Teveel rumoer rond dc’s

De laatste tijd is er veel rumoer rond bepaalde dc’s in Suriname. Er zijn aantijgingen voor corruptie vanuit deze dc’s. Het is algemeen bekend dat het dc-schap in Suriname een politiek functie is, waardoor er behoorlijk grote verschillen bestaan in intellectuele capaciteit tussen de verschillende dc’s. Er bestaan geen objectieve kwalificatievereisten voor deze belangrijke post. Politieke partijen hebben veel vrijheid om deze posten naar eigen believen in te vullen. Het is ook een gegeven dat districtscommissariaten veel in relatie worden gebracht met regelarij en ook pesterijen voor niet meewerkende burgers. De combinatie van vrijheid van de politieke partijen, het ontbreken van objectieve kwalificatievereisten en een cultuur van corruptie en willekeur, maakt dat er veel mis gaat op deze commissariaten. Wat de zaak negatief bevordert, is de autoritaire houding van dc’s die niet in verhouding staat tot de daadwerkelijke bevoegdheden en rechten van de dc’s. De indruk bestaat bij veel dc’s dat ze hun eigen beleid kunnen maken, dat los staat van elk ander objectief beleid vanuit RO of het DLGP-programma. We weten dat een aantal van onze burgers niet goed kan omgaan met bevoegdheden en de zogenaamde ‘macht’. Wanneer welwillende ondernemers met kapitaalkracht om de hoek komen kijken, kunnen burgers met een zwak hart en een flinterdun morele basis overstag gaan. Er zijn ondernemers in Suriname die ‘voor de zekerheid in verband met willekeur’ en ‘om de zaak te bespoedigen’ graag wat geven aan ambtenaren die de zaak kunnen regelen. Er zijn wellicht ook ondernemers die niet (meer) willen geven. In de laatste situatie kunnen problemen ontstaan. Dc’s worden niet geselecteerd uit een pool van deskundige mensen. Het feit dat bepaalde personen, ondanks een duidelijk gebrek aan de vereiste vaardigheden, de job accepteren, is een aankondiging van problemen die niet alleen voortvloeien uit gebreken, maar ook uit onhebbelijkheden van de betreffende personen. dc’s worden in Suriname openlijk beschuldigd van corruptie en toch blijft men ongestoord op de stoel zitten. Na de dc van Commewijne is nu de dc van Nickerie aan de beurt. Opmerkelijk is dat de regering en met name de RO-minister zich opvallend stil houdt en dat de president zich ook niet uitspreekt. De dc is een bestuursorgaan en heeft bevoegdheden, hetzij direct uit de wet gekregen of indirect of via een ander bestuursorgaan, lezen we uit een thesis. Het Reglement op het Beheer der Districten dient als basis voor het functioneren van de dc. De dc heeft zowel bestuursbevoegdheden als vergunningverlenende bevoegdheden. Deze laatste bevoegdheden zijn een bron van corruptie en daarom heeft deze regering een aantal van de vergunningverlenende bevoegdheden uit de handen gehaald van de dc. In 1987 kreeg de dc ook politieke bevoegdheid. Hij is volgens de Grondwet en de Wet Regionale Organen voorzitter van de Districtsraad en Hoofd van het Districtsbestuur.
De bestuursbevoegdheden van de dc hebben betrekking op het besturen van het district, zoals handhaving van orde en rust. De dc is gebonden aan het legaliteitsbeginsel (eis van wetmatigheid van het bestuur); het bestuursoptreden moet voor de burger voorspelbaar zijn. De voorspelbaarheid ontstaat door geschreven rechtsregels die kenbaar en duidelijk moeten zijn. Het handelen van de dc moet op de wet gestoeld zijn. Deze wetten zijn o.a. de Wet Regionale Organen, het Reglement Beheer der Districten en Instructie Districtscommissarissen van 1990. Wat dit laatste aangaat, betreft de taak van de dc het handhaven van orde, rust en veiligheid in zijn district (onder Juspol), optreden als hulpofficier (in onbruik geraakt), persoonlijke oriëntaties, organisatie van de verkiezingen (voorzitter Hoofdstembureau district), leiding geven aan Districtsraad en Districtsbestuur, advisering RGB (grondaanvraag), bepaalde infrastructuur en civieltechnische werken, zorg overheidsgebouwen, onderhoudt de waterkering, voorziening bij calamiteiten, toezicht op de begraafplaatsen en sluit tijdelijk wegen voor zware voertuigen. De dc is administratief hoofd van de politie in het district. Voorts zitten in de Havenwet, het Decreet Vergunningen Bedrijven en Beroepen, Decreet L-2, de Kiesregeling en de Marktwet ook bevoegdheden voor de dc. Er zijn slechts twee wetten waarbij autonome bevoegdheden door de centrale overheid zijn overgedragen aan de dc (Wet Regionale Organen en de Interimwet Financiële Decentralisatie). Alle overige wetten bevatten voor de dc geattribueerde bevoegdheden, die ten tijde van de toekenning nogal belangrijk waren en ook de functie van de dc belangrijk en gezaghebbend maakten (hulpofficier, ambtenaar Burgerlijke Stand, Havenmeester). Er zou heel weinig overgebleven zijn van de geattribueerde bevoegdheden, concludeerde Joemratie in 2009. Voor zover de dc gedelegeerde bevoegdheden heeft, oefent hij ze niet of niet optimaal uit, werd geconcludeerd. Vergunningverlenende bevoegdheden zijn bevoegdheden die de dc krachtens de wet heeft om vergunningen en of toestemmingen te verlenen voor iets dat normaliter niet zou mogen. De vergunning is een besluit van de dc, dat in de vorm van een beschikking is vastgelegd. Bij de vergunning wordt rekening gehouden met alle belangen die in dat concrete geval een rol spelen, zoals het belang van de verzoeker (individueel belang) en het belang van de gemeenschap (gemeenschaps/openbaar belang). Over dit afwegen en met name het laatste belang horen we onze dc’s weinig iets zeggen. De dc verleent de vergunning bij beschikking, waarin tevens de voorwaarden zijn opgenomen, die de vergunninghouder in acht moet nemen. Hierdoor is de dc als bestuursorgaan in de positie om beleid te maken en sturing te geven in het sociaal, economisch en maatschappelijk leven van de burgers in het district. Hij heeft daarbij een zekere mate van beleidsvrijheid en beoordelingsvrijheid. Dat wil zeggen dat de beoordeling van het algemeen belang en het particulier belang door de wetgever is overgelaten aan de inzichten van de dc als bestuursorgaan. Deze vrijheid is toch wel ingeperkt door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
In 2011 heeft Mesicic, het controleorgaan bij het Inter-Amerikaanse Corruptieverdrag, voor Suriname 9 tekortkomingen geconstateerd in wetgeving en praktijk als het gaat om omkoping van overheidsfunctionarissen. De Surinaamse regering moet overtuigender uit de hoek komen om de corruptie op de commissariaten te bestrijden. Voorts moet men maatregelen nemen om de commissariaten aan de ene kant te versterken en aan de andere kant de corruptie aan te pakken. Een klachtenbureau waar men anoniem klachten kan indienen, zou een goed begin kunnen zijn.
 

error: Kopiëren mag niet!