Gezondheid kost wat, maar regering heeft ook verantwoordelijkheden

Bij de aankondiging van de Avondvierdaagse gisteren is door de BVSS-voorzitter aangegeven dat een gezonde levensstijl geld kost. Men moet niet (alleen) kijken naar de overheid. Gedeeltelijk zijn wij het daarmee eens. We willen wel benadrukken dat de regering voor faciliteiten moet zorgen dat mensen veilig kunnen wandelen. Tot nu toe heeft de regering zich heel slecht gekweten van deze verantwoordelijkheid. Gronden die bestemd waren voor sportbeoefening, maar daartoe nog niet werden aangewend, zijn door een kortzichtig beleid van RGB verkaveld of voor bewoning uitgegeven. In de afgelopen dagen hebben 2 evenementen en de aankondiging van een grote festiviteit de nadruk gelegd op het belang van de gezondheid met name het belang van bewegen. Het gaat om het Pink Ribbon-evenement in verband met preventie van borstkanker,  de Nierdag van het Nationaal Nierdialysecentrum en de op handen zijnde Avondvierdaagse. Het concept van bewegen is ruim doorgedrongen tot de burgerij, met name via de huisartsen. Nu is niet iedereen even vaak bij de huisarts, soms hooguit voor een jaarlijkse check-up. Het bewegen en blijven bewegen komt meermalen aan de orde, maar niet altijd is de arts op de hoogte van de mogelijkheden om te bewegen in de thuissituatie. Wat vaak niet verteld wordt en ook niet de laatste dagen is hoe lang iemand die niet chronisch ziek is minimaal per dag moet bewegen. Er zijn geen dag in dag uit herhaalde minimumnormen op dit stuk gepropageerd door het ministerie van Volksgezondheid. In Nederland bijvoorbeeld bestaan er minimumnormen (Nederlandse Norm Gezond Bewegen) voor niet chronisch zieke personen van minimaal 30 minuten 5 dagen per week matig intensief bewegen; dat mag fietsen of lopen zijn en het hoeft niet altijd direct in een keer. De Avondvierdaagse wordt in Nederland in verband gebracht met de bewegingsnorm. Naast de NNBW bestaat ook de Fitnorm die zich speciaal richt op de bijzondere situatie: de conditie van het vaatstelsel. In dit land is er een beleid om te meten hoeveel Nederlanders aan de NNBW-norm voldoen. Op basis van de metingen wordt er een duidelijke campagne gevoerd met heel duidelijke richtlijnen dan alleen ‘ga meer bewegen’. Het is echt een misverstand dat men alleen gezond kan worden van hollen en joggen, zeggen deskundigen.  Er is dus geen overheidsbeleid vanuit VGZ om de burgerij meer te laten bewegen. Er zijn geen metingen en er zijn geen VGZ-normen. Er zijn personen die ervan uitgaan dat zweten in de tuin met een houwer of een tjap of en hark al genoeg beweging is. Is dat wel zo? In Nederland wordt het wandelen of het blokje om lopen zwaar aanbevolen. Wandelen wordt aangeduid als ‘haalbaar en veilig’. Van Suriname kan dat zeker niet worden gezegd. En dan komen we weer bij de uitspraak van de BVSS-voorzitter die de verantwoordelijkheid zwaar legt op de burgerij die geld moet spenderen aan zijn gezondheid en niet naar de regering moet kijken. Inderdaad moet men niet zuinig doen om een goede loopschoen te kopen. Maar daarnaast moeten de veilige parken of andere loopruimten er ook zijn. En die zijn er niet. De gym is niet voor iedereen een optie en evenmin fitnessapparaten aanschaffen voor thuis. Er zijn burgers die het durven om in groepen op straat te lopen of te fietsen. In sommige buurten zou dat wellicht kunnen maar de meeste buurten lenen zich niet daarvoor, omdat de straten smal zijn en er te hard wordt gereden door meestal jonge bromfietsers en automobilisten. Het ministerie van VGZ moet in samenwerking met RGB, Directoraat Groen en LVV zorgen dat domeingrond omgezet wordt in parken waar de burgerij massaal veilig kan lopen en bewegen. Dat is nodig in alle districten. De parken kunnen een win-win-situatie opleveren voor alle betrokken ministeries. Eventueel kan entreegeld worden gevraagd. Ondernemers zouden ook gestimuleerd kunnen worden om betaalde wandelparken op te zetten waar men in gezinsverband kan wandelen. Het aantal mensen dat beweegt zou met stappen vooruit gaan. De ontwikkeling die we nu zien is dat vooral in de districten, maar ook in de stad veel vrouwen niets doen. De mannen spelen veteranenvoetbal drie keren in de week, de vrouwen gaan dan mee om te kraken. Na de veteranenwedstrijden wordt er vaak geen water gedronken, maar een djogo. Hoe gezond is veteranenvoetbal als het bedreven wordt uit gezondheidsoverwegingen? Voldoet het wel aan de internationale bewegingsnorm? Het is heel opvallend dat het ministerie van Volksgezondheid ver staat van de dagelijkse realiteit van de doorsnee Surinamer. Men zit teveel achter bureaus en er zijn geen reach-out campagnes vanuit dit ministerie. Men maakt af en toe programma’s maar die kan je meestal missen. VGZ moet leren om met flyers te werken met eenvoudige informatie. Die moet men grif uitdelen aan de burgerij. De pr-tak van VGZ doet nog onvoldoende effectief werk. We hebben de Nierdag en de Bostkankerdag achter de rug. VGZ moet nu overgaan tot de normale orde van de dag en een beweegcampagne op touw zetten. Bestaande faciliteiten moet men een facelift geven en privé-organisaties moeten gevraagd worden om hun faciliteiten, desnoods tegen betaling open te stellen voor wandelaars. En de overheid heeft toch wel een behoorlijke taak door awareness te blijven opvoeren, beweegnormen te herhalen en bovenal wandelfaciliteiten te creëren.

error: Kopiëren mag niet!