‘Wanneer je een kind een lolliepop belooft, kijkt het kind ernaar uit. Zo is het ook gesteld met de rijstboeren. Aan hen is beloofd dat ze geld gaan krijgen en ze zitten daarom reikhalzend daarnaar uit te kijken’, zegt het NDP-assembleelid Rachied Doekhie over de incentives die uitgekeerd zullen worden aan de rijstboeren. De parlementariër erkent dat er geharrewar en een communicatiestoornis is ontstaan over de uitbetaling. ‘Het komt maar niet van de grond.’
Doekhie is als lid van de vaste commissie in DNA voor het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij formeel niet op de hoogte van de incentives. ‘Meneer Sital heeft die toezegging gedaan aan de rijstboeren over de incentives van SRD 130. Maar het komt maar niet van de grond. Met wie hij heeft afgestemd, weet ik niet. Het geld is niet opgebracht op de begroting van LVV. Ik neem gevoeglijk aan dat er afgestemd is met de regering om het bedrag uit te keren.’
Doekhie tilt heel zwaar aan de toezegging die is gedaan. ‘Dat betekent dat je moet doen wat je beloofd hebt.’ Er is een verwachting gewekt bij de boeren, die niet zomaar teniet gedaan kan worden. ‘Vanwege goed en behoorlijk bestuur moeten wij de belofte nakomen. Maar wie moet het doen, wie gaat uitbetalen? Punt is dat het geld uitgekeerd moet worden aan de rijstboeren.’ Doekhie is vooralsnog niet van overtuigd of de incentive acuut noodzakelijk was voor de rijstboeren. Indien mocht blijken dat de noodzaak niet hoog was, kan de kwestie nu niet teruggedraaid worden.
Het DNA-lid is benieuwd naar de wijze van uitbetaling. ‘Want mensen kunnen gewoon met een fictieve bon komen van de rijstopkopers en zeggen dat ze zoveel hectare hebben geplant. Hoe voorkom je dat mensen die niet exporteren, dubbel en dwars verdienen?’ Volgens Doekhie zou het model waarbij de exporteurs uit eigen zak de incentives aan de boeren betalen, gemakkelijker en beter controleerbaar zijn. De rijstexporteurs worden vervolgens door de Staat vergoed aan de hand van het aantal ton dat wordt geëxporteerd.
Asha Gajadien-Bhagwat