Discussie bevolkingspolitiek blijft liggen

Heel snel heeft DNA een aantal (252) naturalisaties door het parlement gejaagd. Men heeft schoon schip gemaakt, weg met de jarenlange achterstanden die er bestaan. Mensen wonen al ettelijke jaren hier en willen Suriname tot hun vaderland maken. Waarom dan moeilijk doen? Of toch wel? We hadden in DNA een zekere diepgaande discussie verwacht, eindelijk, over de weg die wij willen gaan met vreemdelingen. Is er een bewust beleid om een bepaalde type mensen duurzaam te binden aan het land? In principe is de naturalisatie het sluitstuk van een ‘probleem’  dat veel eerder begint: bij de toelating van vreemdelingen. Die toelating moet restrictiever gaan worden. We moeten kritisch zijn en geen slaven toelaten die dag in dag uit werken, lange uren maken en in barakken slapen. We hebben geen oneerlijke concurrentie nodig, vooral als het aankomt op slavernij. De US Department of  State heeft in jaarlijkse landenrapporten vaker aangehaald dat Chinese slaven werkzaam zijn in Suriname. Nu is deze groep blijkbaar niet de groep die in staat is te kiezen voor een vaderland. Maar er zijn andere Chinezen die wel Suriname tot hun vaderland willen maken, althans een Surinaams paspoort willen. Wie zijn deze Chinezen… en deze Guyanezen? Waar zijn deze vreemdelingen actief en in welke sector? In welke inkomensklasse liggen deze vreemdelingen? En hoe loopt het af met de generaties die deze vreemdelingen voortbrengen: blijven ze in Suriname of vertrekken ze op 5-jarige leeftijd naar China voor een niet-Surinaamse en ordelijke opvoeding bij de grootouders in China? En tendens waar niemand het over heeft is een ogenschijnlijk groeiende betrokkenheid van Guyanezen in de gewelddadige criminaliteit.
Na een aantal jaren in Suriname legaal te hebben gewoond, wordt het moeilijk om een naturalisatie te weigeren, tenzij een duidelijk restrictief beleid op dat stuk wordt gevoerd die zijn beslag ook nog vindt in de wet. Over de groeiende aanwezigheid van Chinezen in ons land bestaat ongerustheid. Eerder stelden wij dat de oppositie wat dit betreft zich in een lastig parket bevindt, vooral de NPS en de VHP. De NPS zou de Chinezen hebben gebruikt om de ‘vleugels te breken’ van de opkomende Hindoestaanse kleinhandel, een deel van de ruggengraat van de VHP. Deze laatste partij of beter gezegd prominenten van de VHP zouden daaraan hebben meegewerkt uit eigen persoonlijk gewin. Vandaar dat op dit stuk noch de NPS noch de VHP lastige opmerkingen kan gaan maken. Zelfs in een in verband met “Wikileaks” uitgelekte ‘cable’ zou de Amerikaanse ambassadeur Lisa Schreiber-Huges dat hebben gerapporteerd aan het thuisfront. Ook de wetenschapper Dr. Martin Schalkwijk zou tot die conclusie zijn gekomen over de NPS. Dus veel om te zeggen zonder als hypocriet over te komen hebben de NPS en de VHP niet.
De stroom Chinezen naar Suriname gaat aan de internationale observateurs niet voorbij. Zo komen wij tot de verrassende ontdekking dat in het analytische boek “The Chinese in Latin America and the Caribbean” (De Chinezen in Latijns Amerika en het Caribisch Gebied) onder redactie van Walton Look Lai and Tan Chee-Beng een hoofdstuk 7 van Isabelle Lausent-Herrera gewijd is aan ‘Old Migrants, New Immigration and Anti-Chinese Discourse in Suriname’ (Oude immigranten, nieuwe immigratie en de anti-Chinese tendens in Suriname).
De massale Chinese immigratie naar landen als onderdeel van een nieuw Chinees buitenlands beleid, werd in de jaren ’90 duidelijk merkbaar in Afrika bezuiden de Sahara. Er worden 3 typen Chinese immigranten onderscheiden: tijdelijk verblijf van Chinezen (Chinese slaven) om openbare werken en infrastructuur aan te leggen, een handelarenklasse met een sterke businesslink met China en een arbeidersklasse die het land als transitland gebruikt, om toe te slaan bij een gat in een westers land zo gauw de kans zich voordoet.    Op het Afrikaanse vasteland wordt China geleid door 3 beweegredenen: toegang verkrijgen tot natuurlijke hulpbronnen, het vergroten van de Chinese exportmogelijkheden en het kweken van ondersteuning aan China in een aantal internationale organisaties. Het algemeen doel is het garanderen van de nationale economische groei en vergroten van de politieke invloed in de wereld.  Bij ons is het niet verschillend. De groeiende economische aanwezigheid van China in het Caribisch gebied gaat niet voorbij aan het IMF. Samen met de Universiteit van de West-Indies is in 2011 op een conferentie aandacht aan besteed. Van de 15 Caricom-landen zijn 9 landen pro China en 6 pro-Taiwan. Het IMF meent ook dat China’s aanwezigheid in het Caribisch gebied economische en politieke motieven heeft. De Chinese importen in deze landen nemen toe, tegenover beperkte maar toch toenemende investeringen. De Caribische regio neemt minder van 0.001% van de Chinese importen voor zijn rekening. Caricom exporteert bauxiet, aluminium, hout, asfalt en oud ijzer naar China. Het IMF meent dat de Caricom geen gebruik maakt van de mogelijkheden om producten waaraan waarde is toegevoegd zoals koffie, rum, suiker, vissen, zeekreeft en garnalen te exporteren. De importen uit China gaan toenemen omdat handelaren en consumenten gewend raken aan Chinese producten en de prijzen. China exporteert wat diensten betreft alleen constructiediensten naar onze regio. In 6 landen is China bezig met bouw en constructie, waarvan het meest divers in Suriname. China koopt politieke invloed door financiële hulp, na Nederland de grootste in Suriname. John Gimlette vraagt in zijn recente boek ‘Wild Coast’ over Suriname af “What’s next, Chinese Guiana”.
De Chinese immigratie naar Suriname is deel van dit geheel zoals hierboven geschetst. In de DNA hebben we 252 naturalisaties snel erdoorheen gejaagd. De holistische benadering en een integrale discussie is men niet bereid of gereed in Suriname te voeren.

error: Kopiëren mag niet!