Met de historische verkiezing van Jennifer Simons als de eerste vrouwelijke president van Suriname, wordt een nieuw hoofdstuk geschreven in de politieke geschiedenis van het land én van de Caribische regio. Haar verkiezing markeert een belangrijke mijlpaal voor gendergelijkheid en vrouwelijk leiderschap binnen de Caricom.
De Caribische regio kent inmiddels een aantal vrouwen die de hoogste politieke functie hebben bekleed. Enkele zijn uitgegroeid tot sterke leiders, anderen konden de verwachtingen niet inlossen.
Succesvolle vrouwelijke leiders in de regio
Kamla Persad-Bissessar werd in 2010 de eerste vrouwelijke premier van Trinidad en Tobago. Haar beleid focuste sterk op onderwijs, infrastructuur en vrouwenrechten. Ze wordt nog steeds gezien als een invloedrijke stem binnen de Caricom.

Ook Portia Simpson-Miller van Jamaica, die tussen 2006 en 2007 en opnieuw van 2012 tot 2016 premier was, wordt herinnerd als een leider met een sociaal hart. Ze zette zich in voor armoedebestrijding, volksgezondheid en jongerenontwikkeling.
Mia Mottley van Barbados is wellicht het meest spraakmakend in recente tijden. Ze is sinds 2018 premier en wordt internationaal geroemd om haar leiderschap rond klimaatverandering en schuldenkwijtschelding voor kleine eilandstaten. Haar heldere toespraken op VN-podia en haar hervormingsbeleid hebben haar tot een wereldwijde voorbeeldfiguur gemaakt.
Minder succesvolle of omstreden vrouwelijke leiders
Niet elke vrouwelijke leider in de regio wist echter blijvend succes te boeken. Janet Jagan, voormalig president van Guyana, had een controversieel leiderschap (1997-1999). Hoewel ze historische betekenis had als de eerste vrouwelijke president van het land, werd haar beleid geplaagd door politieke onrust en etnische spanningen.
In Haïti (hoewel geen lid van Caricom, maar Caribisch) was Ertha Pascal-Trouillot korte tijd interim-president in 1990. Haar leiderschap werd gekenmerkt door instabiliteit, maar zij wordt desondanks erkend voor haar rol in het begeleiden van democratische verkiezingen.
De weg vooruit voor Suriname
De Surinaamse samenleving kijkt met gemengde gevoelens naar het leiderschap van Jennifer Simons. Enerzijds heerst hoop dat haar politieke ervaring en kalme leiderschapsstijl het land kunnen stabiliseren. Anderzijds ligt er een zware erfenis van economische crisis, corruptieschandalen en verdeeldheid. Haar succes zal grotendeels afhangen van het vermogen om boven partijpolitiek uit te stijgen en duurzame hervormingen door te voeren.
Met de verkiezing van Simons wordt een symbolische drempel doorbroken, maar het daadwerkelijke leiderschap zal nu inhoud moeten krijgen. De regio kijkt mee – met verwachtingen én met lessen uit het verleden.