Oneerlijke concurrentie constructiesector niet vergroten

Is het daadwerkelijk nodig om duizenden gastarbeiders te importeren in Suriname? Deze vraag is niet eenvoudig te beantwoorden, maar de regering lijkt het antwoord wel te weten. Er is aangekondigd dat in eerste instantie ruim 2.000 Haïtiaanse gastarbeiders voor de constructiesector binnenkort verwacht wordt in Suriname. Ruim 2.000 Haïtiaanse constructiewerkers hebben zich in hun land geregistreerd om hier te komen werken.  Er is in ons land een tekort aan arbeiders in de constructie en infrastructuur, wordt vermeld. Is deze constatering wel juist? Hoe komt men tot de conclusie dat er in deze sectoren een tekort is? Er is nooit in de media bericht dat er een onderzoek is gestart en/of afgerond en dat men tot bepaalde bevindingen is gekomen. We hebben niet de indruk dat er een tekort is aan constructiewerkers (bouwvakkers) en werknemers die kunnen werken aan de infrastructuur (gravers, tegelzetters, etc..). De vraag rijst wel of er genoeg goedkope bouwvakkers en infrastructuurwerkers in Suriname aanwezig zijn. Deze vraag zal altijd ontkennend beantwoord worden. Surinamers hebben een bepaalde levenstandaard en voor de bouw- en constructiesector bestaat er al jaren een apart statistisch loononderzoek, waaruit blijkt dat onze werknemers in die branche tot de beter betaalde werknemers in het land behoren. Dat maakt dat er altijd een behoefte zal zijn bij bepaalde ondernemers om de loondruk te verlagen in de bedrijfsvoering. Import van werkers uit landen met lage standaarden en armoede is dan een oplossing. De grote vraag in deze is wat er dan zal gebeuren met onze Surinaamse werknemers. Heel vaak is hier gesteld dat de bouw- en constructiesector voor het overgrote deel bestaat uit werkers die vroegtijdig de schoolbanken verlaten. Er zijn jonge werkers in deze sector en voormalige agrarische gebieden zijn grote leveranciers van dit type arbeid, zowel in de bouw- en constructie als in de infrastructuursector. Het is ook algemeen bekend dat deze werkers voor het overgrote deel hun brood verdienen in de informele sector, bij informele aannemers. Het is ook algemeen bekend dat er regelmatig periodes zijn waarin met name bij de bouw- en constructiesector er geen werk te vinden is. Deze werkers vullen deze periodes op door individueel reparatiewerk te verrichten, totdat er ergens weer een gebouw opgezet moet worden. In het verleden is vaak terecht ook opgemerkt dat de werkdiscipline en werkethiek in deze sectoren laag zijn en dat een deel van de sector niet let op de kwaliteit die het aflevert. Wat ook van belang is om mee te nemen, is het feit dat een vrije stroom van Chinezen naar Suriname, een oneerlijke concurrentie in de branche heeft teweeg gebracht. De Chinezen hebben on-Surinaamse standaarden en slavernijachtige praktijken geïntroduceerd in de bouw- en constructiesector en de infrastructuursector die tegen de Surinaamse wetgeving en onze sociaalmaatschappelijke aspiraties zijn. Deze praktijken moeten worden ingedamd, omdat het leidt tot oneerlijke concurrentie. De werkers in deze sector klagen al dat het steeds moeilijker wordt om werk te vinden en men klaagt dat zelfs de overheid werk uitbesteedt aan Chinezen die on-Surinaamse praktijken eropna houden. Grote pressie uit de sector zelf zal er niet komen, omdat deze werkers niet verenigd zijn en de aannemers voor een groot deel informeel zijn. Een deel van de bouwsector is formeel, waar het gaat om bedrijven geregistreerd bij KKF. Van hun kan enige kritiek wel komen. Wat met de komst van de Haïtianen zal gebeuren, is dat de oneerlijke concurrentie voor de Surinamer zal toenemen. We weten ook dat er een behoorlijke werkloosheid heerst aan de ene kant in volksbuurten en een onwil om te werken en apathie tegen het werken onder een ‘baas’ mede vanwege een ‘vrees’ om misbruikt en uitgebuit te worden. De Surinaamse regering heeft geen programma’s uitgevoerd om de werkethiek in de sector te bevorderen. Programma’s met een brede scope die laagdrempelig en praktijkgericht zijn om de vaktechniek en de skills te vergroten van de werkers in de betreffende sectoren zijn ook niet uitgevoerd. Ook zijn er geen programma’s uitgevoerd in de volksbuurten om de jongeren werkwillig te maken. Dit laatste is van belang om straks ervoor te zorgen dat we een rechtvaardig zorgstelsel hebben en dat dit stelsel financieel duurzaam wordt.
Waarom moeten wij per se Haïtianen importeren? Het heeft naar verluidt te maken met ‘grootdoenerij’ binnen Caricom, tonen dat wij tot de grotere landen behoren die in staat zijn (ontwikkelingshulp) te geven. Het kan ook te maken hebben met per se het inlossen van een in een bepaalde toestand en omstandigheid misschien ondoordacht gedane belofte van de ene naar de andere president. En dan komt de tijd waar je moet nakomen. Het is opvallend dat intieme banden die onze president met de bepaalde staatshoofden/regeringsleiders eropna houdt, altijd een wrange nasmaak hebben, of het nu gaat om Venezuela, Equatoriaal Guinee, Guyana of Haïti. De indruk bestaat dat de diplomatieke banden technisch niet goed worden voorbereid en autoriteiten niet gewezen worden op bedreigingen en gevaren die aan die banden kleven. Wie zou er profijt kunnen hebben van de goedkope Haïtianen? Klaarblijkelijk het bedrijfsleven en met name bedrijven die uitzicht hebben om met lage inschrijvingen te komen aan overheidsopdrachten om grote projecten uit te voeren als highways, volkswoningen en ziekenhuizen. Aan het hoofd van deze bedrijven staat wel eens een persoon die een politieke link heeft.
Het is belangrijk om in acht te nemen dat in Suriname wij nog steeds geacht worden om de Surinaamse werknemer op de eerste plaats te zetten, uiteraard voor zover dat niet indruist tegen internationale afspraken die gemaakt zijn, waarvan de enige afspraak nu bekend is die in Caricom-verband. Dat wil dus zeggen dat wij in het voorop stellen van de Surinaamse werknemers niet veel onderscheid kunnen maken met de andere Caricom-staatsburgers. Dit laatste moet dan ook in wetgeving zijn opgenomen en nu gaat het om een aantal categorieën alleen. Bottom line blijft dat de Surinaamse werker, werkzoekende en drop-out voorkeur geniet in Suriname op de arbeidsmarkt. De regering moet geen handelingen verrichten de eigen werknemers te ondermijnen en hen het brood uit de mond te stoten ten voordele van buitenlanders.
 

error: Kopiëren mag niet!