr. Leter, gaf dit aan. In eerder gesprek met Dagblad Suriname gaf zij aan dat haar cliënt alle regels voor de vergunningsaanvraag in acht heeft genomen. Het verzoek heeft hij tijdig gedaan voor de periode waarin hij de kermis wilde organiseren
‘Als het om een dc zou gaan die helemaal geen kennis had van het kermisgebeuren, dan zou het anders zijn. Maar deze dc is jaren nauw betrokken geweest met deze zelfde kermis, toen ze nog geen dc was. Maar nu is de kermis wel slecht’, vertelt Gajadien verder. De dc beaamt dat ze inderdaad werkzaamheden had verricht tijdens de kermis vroeger, maar dat zij in de hoedanigheid van dc geconfronteerd raakte met de nadelen ervan waarvan ze toen niet op de hoogte was. Ze vertelt dat ze als oud-leerkracht, ook vandaag nog rekening houdt met de schoolprestaties van de leerlingen in het district. ‘Bij het behandelen van een vergunning moeten we twee belangen overwegen: het belang van de ondernemer en het belang van het volk.’
Waar is het ministerie in deze?
Opvallend was wel dat het ministerie van RO meerdere malen heeft ingegrepen in verwikkelingen tussen mevr. Karta-Bink in haar hoedanigheid als dc en dhr. Gajadien als showorganisator. Zoals aangegeven, omdat er geen beleid is op het gebied. Volgens mr. Truideman lag de verantwoordelijkheid voor het nemen van de definitieve beslissing over de vergunningsaanvraag bij de minister. Doordat er bij hem een bezwaarschrift is ingediend, zou hij degene moeten zijn die de knoop zou moeten doorhakken. De dc vertelde tot twee keer toe te zijn gebeld door een medewerker van het ministerie met het advies de vergunning toch te verlenen. Zoals ze dat vertelt, zou dan de zaak ingetrokken worden. De medewerker heeft aangegeven dat het allemaal in opdracht was van de minister en dat zij niet uit eigen bewegingen stappen heeft ondernomen. Het zou niet opgedragen zijn aan de dc legt ze uit.
Lang verhaal kort
Er is door de partijen een middenweg gevonden, een zogenoemde schikking. Na overleg met haar raadsman heeft de dc aangegeven te blijven staan bij haar eigen besluit. Als de minister haar dezelfde dag nog een schrijven stuurt waarin staat dat zij de vergunning moet verlenen aan Pet’s Promotion, dan zal zij die instructies in zijn geheel opvolgen. Maar zelf stapt ze niet af van haar eerdere beslissing voor het toezeggen van één weekend. De vertegenwoordiger van het ministerie belde de minister en vroeg of hij akkoord gaat met het voorstel. Hij stemde in. Omdat een van de drie weekenden reeds om zijn, gaat de kermis door voor de overige twee. De spoed en bereidwilligheid waarmee de minister heeft ingestemd, zijn ook omstandigheden die we niet elke dag meemaken. Uiterlijk morgenochtend kan de goedkeuring van de vergunning te verwachten zijn en zal de zaak dan worden ingetrokken. Uiteindelijk dankzij de willige houding van de minister, komt Gajadien als winnaar uit de bus.

error: Kopiëren mag niet!