Suriname telt naar schatting 500.000 inwoners en 145.000 huishoudens, maar beschikt over ruim 900 volksvertegenwoordigers en bestuursleden op nationaal, districts- en lokaal niveau. Dat is buiten proportie, zegt politicoloog dr. Wilfred.
“In een land met deze schaal leidt dit tot een logge, inefficiënte overheid die meer kosten dan oplossingen produceert.”
Volgens dr. Wilfred kampt Suriname – zoals veel voormalige kolonies – met een tekort aan hoogopgeleide beleidsmakers. “De onafhankelijkheid kwam eerder politiek dan institutioneel. De staat groeide, maar het kader niet mee. Dit creëerde ruimte voor een kleine, goed verbonden elite om het systeem naar zich toe te trekken.”
Voorbeeld: in sommige districten is er één volksvertegenwoordiger per 500 inwoners – een verhouding die in rijke democratieën ondenkbaar is. Hierdoor ontstaat volgens dr. Wilfred een netwerk van patronage, waarbij posities worden uitgedeeld als gunsten.
Het gevolg? Beleidsvorming blijft steken in persoonlijke belangen, in plaats van nationale ontwikkeling. “Het politieke systeem is nu ingericht op zelfverrijking in plaats van service,” zegt hij.
“Als dit zo doorgaat, zal de economische groei worden gesmoord en blijft een groot deel van de bevolking structureel buitenspel staan.”