Het heeft er veel van dat ijzersterke belangen in de coalitie de behandeling van het ontwerp goudbelasting tegenwerken. BEP-parlementariër Ronny Asabina vraagt al langer dan een jaar naar het ontwerp. ‘Het wetsproduct ligt nog steeds onaangeroerd in de lades van de raad van ministers (RvM). Personen nauw gelieerd aan regeringspartijen en figuren binnen de coalitie zelf met grote aandelen in de goudsector blijken grote moeite te hebben met deze wet en willen geen belasting betalen. Goedkeuring van de goudbelastingwet verplicht een ieder die goud ten verkoop aanbiedt, belasting te betalen. Het gaat dan om personen in de kleinschalige goudmijnbouw. Het te betalen bedrag is variabel en wordt als royalty afgedragen. Wordt bijvoorbeeld 100 gram goud verkocht, dan krijgt de verkoper de tegenwaarde van 96 gram. De waarde van de niet-verrekende 4 gram wordt als belasting afgedragen aan de Staat.’ Deze belasting zou onderdeel moeten zijn van het ordening- en legaliseringtraject dat is ingezet door de Goudordeningscommissie.
Asabina plaatste eerder kanttekeningen tegen de wijze waarop de afdrachten worden vastgesteld. Het voorstel was onder andere dat per winningmethode men een maandelijks vast bedrag aan belasting zou moeten betalen ongeacht de productie. Asabina heeft nog bij de laatste begrotingsbehandeling in december 2012 vragen gesteld over deze ontwerpwet, maar geen bevredigend antwoord gehad van de DNA-leiding. Hij vindt het jammer dat de behandeling van deze belangrijke ontwerpwet in de doofpot is gestopt. ‘Het is bekend dat zelfs coalitietoppers over goudconcessies beschikken of die verhuren voor derden. Het is ook bekend dat geprojecteerde inkomsten vanwege de implementatie van deze wet zijn meegenomen in de begroting.’
