In aanloop naar de verkiezingen van 25 mei lijkt het politieke toneel in Suriname meer op een slechte tv-serie dan op een gedegen campagne.
Dat stelt verkiezingsstrategie Erik Voss, die al jaren de pols meet van de politieke sfeer in het land.
“Er hangt iets in de lucht wat je kunt omschrijven als paniek”, zegt Voss. “Partijen die het verlies al aan zien komen, zijn druk bezig met een zogenaamde ‘zachte landing’. Maar in plaats dat ze zich richten op inhoudelijke alternatieven, beginnen ze nu al te flirten met ongefundeerde beschuldigingen en vage signalen van fraude.”
Volgens Voss is er tot nu toe geen enkel bewijs gevonden voor mogelijke grootschalige verkiezingsfraude. Toch proberen sommige partijen via media en sociale platforms een beeld te schetsen alsof de uitslag al in twijfel getrokken kan worden. “Dit is een klassiek patroon”, legt hij uit. “Ze zoeken kunstmatig grondslag voor mogelijke onrust of verzet. En daarmee geven ze eigenlijk gewoon hun angst toe.”
De reden? Een verloren verkiezing betekent mogelijk tien jaar oppositie. “Voor sommige partijen is dit een existentiële kwestie. Ze weten dat het moeilijk wordt om terug te keren als ze deze verkiezingen missen.”
Desalniettemin blijft Suriname volgens Voss een stabiele democratie met ervaring in vreedzame verkiezingen. Internationale waarnemers zullen ook dit jaar weer aanwezig zijn, terwijl de historie aantoont dat verkiezingen hier grotendeels ordelijk verlopen.
“Wat we nu zien, is niet strategisch denken. Het is paniekzaailing. En dat is geen basis voor een geloofwaardige toekomstvisie.”
