Misbruik van kinderen verdient meer aandacht regering

In het kader van het misbruik van kinderen in Suriname heeft de VN in verband met het Kinderrechtenverdrag al gevraagd aan Suriname om wettelijk een verplichte melding van bij burgers bekend zijnde gevallen te rapporteren. Zo een plicht om bekende gevallen van misbruik en mishandeling bestaat er nog niet. Bij de VN is door de Surinaamse regering verklaard dat april elk jaar uitgeroepen is tot ‘Maand voor de preventie van kindermisbruik’. Veel hiervan merken wij echter niet. Hetzelfde geldt ook voor een bij de VN gerapporteerd Netwerk voor Preventie van kindermisbruik. De VN maakt zich zorgen over het ontbreken van elk systeem om misbruik, mishandeling en verwaarlozing van kinderen te voorkomen. In een rapport inzake het kinderrechtenverdrag blijkt uit cijfers ook dat gedurende de rapportageperiode het aantal misbruiken van kinderen toenam en de kinderen steeds jonger werden: van 2 jaar naar 1 jaar oud. Opmerkelijk was toen al dat de jongste verdachte daders in 3 jaren terugviel van 10 jaar naar 4 jaar. Opmerkelijk is ook dat er geen data waren bijgehouden van jongeren minder dan 18 jaar die in detentie waren misbruikt of mishandeld. Het geweld tegen de kinderen van Suriname in het algemeen is geen prioriteit nog van de Surinaamse regering, in tegenstelling tot het geweld tegen de kinderen vanuit leerkrachten op school. Op dit vlak zijn er duidelijke instructies met sancties bekendgemaakt door de regering c.q. het Minov. Een soortgelijke campagne die de hele bevolking bereikt, is er nog niet geweest in Suriname. De regering en haar afdelingen zijn wat dit betreft niet in contact met de burgerij. Maatschappelijke organisaties die in contact staan met burgers, zoals kerkelijke organisaties, hebben dit punt niet tot hun prioriteit gemaakt. Die zijn meer bezig met de theoretisch religieuze boodschap, waarmee slechts in het algemeen wordt gerefereerd aan de ‘tijd waarin wij leven’. Een dezer dagen schrokken wij toen werd bericht dat een moeder haar 12-jarige dochter sleept naar een kamer, waarin ze op alle mogelijke manieren verkracht wordt door een zogenaamde stiefvader. Het spectrum is in Suriname nagenoeg compleet, wat wij nog moeten meemaken zijn kinderpornonetwerken. Of die er bestaan, weten wij niet. Wel weten wij dat onze jongens erop los filmen. Recentelijk is door de Juspol-minister een oproep gedaan aan vrouwen om een klacht in te dienen tegen mannen die hun als hun eigendom zien en hun mishandelen. De Juspol-minister en de president van de Republiek Suriname moeten herhaaldelijk familieleden en buren oproepen om elke vorm van misbruik, mishandeling en uitbuiting van kinderen te rapporteren. Het ambtenarenapparaat is log en vele landsdienaren hebben niets te doen. Een deel van de ambtenaren moet omgeschoold worden tot onderzoeksambtenaren. De regering moet klachtenbussen in het leven roepen, waarbij het mogelijk wordt voor de burgerij om klachten in te dienen waarin kinderen betrokken zijn. Deze onderzoeksambtenaren moeten dan erop uittrekken om zaken te onderzoeken in hun ressort. Na een bepaalde periode moet een reshuffling plaatsvinden naar een ander ressort in het district. Internationaal wordt de nadruk gelegd op het laagdrempelig kunnen rapporteren van misstanden. In Suriname is er een andere cultuur. Ambtenaren, vooral die betrokken met inspectie, weten zogenaamd niks zolang iets niet formeel is medegedeeld. Dat getuigt van een laag verantwoordelijkheids- en normbesef. Burgers moeten gemotiveerd worden om mishandeling van kinderen, uitbuiting van kinderen, inzet in de prostitutie van tieners en kinderarbeid anoniem schriftelijk te rapporteren.  De oproep die de minister heeft gedaan, is echter het halve verhaal. Het politieapparaat moet willing zijn om zaken aan te pakken. In zaken waarin gezinsleden betrokken zijn, komt vaak het fenomeen van ‘intrekken’ van de zaak voor, terwijl een onderzoek gaande is. Vaak komt ook voor dat moeders in een zedenzaak de kant kiezen van een pedofiele stiefvader en het eigen kind opgeven. Door de bevoegde autoriteiten moet zwaar gelet worden op het belang van kinderen. De Staat moet in Suriname het recht hebben om de voogdij van kinderen op te eisen, als deze kinderen in een bepaald schadelijk milieu opgroeien, waarin er risico’s zijn voor beschadiging van het kind. Dit opeisen van de voogdij moet middels een gerechtelijk proces geschieden. De wetgeving moet zodanig zijn dat in de tussentijd kinderen van Staatswege worden opgevangen. Ouders die hun kinderen mishandelen en hun uitbuiten, moeten de voogdij over hun kind riskeren. De Staat moet een deel van de staatsinkomsten vrijmaken voor het runnen van huizen waarin deze kinderen worden opgevangen en begeleid. Ouders die hun kinderen hebben mishandeld en uitgebuit moeten ook worden begeleid, zodat ze op gegeven moment gereed zijn om de voogdij weer over te nemen. Beperkt contact met ouders moet worden toegestaan. In een deel van de gevallen waar kinderen worden mishandeld of misbruikt en uitgebuit, blijkt dat ouders daarin zijn betrokken. Met name stiefvaders zijn heel vaak betrokken in verkrachting van kinderen. Moeders staan dat toe. Hoe kan dit worden voorkomen? De minister van Juspol zei onlangs dat een vrouw geen bezit is van een man. Zijn kinderen wel het bezit van ouders of verzorgers? De president en de betrokken ministers van Juspol, Sozavo en Biza moeten hierover een uitspraak doen. Het belang van het kind moet aangepakt worden via het Kinderrechtenverdrag. Aan kinderen wordt nu al op de glo voorlichting gegeven over seksualiteit en hun lichamelijke integriteit en misbruik. Deze informatie hebben ouders niet op school gehad. Maar die informatie aan de kinderen beschermt hen nog niet van verkrachting of misbruik door een stiefvader. Daar komen andere factoren bij kijken en de houding van buren en familieleden. Via het Kinderrechtenverdrag moeten campagnes worden gevoerd gericht op ouders, verzorgers, kinderclubs en burgers in de hoedanigheid van buren en familie. De betekenis van de woorden ‘relatie’, ‘seksuele omgang’ en ‘vleselijk gemeenschap’ en het verschil met ‘verkrachting’ en ‘aanranding’ moet grondig middels campagnes worden uitgelegd. De grenzen die in de strafwet staan, moeten in campagnes herhaald worden met grote letters. De straftoemeting in gerechtelijke procedures moet worden bekeken. Extra moet ook worden gelet op buitenlandse dienstverleners die in onze tehuizen als de heilige verlossers worden ontvangen en hun gang gaan. De wetgeving over voogdij moet worden aangepakt, maar de politiestrafwet moet een aantal problemen kunnen aanpakken, zoals het sturen van jongen kinderen naar de winkel of op straat. De VN heeft Suriname al gevraagd om de ‘United Nations Guidelines on Justice in Matters
Involving Child Victims and Witnesses of Crime’ op te volgen. Deze richtlijnen zijn belangrijk voor zedenzaken waarin kinderen het slachtoffer zijn. De richtlijnen worden niet gevolgd, waardoor advocaten vaker de ruimte hebben om onterecht te stellen dat verklaringen van de kinderen niet consistent zijn. Al met al moet de regering serieuzer haar taak oppakken om het misbruik van kinderen te voorkomen. Opvallend in Suriname is wel het totaal ontbreken van echte ngo’s, die structureel werken aan het behartigen van de belangen van kinderen. De monitoringscommissie van de VN inzake het Kinderrechtenverdrag heeft ettelijke aanbevelingen gedaan om kindermisbruik te voorkomen. De regering is verplicht deze op te volgen.
 

error: Kopiëren mag niet!