Het Openbaar Ministerie (OM) heeft drie jaar gevorderd tegen Radjeskoemar N. Een 12-jarig meisje werd op 4 januari 2012 vermist. De moeder van het meisje deed aangifte bij de politie. Zij had het vermoeden dat Kaylash haar dochter had ontvoerd. Later kwam de moeder terug en deed aangifte tegen de verdachte. Volgens verklaring van het slachtoffer werd Radjeskoemar toen aangehouden. Zij verklaarde bij de politie dat de verdachte haar tegen haar wil in een bosschage had gebracht en vervolgens verkracht. In het dossier zijn er getuigen genoemd, die hebben verklaard dat zij de verdachte met het meisje op die bewuste dag hand in hand zagen lopen over straat. De verdachte ontkent het verwijt. De ovj Lydia Ravenberg achtte vleselijke gemeenschap met een jeugdige wettig en overtuigend bewezen en eiste een straf van 3 jaar met aftrek.
Advocaat Irvin Kanhai verzocht de rechter om het dossier grondig te bestuderen. De moeder deed eerst aangifte bij de politie over een jongeman. Daarna werd deze zaak volgens de raadsman verdraaid en de verdachte werd als dader aangehouden. De raadsman heeft een vermoeden dat Kaylash, die ook als getuige is gehoord, met het meisje zal trouwen. Dit zei de raadsman omdat de vader van het meisje Kaylash voor de zitting had geïnstrueerd wat hij bij de rechter moest verklaren. Een tante van het meisje verklaarde dat zij het meisje op die bewuste dag aan de telefoon zag. Toen de ouders door iemand werden geïnformeerd dat hun dochter weg was, startte de familie met een zoekactie. Omstreeks 02.30 uur kwam het meisje thuis met een zuigvlek op haar hals. Het meisje vertelde niet van waar zij kwam en met wie ze was. Volgens Kanhai moest het meisje, indien zij daadwerkelijk zou zijn verkracht, gelijk gezegd hebben dat Radjeskoemar haar had misbruikt. Het meisje bleef zwijgen totdat zij bij de politie belandde. Het meisje verklaarde toen dat zij verkracht was geworden. Frappant is dat zij in haar proces-verbaal steeds de naam van Kaylash noemt. De advocaat gaf aan dat de verklaring van Kaylash, dat hij op die bewuste naar het binnenland was vertrokken, niet op waarheid berust. Ook de verklaring van het slachtoffer klopt van geen kant, zegt Kanhai. Hij gaf aan dat ook de moeder een leugenachtige verklaring heeft afgelegd. Bovendien verzocht de advocaat de rechter om indien zij geen uitspraak zou doen, de vrijheidsbeneming van de verdachte op te heffen.
De rechter besliste negatief over de invrijheidstelling van de verdachte. Op 6 augustus doet de rechter uitspraak. De gevangenhouding van Radjeskoemar blijft gehandhaafd.
Saskia Bandhan