Barbier wil lang haar: meer nuchterheid nodig bij financieel beleid

Door de regering moet meer nuchterheid en realiteitszin aan de dag worden gelegd om de financiële stand van zaken met de buitenwacht goed te regelen. Er is recent door de regering een verklaring uitgegeven, dat er nog geen overeenstemming is bereikt tussen de Oppenheimer bondholders en de regering van Suriname. Dat is wel een minder prettig nieuws, nadat de minister van Financiën in DNA recent de indruk heeft gewekt, dat er successen zijn geboekt door ministers die speciaal voor financiële zaken in het buitenland waren. We hebben toen aangegeven dat er geen sprake kan zijn van successen, want het gaat ten eerste om het aflossen van leningen. Ten tweede zou er zelfs sprake zijn van het aangaan van nieuwe leningen voor redenen die of consumptief of onduidelijk van aard zijn. En als leningen ons probleem zijn, dan kan het aangaan van leningen nooit een succes zijn. Wanneer een land in een wurggreep is, dan is het een kwestie van overleven. 

Recent is in een artikel op een buitenlands medium verklaard, dat 52 landen op de rand van afgrond balanceren, maar dat de internationale financiële wereld en de kapitaalmarkt geen krimp geven.

Dus wat de verschaffers van kapitaal betreft mogen de staten vervallen tot failed states. 52 is een nogal hoog aantal, dat is ongeveer een kwart van alle kleine en grote (ei)landen in de wereld. In het artikel werd begonnen met de situatie in Sri Lanka, een land dat zodanig ondergedompeld is in schulden dat het niet eens een zelfstandig buitenlands beleid kan voeren. De landen die het kapitaal hebben verschaft, die dicteren Sri Lanka wat het op allerlei internationale fora moet gaan voorlezen. De diplomatieke vertegenwoordigers haasten zich van conferentie naar conferentie om landen als China te verdedigen en bij te staan wanneer het gaat om de schending van mensenrechten. In maart 2021 maakte het IMF bekend dat schuldverlichting (kwijtschelding) in overweging was voor een aantal (39) ‘heavily indebted poor countries’ (arme landen met hoge schuldenlast). Suriname kwam niet op de lijst voor, wel Guyana en Haïti. Suriname is zeer waarschijnlijk heavily indebted, maar nog niet poor. Guyana was poor, maar zal dat formeel waarschijnlijk niet meer zijn met de hoogste niveaus van economische groei in de wereld.

Een groot deel van de landen, inclusief Guyana en Haïti, hebben al een programma (Debt Relief Initiative) doorlopen en hebben hun schuldverlichting ontvangen. Het initiatief was een oud initiatief van 2020. Landen werden als heavily indebted geclassificeerd als de ratio’s schuld-exporten meer dan 200-250% was en schuld-inkomsten meer dan 280%. Deze initiatieven zijn gekoppeld aan armoedereductie (poverty reduction). Als we kijken naar de mappen die wereldwijd ter beschikking zijn, dan behoort Suriname tot de landen met het hoogste aantal armen. Dat, ondanks een enorme rijkdom aan natuurlijke hulpbronnen en een piepkleine bevolking. Dat betekent dat de regeringen incompetent zijn en niet in staat en bereid of gemotiveerd zijn om de rijkdommen te distribueren zodat iedereen kan leven. Het gevolg in Suriname is een nieuwe exodus van een groot deel van de jongeren en het kader. 

Armoede in landen als Suriname is het resultaat van kwaliteit van bestuur en dat wordt door degenen die het slachtoffer worden in de positie gezet. De kiezer kan dus niet ruiken wie stinkt door een zeer gebrekkige scholing en analytisch en denkvermogen.

In elk geval waren de Oppenheimer mensen in de week van 11 juli in Suriname voor onderhandelingen.

Er is nog geen overeenkomst. De regering zegt dat partijen ‘iets’ dichter bij elkaar zijn gekomen, maar de gemeenschap weet dat de regering op dit stuk graag goed nieuws wenst te melden. Maar, als de regering zegt ‘iets’ dichter bij elkaar, dan kunt u zelf raden wat de vooruitgang is die zou zijn geboekt. De onderhandelingen gingen over de herschikking van de schuld van circa 800 miljoen USD.

Gooien met termen als “haircut” maakt geen indruk, omdat de burger daarmee niet naar de winkel kan voor brood en melk.

Liever kan de regering beginnen om zaken in het Sranantongo uit te leggen.

Indien Suriname zou meegaan met het huidige bod van de bondholders, dan zou dit betekenen dat de begroting in gedrang zal komen. Dat lijkt op een verklaring van de vorige regering toen men kapte met IMF, omdat deng Srananman bo dede ini a film. Dus we gaan dezelfde toer op met onze excuses. ‘Het volk zal dan weer het gelag moeten betalen’, in dezelfde trant was de verklaring ook van president Bouterse om te kappen met het IMF. De Financiën-minister geeft nu de schuld aan Oppenheimer, omdat die zou weten wat de positie van Suriname was. Daarover kan je lang en breed discussiëren, feit is wel dat de VHP een brief had geschreven als oppositiepartij.

De minister geeft in zijn verklaring ook aan, dat hij succes heeft met de Parijs Club voor een schuldherschikking. Maar, om hoeveel geld gaat het? Hoeveel procent is het van de totale schuld?

Met betrekking tot Oppenheimer moet de minister begrijpen dat het bij Oppenheimer gaat om investeerders en beleggers. Oppenheimer is een beleggings organisatie, niets anders. Het zijn Wall Street boys, deze zijn van Zuid-Afrika. Zij hebben geen gevoel, ze werken niet met emoties en tje’poti. Ze moeten geld maken. Ze hebben aangeboden gekregen en ze hebben het genomen.

Zielig doen helpt dus niet, ze hebben geen haast, want de rente loopt op, die stopt niet. Ook in de tijd van olie-inkomsten loopt het door, dan krijgen ze het dubbel en dwars. De Club van Parijs heeft niet kwijtgescholden, maar uitgesteld. Het gaat om 100 miljoen, wat een druppel is op het geheel. Ze moesten kwijtschelding krijgen wat ze niet hebben gehad, dus niks succes. Daarvoor dient de Club van Parijs. 

De regering moet haar strategie naar de bevolking toe dus weer even tegen het licht houden. Het kan alleen maar olie op het vuur gooien.

error: Kopiëren mag niet!