Mogelijke nieuwe coalitie wil ministerie van Olie en Gas oprichten

De mogelijke nieuwe coalitie, onder leiding van de NDP en bestaande uit zes partijen, overweegt de oprichting van een apart ministerie van Olie en Gas. 

Momenteel valt alles wat met olie en gas te maken heeft onder het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH). Als dit plan doorgaat, zal de portefeuille naar verwachting worden toevertrouwd aan de NPS. Maar wat zou een dergelijk ministerie precies moeten omvatten, en waarom is deze splitsing relevant?

Wat zou een ministerie van Olie en Gas moeten inhouden?

Een ministerie van Olie en Gas zou zich exclusief richten op het gehele beleid en beheer van de olie- en gasindustrie. De belangrijkste taken zouden kunnen zijn:

  • Beleidsontwikkeling: Opstellen van nationaal energiebeleid gericht op olie en gas.
  • Toezicht en regulering: Reguleren van concessies, vergunningen en milieuaspecten binnen de sector.
  • Exploratie en exploitatie: Samenwerking met en toezicht op commerciële partijen zoals Staatsolie.
  • Import en export: Controle op import van geraffineerde producten en export van ruwe olie of gas.
  • Transparantie en rapportage: Openbare rapportage van inkomsten, productie en milieueffecten.
  • Internationale betrekkingen: Onderhandelingen met buitenlandse oliebedrijven en multilaterale instellingen.

Een apart ministerie zou kunnen zorgen voor meer focus, expertise en controle binnen deze complexe en economisch belangrijke sector.

Internationale voorbeelden: Wie heeft een apart ministerie?

Verschillende landen hebben een specifiek ministerie of een afzonderlijke autoriteit voor olie en gas:

  • Noorwegen: Heeft het ministerie van Petroleum en Energie, dat nauw samenwerkt met de Noorse Petroleumdirectoraat (NPD).
  • Nigeria: Beschikt over het Ministry of Petroleum Resources, en heeft daarnaast een onafhankelijke toezichthouder (Nigerian Upstream Petroleum Regulatory Commission).
  • Venezuela: Het Ministerio del Poder Popular de Petróleo beheert de sector in nauwe samenwerking met het staatsbedrijf PDVSA.
  • Trinidad en Tobago: Heeft het Ministry of Energy and Energy Industries, met aparte eenheden voor toezicht.
  • Brazilië: Heeft geen apart ministerie, maar wel een sterke nationale toezichthouder: ANP (Agência Nacional do Petróleo).

Alternatief: Onafhankelijke autoriteit

In sommige landen wordt gekozen voor een aparte onafhankelijke olie- en gasautoriteit, los van een ministerie. Deze autoriteiten voeren vaak de volgende taken uit:

  • Uitgifte van vergunningen
  • Monitoring van naleving
  • Rapportage aan het parlement
  • Onafhankelijke audits

Een voorbeeld is het UK North Sea Transition Authority in het Verenigd Koninkrijk.

Waarom Staatsolie niet alles alleen in haar portefeuille moet hebben

Op dit moment heeft Staatsolie een hybride rol: het bedrijf doet aan exploratie en productie van olie, maar is óók betrokken bij import van brandstofproducten én deels bij beleidsvorming. Dit zorgt voor een ernstige concentratie van functies, wat leidt tot:

  1. Belangenverstrengeling: Staatsolie heeft commerciële belangen, maar zit ook dicht op beleidsbeslissingen.
  2. Gebrek aan transparantie: Doordat er geen duidelijke scheiding is tussen toezicht, exploitatie en beleid, is controle door parlement en samenleving beperkt.
  3. Onoverzichtelijkheid: Burgers, bedrijven en investeerders hebben moeite om te achterhalen wie waarvoor verantwoordelijk is.
  4. Beperkte checks-and-balances: Zonder onafhankelijke regulering of scheiding van bevoegdheden kunnen misstanden moeilijk aan het licht komen.

Conclusie

De oprichting van een apart ministerie van Olie en Gas zou Suriname beter in staat stellen om deze cruciale sector strategisch en transparant te beheren. Door een duidelijke scheiding aan te brengen tussen beleid, toezicht en uitvoering, kan de sector professioneler en efficiënter functioneren. Internationale voorbeelden tonen aan dat dit model gangbaar is en goed werkt – mits correct ingericht en transparant uitgevoerd.

error: Kopiëren mag niet!