Opvattingen over de jaarrede 2021-2022 van president Chan Santokhi – Deel 1

Hoewel het begrijpelijk is dat een president niet gedetailleerd kan ingaan op de richting van de regering over het boekjaar 2021-2022, is dat weggelegd voor een later stadium voor een discussie in DNA wanneer de begroting zal worden behandeld.

Op dat gebied zullen de respectievelijk ministers datgene wat ze denken te gaan doen voor de komende fiscale jaren verdedigen aan de hand  van  de opvattingen van de parlementariërs.

Het is ook een feit, dat bij de samenstelling van zo een jaarrede of al dan niet begroting, de respectievelijke ministeries hun stukken moeten opmaken over datgene ze hebben gedaan en nog moeten doen. Dit ministerie stuurt dat document op, wat wordt vervat in een totaalplan dat uitmondt in een financieel plan als een ontwerpbegrotingsplan. De president heeft in hoofdlijnen aangegeven wat zijn verrichtingen zijn geweest en waarnaar hij uitkijkt voor het komende jaar.

De president is de mening toegedaan dat in twee jaar regering Santokhi-Brunswijk, er meer dan 172 resultaten zijn geboekt. Desondanks zijn deze resultaten niet direct voelbaar en zichtbaar. Het kunnen zaken zijn die meer te maken hebben met het financieel vlak, zaken die uitgevoerd zijn op microniveau of zaken die liggen in de diplomatieke sfeer.

De president heeft nagelaten te vermelden dat vele van de projecten waren voorbereid tijdens de regering Bouterse. Alleen mocht de huidige president het lintje gaan knippen.

De president haalde aan dat Suriname op de kaart is gezet en dat internationale banden zijn versterkt. Aan de hand hiervan kan gesteld worden, dat er met een specifiek land, Nederland, de banden beter zijn geworden.

Bilateraal hebben we gezien dat er uitwisseling heeft plaatsgevonden tussen de twee landen middels bezoekjes die zijn afgelegd. Tijdens de vorige regering, die tien jaar onder leiding stond van Desi Bouterse, was de relatie met Nederland op een laag niveau en werden er geen activiteiten ontplooid.

Voor wat de relatie met andere landen betreft is Suriname nooit van de kaart geweest. Er zijn altijd goede banden onderhouden met landen als Brazilië, Cuba, Nicaragua, India, China en Venezuela.

De PetroCaribe deal werd met Venezuela uitgevoerd, ook met Cuba waar studenten plekken werden geregeld voor onze mensen, als ook voor leveren van verpleegkundigen aan Suriname. De presidenten van India, Venezuela en Brazilië hebben ook ons land bezocht tijdens de regering Bouterse. 

Wanneer gesteld wordt dat Suriname internationaal op de kaart is gezet, is dat in principe niet helemaal juist, omdat we nimmer van de kaart zijn geweest. Wat namelijk was gebeurd is dat met één specifiek land, de banden en betrekkingen verstoord waren.

De president geeft in een serie van zijn successen aan, dat uit de samenwerking met internationale financiële instituten, ze steun hebben gehad te weten US$ 1.5 miljard. Echter deze financiële steun bestaat uit een reeks van leningen op midden- en lange termijn verschaft die de bevolking niet direct zal zien. Veel van deze investeringen die men nog moet krijgen gaan naar consultantsvergoedingen en komt niet direct naar de bevolking. Internationaal zegt men, dat 50% dat gegeven wordt voor het uitvoeren van projecten weg gaat in het administratieve verkeer bij consultants. De bevolking houdt er niet veel van over.

Verder heeft het staatshoofd aangegeven dat elektriciteit naar verschillende gebieden is gebracht waarbij hij de gebieden heeft genoemd. Het gaat om dorpen in de omgeving van Moengo, Alfonsdorp en Nickerie. Het is correct, dat er energie is gebracht naar diverse dorpen, maar hij moet ook aangeven dat de grotere projecten zoals zonne-energie netwerken en solar farm, projecten die middels donorsteun tot stand waren gekomen tijdens de regering Bouterse en dat alleen de uitvoering is geschied onder Santokhi. Dus deze arrangementen zijn niet gemaakt door de huidige regering.

De president heeft het tevens gehad over de uitgifte van 11.000 grondbeschikkingen in district Nickerie, Para, etcetera. Dit aantal vooral is vooralsnog niet zichtbaar voor de samenleving.

We weten wel dat elke regering grondbeschikkingen uitgeeft aan de bevolking. Het is ook bekend dat bij de uitgifte, partijpolitieke mensen gronden hebben gehad terwijl ze niet het recht hadden daarvoor in aanmerking te komen.

Dat stoort de bevolking, dat deze mensen zichzelf op de eerste plaats zetten in plaats van de burger.

Wat ook niet duidelijk is weergegeven is wie die 11.000 mensen zijn die de beschikkingen hebben ontvangen. Waarom maakt de regering op basis van openbaarheid van bestuur de namen van deze personen niet bekend, zodat de bevolking kan zien wie allemaal hebben gehad.

De beste controleur is niet de regering noch het parlement, maar de bevolking zelf. Het is niet zo moeilijk de namen te publiceren op de regeringswebsite zodat het volk er ook inzage in heeft.

 Alle regeringen zijn vaak genoeg bang om dat te doen om dat er namen kunnen voorkomen van mensen, al dan niet stichtingen, die niet in aanmerking moesten komen hiervoor. Het is ook bekend dat velen met slechte bedoelingen de grond doorverkopen die ze gratis hebben gehad. Zo verdienen ze geld waarvoor ze niet hebben gewerkt en dit kan gekwalificeerd worden als juridisch correct stelen.

President Santokhi heeft ook binnen zijn verdiensten opgesomd, het feit  dat het startsein is gegeven voor het opzetten van een diepzeehaven te Susanadal in verband met de olie- en gasindustrie. Wat hij vergeet te zeggen is, dat dit geen regerings initiatief is. De regering is namelijk bezig dit te claimen alsof het van haar is. Dit is puur een particulier initiatief dat wordt genomen met particulier geld en risico. De regering kan derhalve niet beweren dat het haar initiatief is, omdat zij niet de initiatiefnemer of de risicodrager is, maar wel de vergunningverstrekkers voor de faciliteiten die men wil opzetten.

Tenslotte heeft de president  over enkele basiszaken gesproken waaronder het feit dat er lokalen zijn gebouwd binnen het onderwijs. Opzich is daar niets mis mee, maar het is ook belangrijk te weten hoeveel kinderen naar school gaan. Er kan dus uitgerekend worden hoe groot de doorstroming zal zijn en dus hoeveel lokalen je extra nodig hebt. Het juiste aantal is te verkrijgen bij het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur en is een aanvulling op wat er al is.

Dat het bijbouwen van meer lokalen dus gezien wordt als een grote verworvenheid is raar, omdat het een normale operatie is die uitgevoerd wordt binnen het onderwijs. Het ministerie van Onderwijs heeft inmiddels bekend gemaakt een tekort te hebben aan gebouwen en dat de kinderen hopelijk nog gefaciliteerd kunnen worden voor deze maand vooral gezien de school al is begonnen.

Er is ook schoon drinkwater geleverd aan gebieden die daarover nog niet beschikten. Dat is een compliment waard, omdat elke burger recht heeft op schoon drinkwater. Ook is het bekend, dat het achterland al jaren verstoken is van schoon drinkwater. We weten echter dat dit soort faciliteiten waar de mensen recht op hebben duurder zijn dan waar er veel mensen wonen. Het kost substantieel meer om deze faciliteiten aan te leggen waar dorpen en kleine gemeenschappen zijn.

Ook zijn er herstelwerkzaamheden verricht aan asfaltwegen oftewel veel lapwerk, maar er is nog veel achterstallig onderhoud te doen. De overheid heeft uiteraard die middelen nog niet in voldoende mate om complete asfalteringswerkzaamheden uit te voeren. Dat is de resultaat van de banale economische vernietiging die de regering Bouterse heeft achtergelaten voor deze president. De president moet wel met hele verhalen komen, anders krijg je dat mensen het zelf gaan invullen.

Jerrel Hoogstraten 

error: Kopiëren mag niet!