Guyana claimt helft Corantijn, regering mag territorium niet vervreemden

De Staat vervreemdt geen grondgebied of soevereiniteitsrechten die hij daarover uitoefent. Dit staat in onze Grondwet en dit dreigt men te vergeten bij het regelen van gezamenlijke patrouilles op de Corantijn. Met de concrete voorstellen die Guyana doet in het kader van gezamenlijke operaties op de Corantijn, kan geconcludeerd wordt dat indirect het buurland de jurisdictie over de helft van de rivier claimt. Enige dagen terug is in de Guyanese media uitgebreid verslag gedaan van een technische meeting, die tussen Guyanese en Surinaamse functionarissen heeft plaatsgevonden in Paramaribo. Onderwerp van gesprek was het uitvoeren van gezamenlijke grenspatrouilles op de Corantijn en naar het lijkt ook in de monding uitstrekkend naar de zee. Men wil op de grens alles dat illegaal is aanpakken met de focus op wetshandhaving en voorkoming van derving van inkomsten. Het gaat om grensoverschrijdende criminaliteit, waarbij we denken aan vluchtende of overstekende criminelen, mensenhandel, piraterij, smokkel van goederen, wapens en drugs, en illegale visserij, mijnbouw en bosbouw. De samenwerking moet plaatsvinden tussen de twee legers en de politie-eenheden en eventueel de intelligence afdelingen. De activiteiten strekken zich tot de kustgebieden aan land. De Guyanezen meldden dat goederen ter waarde van meer dan USD 10 miljoen op jaarbasis hun land binnenkomen; de buren halen aan heffingen en belastingen een USD 5 miljoen binnen. De Guyanezen hebben echter de laatste tijd minder gevangen aan heffingen en belastingen en dat doet hen vermoeden dat er ergens een lekkage is. De schuld van de lekkages wordt gelegd aan beide kanten van de rivier. De exacte modaliteit van de samenwerking moet nog afgerond worden. Wel is gezegd dat men binnen 6 maanden gezamenlijk in actie komt op de Corantijn. In de media is gemeld dat de gezamenlijke operaties deel uitmaken van een reeks van maatregelen die zijn overeengekomen, waaronder het gebruik maken van elkaars trainingscapaciteit om de wederzijdse legers en eenheden te trainen.
Op zich is elke activiteit en samenwerking om de criminaliteit aan te pakken, een goede zaak in het algemeen belang. In het geval van de Corantijn zijn er eigenlijk bijzonderheden die meer voorbereiding en moeite zullen vergen om te geraken tot een samenwerking. In de eerste plaats is conform de historisch gemaakte afspraken niet de ‘equidistantielijn’ (middenlijn) in de Corantijn de grens met Guyana maar de linkeroever. De rivier is over de gehele breedte dus van Suriname, in tegenstelling tot de grens aan de oostelijke zijde met Frans Guyana. Dat maakt dus dat Suriname de soeverein is over deze rivier en uitsluitend jurisdictie heeft om wet en recht daarop te handhaven. De effectieve controle op deze rivier behoort in eerste instantie toe aan Suriname. Het is dus in principe zo dat Suriname de leiding moet hebben op de patrouilles op deze rivier en dat de Guyanezen eventueel onder de Surinaamse vlag ter versterking en ad hoc optreden, bijvoorbeeld wanneer zwaar geschut van criminelen wordt verwacht of wanneer een grootscheepse operatie met criminelen uit beide landen in gang wordt gezet. Regulier moet het gaan om een zogenaamde ‘shiprider agreement’. De zaak is te vergelijken met het inzetten van de Guyanese politie in Nickerie; dat is ten enenmale onmogelijk. Bij arrestatie van criminelen moet de zaak ook overgedragen worden aan Suriname. De Guyanezen hebben daar een ander beeld over. Een van de aanwezigen op de technische meeting zegt tegenover de Guyanese pers dat hij de arrestaties vrij vertaald als volgt ziet plaatsvinden: ‘als men dichter bij de Guyanese zijde is, zal men waarschijnlijk door Guyanese officials worden gearresteerd, als men dichter bij de Surinaamse zijde is zal men gearresteerd worden door Surinaamse officials en meegenomen worden naar Suriname’. Wat zal er gebeuren dan met de personen die dichtbij de Guyanese grens worden gearresteerd. Het moet duidelijk zijn dat de soevereiniteit over de Corantijn in handen is van Suriname en dat is onbetwist. Dat wordt ook steeds genoemd in papers van universiteiten die het Tigri-New River Triangle-vraagstuk analyseren en kansen inschatten en ook in de uitspraak van het zeerechttribunaal over het maritieme geschil tussen de beide landen. De Staat vervreemdt geen grondgebied of soevereiniteitsrechten die hij daarover uitoefent, staat in artikel 2 lid 2 van de Grondwet. De regering heeft het recht niet om de Corantijn te delen met de Guyanezen, te meer daar de sentimenten vanuit Guyanese zijde over deze afspraak bekend zijn en ook bekend is wat het uitgangspunt van Guyana is wat betreft de loop van de grens tussen Suriname en Guyana. Daarmee komen we bij de tweede bijzonderheid bij de op handen zijnde samenwerking: de waterloop van de Corantijn althans de verloop van de watergrens. Waar zullen de gezamenlijke patrouilles varen als men verder naar het zuiden moet voorbij het punt waar de rivier zich splitst in de Boven Corantijn en de Kuruni? Als de gezamenlijke patrouilles in de Boven Corantijn varen, dan wordt door Guyana erkend dat ze agressor zijn en ons grondgebied bezetten. Als de patrouilles in de Kuruni varen dan erkennen wij dat Tigri niet meer van ons is en dat Guyana de soeverein is over dat gebied. Of zullen de gezamenlijke patrouilles scheiden op dit punt, waarbij Guyana in de Boven Corantijn doorgaat en Suriname in de Kuruni, waarmee erkend wordt dat er een betwist gebied bestaat. Een mogelijkheid is ook dat de Guyanezen in de Kuruni gaan en de Surinamers in de Boven Corantijn, waarmee dus erkend wordt dat er een geschil is tussen beide landen. Dus dat we vrienden zijn tot we aankomen bij de splitsing van de rivier en daarna elkaar intimideren en misschien ook nog kogelslagen riskeren. Of is het de bedoeling dat men samenwerkt tot dit punt? In elk geval is het nagenoeg onmogelijk voor beide landen om middels gezamenlijke patrouilles op de Corantijn samen te werken, door het Tigri-New River Triangle-vraagstuk. Waarom is deze regering opeens zo lief voor de Guyanese belangen en autoriteiten ten nadele van onze belangen, is een vraag die op verschillende manieren kan worden beantwoord. We denken aan de kandidatuur van de functie van secretaris-generaal waarvoor een Guyanees werd gekozen. Heeft Guyana info over onze politici die ons kwetsbaar maken. Of spelen er individuele handelsbelangen? In elk geval is het duidelijk dat gezamenlijke patrouilles niet zo gemakkelijk is als men erover praat. Alertheid van de regering en de politiek is hier geboden.

error: Kopiëren mag niet!