Er is een campagne gaande in Suriname met social media als platform om burgers het stemmen te ontmoedigen. Wie naar de stembus gaat, zou instemmen om een slaaf van de politiek te zijn. Niet naar de stembus gaan is het niet naleven van een belangrijke burgerplicht, waarop er weliswaar geen straf staat. Het stemmen is een recht, een vrijheid en een plicht, in volgorde van sterkte. Niet naar de stembus gaan betekent dat de verkiezingsopkomst laag zal zijn als mensen gevolg geven aan de campagne. Overigens moet wel gezegd worden dat de campagne die gepaard gaat met een flyer, niet voor alle burgers van Suriname duidelijk zal zijn.
Maar niet naar de stembus / het stembureau gaan verschilt van een andere ‘alternatieve’ manier om een bepaald signaal te geven aan de politiek in Suriname: het wel naar de stembus gaan maar blanco stemmen. Degenen die dat doen, die worden wel geteld bij het bepalen van de opkomst. Een blanco stem wordt naar wij weten ook als zodanig genoteerd. Niet naar de stembus gaan is geen geloof hebben in het politieke systeem van een land of zich zodanig buiten de samenleving geplaatst voelen dat men voor zichzelf geen rol ziet in het systeem, om iets voor zichzelf te veranderen.
Wel gaan maar blanco stemmen geeft aan dat men wel een geloof heeft in het politiek systeem en wel zichzelf nuttig vindt in de samenleving, maar gewoon niemand van kaliber op de kandidatenlijsten heeft gezien om op die te stemmen. Blanco stemmen is een signaal van politieke bewuste burgers die hoge eisen stellen aan politieke partijen en hun kandidaten, maar ook aan zichzelf. Het betekent dat de politieke partijen harder hun best moeten doen om goede kandidaten te interesseren voor een post op de lijst.
Tijdens verkiezingen kan er in veel landen ook blanco gestemd worden. Een blanco stem wordt in Nederland wel meegerekend in het opkomstpercentage, maar heeft geen invloed op de uitslag van de verkiezingen. Bij verkiezingen wordt een blanco stem vaak als een duidelijker protest gezien dan onthouding van stemmen. Wanneer iemand zich onthoudt van stemmen is dat vaak omdat hij gewoon niet geïnteresseerd is in politiek, terwijl mensen die blanco stemmen dat juist wel zijn.
Het grootste misverstand over de blanco stem is dat het een geldige stem zou zijn en dus zou meewegen in de uitslag. De ene verklaring is dat de stem uiteindelijk naar de ‘winnaar’ van de verkiezingen zou gaan, terwijl anderen juist beweren dat een zetel bij genoeg blanco stemmen leeg zou moeten blijven. Bij de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen in Nederland in 2006 in Delfzijl, was circa 30% van de stemmen blanco. Het resultaat wees uit dat het niets uitmaakt voor de uitslag. In landen waar stemmen op de computer mogelijk is zou het ‘blanco’ stemmen een optie zijn. Deze worden ook aan het einde allemaal opgeteld.
In december 2008 werd de Kieswet in Nederland gewijzigd. Daardoor werd voor het eerst een onderscheid tussen ongeldige stemmen en blanco stemmen. Blanco stemmen zijn stembiljetten waarop geen enkel hokje rood is gemaakt en waarop ook niet getekend of geschreven is (dus letterlijk blanco). Als het biljet anderszins geen geldige stem bevat (bijvoorbeeld meerdere rode hokjes), is het ongeldig. Als het woord “blanco” op het biljet is geschreven, dan telt dit als een ongeldige stem en niet als een blanco stem. Het onderscheid tussen blanco en ongeldige stemmen dient slechts voor de boekhouding; nadat de aantallen zijn vastgesteld, worden blanco en ongeldige stemmen op dezelfde manier behandeld (ze tellen mee voor de opkomst, maar niet voor de verdere uitslag).
In de Surinaamse Kieswet worden biljetten waar geen enkele witte stip rood is gekleurd, van onwaarde verklaard, precies als de biljetten waarop meerdere stippen zijn gekleurd of waarop is geschreven. Die blanco stemmen worden dus niet apart bijgehouden, althans die verplichting is er niet in de wet.
Het is een feit dat politici die niet eerlijk zijn of bang zijn zichzelf te verraden, zich ver houden van eerlijke principiële mensen die vaak ook capabel zijn voor hoog intellectueel werk waarbij ze de man van de straat centraal kunnen stellen.
Politici houden zich ver van deze burgers, omdat hun loyaliteit misschien niet gegarandeerd is. Soms worden deze mensen wel benaderd, maar dan kan het niet bestempeld worden als een oprechte poging.
Wat we zien nu op de lijsten van alle politieke partijen is veel bagger. In Suriname worden gewoon mensen van de straat geplukt om op kandidatenlijsten te zetten. Iedereen is bezig dwangmatig en geforceerd een bromtji djari te presenteren. En daarbij wordt niet gekeken naar de inhoud. Men moet wel een jas hebben die past, een das en een hemd en passende broek. Daarin zal men worden gefotografeerd voor de flyers. Als je een jas en een das kan dragen, dan kan je wel een DNA-lid of een minister worden.
We zien op de kandidatenlijsten personen die niet eens weten wat het verschil is tussen de DNA en de regering. Mensen maken geen moeite om een visie over Suriname te presenteren. Sommigen zetten hun flyers op webpagina’s die veel bekeken worden. Soms zie je dan een aantal flyers naast elkaar: allemaal van corruptelingen en schuinsmarcheerders.
Een ding mag onze politici wel meegegeven worden: het niveau is met een vrije val aan het dalen. Iedereen wil werkgelegenheid, goed onderwijs, goede gezondheidszorg, bevordering van ondernemerschap, goede uitkeringen en een goed beleid voor het binnenland. Sommigen willen ook ondersteuning voor de sport. Maar hoe men dat zal realiseren is een raadsel. De komende dagen zullen we weer een paar verkiezingsprogramma’s belichten.