De aluminiummultinational Alcoa Incorporation ziet energieopwekking in de toekomst meer inkomsten opleveren. Het verkopen van energie opgewekt met stuwdammen blijkt lucratiever te zijn dan het maken van aluminium uit bauxiet. In de meeste landen waar Alcoa een aluminiumsmelter had, wekte ze de eigen elektriciteit op middels stuwdammen. De laatste decennia sluiten ze de smelterijen, maar behouden de stuwdammen. De energie die vrijkomt, wordt verkocht aan de lokale bevolking aldaar. In Suriname heeft dochteronderneming Suralco dat ook gedaan. In 1996 werd de aluminiumsmelter te Paranam dichtgegooid, waarbij er veel banen verloren gingen. De overtollige energie die geen bestemming had, wordt via de staat verkocht aan de EBS NV. Dit model van Alcoa is geen nieuwigheid. Zo’n 10 jaar geleden is ook de aluminiumsmelter in North Carolina (USA) gesloten, maar de vier Yadkin-dammen zijn behouden. De energie die overbleef, wordt aan de lokale bevolking verkocht. Maar intussen loopt de licentie van Alcoa in North Carolina (NC) af. Nu wil een non-profit ontwikkelingsgroep in NC de Yadkin-dammen overnemen. Ook Alcoa wil haar licentie verlengd zien met nog eens 50 jaar. Volgens de NC-groep zullen de stuwdammen werkgelegenheid (350 nieuwe banen) stimuleren en de inkomsten blijven in NC. Afhankelijk van de toekomstige prijs van elektriciteit, zou de staat NC tussen de USD 750 miljoen en USD 1,2 miljard in waterkrachtinkomsten binnenhalen, als de non-profit groep de licentie krijgt.
Bepaalde volksvertegenwoordigers van NC zijn tegen de verlenging van de licentie van Alcoa. ‘Ze blijven energie opwekken en winsten maken, terwijl er 1.000 banen verdwenen zijn door de sluiting van de smelterij’, zeggen ze. Naast North Carolina en Suriname, verkoopt Alcoa ook energie met haar stuwdammen in Brazilië en Quebec. In 2006 schatte Alcoa dat haar stuwdammen alleen ongeveer US$ 44 miljoen per jaar binnenbracht. Over 50 jaren, als de vraag naar groene energie toeneemt, zullen de opbrengsten ruim USD 2 miljard bedragen.
