De NDP behoort de luxe niet te hebben om onderling overhoop te liggen als het gaat om zaken aangaande de rijstsector. Als de zaak nu geëvalueerd wordt dan heeft de NDP een achterstand in het inlossen van de beloften. Het is niet bevorderlijk voor de rijstsector dat twee NDP’ers die in tel zijn en wat te maken hebben met de sector elkaar steeds in de haren vliegen. Iemand moet de twee heren vertellen dat ze elkaar niet moeten haten. Tussen de parlementariër en de coördinator botert het al een hele tijd niet. Boven deze twee heren staat politiek de voorzitter van de NDP. Hij moet een einde maken aan deze ruzie. Tegen het instituut van het Rijstorgaan blijkt er niets te zijn, wel tegen de persoon van de coördinator, die bepaalde capaciteiten zou missen wordt gezegd. Waarom de twee heren echt over elkaar struikelen, laat zich alleen raden. In de politiek ontstaat meestal ruzie wanneer men op elkaars terrein komt, in elkaars vijver vist. Politici in Suriname willen in het centrum staan in het leven van de burger van zijn district. Je moet bij hem in het krijt staan, hij moet wat voor je hebben geregeld. Politici willen belangrijk zijn in het algemeen en zodra iets zal maken dat hij minder belangrijk wordt, dan zullen er conflicten ontstaan. Om de problematiek in de rijstsector aan te pakken, is het Rijstorgaan door de president ingesteld. Dit orgaan moet goed bemand zijn en werken volgens zijn formele taakstellingen en instructies van de president. Voorts moet de president het klimaat scheppen, waaronder het orgaan zal kunnen werken en waarin ook ruimte is voor LVV. Aanvallen vanuit krachten buiten NDP op het orgaan kan de partijvoorzitter niet beïnvloeden, maar vanuit de NDP-gelederen wel. Er moet een zekere discipline worden afgedwongen, anders moet het orgaan worden aangepast of opgedoekt of moet het anders worden bemand. Het moet er niet op lijken dat de coördinator van het Rijstorgaan stond om als tegenprestatie van zijn inspanningen een deel van het beleid te krijgen en dat hij daarom iets heeft gehad om hem zoet te houden. Wat het Rijstorgaan doet, moet in lijn zijn met wat de regering doet. Het Rijstorgaan is geen toko van een bepaalde persoon om hem zoet te houden. Op de website van het Rijstorgaan is een nieuwsitem vermeld over de Veniran tractoren uit Iran via Venezuela waar het Iraanse tractorbedrijf een afdeling heeft. Op de website staat nog steeds dat 46 tractoren en reserveonderdelen intussen zijn gearriveerd uit Iran en door het Rijstorgaan in samenwerking met HJ De Vries Group Nickerie ten verkoop worden aangeboden. Dit bedrijf is na een inschrijvingsprocedure door het Rijstorgaan aangetrokken en gecontracteerd voor de dienstverlening. Een marktonderzoek/analyse zou volgens het Rijstorgaan hebben uitgewezen dat de aangeboden prijzen veel lager liggen dan kwalitatief vergelijkbare modellen. Dit zou de enorme vraag naar deze tractoren verklaren. Met de inbreng van deze nieuwe tractoren zal naar verluidt de ploegcapaciteit van de rijstarealen vergroot worden. Het Rijstorgaan probeert twee redenen op te geven waarom de tractoren verkocht (en niet verdeeld) moeten worden. Ten eerste zou kopen betekenen een investering in een productiemiddel, welke terug wordt verdiend. Ten tweede wil men een fonds creëren uit de opgebrachte middelen ten behoeve van de agrarische sector, zodat meerdere stakeholders op lang termijn profijt zullen hebben. Uit de berichtgeving blijkt dat een bedrag is geschonken door Iran waarmee Iraanse tractoren zijn aangeschaft. Deze tractoren kunnen vanwege het aanwenden van geld uit een schenking niet worden verkocht, is beweerd. Er zijn twee stellingen hierover en wat de gangbare praktijk is geweest, moet nog blijken, maar belangrijk is wel dat codes die gangbaar zijn in diplomatieke betrekkingen en de regels voor internationale samenwerking tussen landen niet worden overtreden.
Het Rijstorgaan is per presidentieel besluit in 2010 opgericht als een beleidscoördinerend lichaam en als onderdeel van het kabinet van de president, ter bevordering van de rijstproductie en rijstindustrie in Suriname. De formele doelen van het Rijstorgaan zijn het bevorderen van de rijstproductie en rijstindustrie in Suriname, het veilig stellen van de lokale rijstbehoefte voor mens en dier, en het vergroten van de export van rijst- en bijproducten in de ruimste zin des woords, voor zover wettelijk toegestaan. In dit kader zijn negen subdoelen geformuleerd. Het Rijstorgaan is derhalve een product van de president en daarmee moet in zekere zin toch rekening worden gehouden door partijgenoten van de NDP. Daarmee is niet gezegd dat het rijstorgaan kan doen en laten wat het wil, maar er moet een andere manier worden uitgevonden om het Rijstorgaan bij te sturen. Het kabinet van de president moet een structuur bekendmaken hoe het Rijstorgaan bijgestuurd kan worden vanuit de politiek, omdat daartoe een behoefte blijkt te bestaan. Daarmee wordt niet bedoeld dat ruimte moet worden gemaakt om het orgaan voor partijpolitieke doeleinden ten faveure van NDP’ers te misbruiken. Het Rijstorgaan moet voor zichzelf een structuur bedenken voor inspraak, overleg en consultaties. Het Rijstorgaan is niet totaal vreemd van het concept van consulteren etc. omdat in tenminste twee van de subdoelen valt te lezen ‘bevorderen van een duurzame, kwalitatieve en kwantitatieve betrokkenheid van belanghebbenden in de sector’ en ‘in overleg met de betrokken ministeries en de onder hen ressorterende instituten’. We zeiden dat de NDP zich geen djoegoe djoegoe onderling in de rijstsector kan permitteren, omdat na verwerving van regeermacht belangrijke beloften niet zijn nagekomen. Maatregelen om de productiekosten te verlagen middels reductie van de government take zijn uitgebleven. Men probeert nu het een en ander te compenseren met subsidies, maar dat is niet naar tevredenheid. Een ander aspect van de productiekosten is dat van de kunstmest, waarvoor men ook geen significant goedkoper alternatief aan de boeren heeft kunnen bieden. De MC heeft ook beloofd vergroting van de afzetmogelijkheden met bijvoorbeeld een overeenkomst met Brazilië. Het is tijd dat het milieu rondom het Rijstorgaan op orde wordt gebracht. Doelen moeten worden vernieuwd en eventueel herbevestigd en voorts rest het kabinet van de president niets anders dan samen met LVV te werken aan versterking van de rijstsector. Dat begint altijd met versterking van de boer zelf, waaraan er nog veel te doen is.