Dansende nietsnutters

Suriname gaat over een paar maanden naar de stembus en de Surinaamse kiezer gaat weer tegen personen en partijen stemmen en niet voor een alternatief systeem. De census is nu gaande en straks zal weer blijken hoe het gesteld is met de scholing van de gemiddelde Surinaamse burger. 

Een topdiplomaat heeft niet lang terug weer eens benadrukt dat bijna 70% van de Surinaamse bevolking niet verder is gekomen dan de tweede klas van de MULO-school en dat minstens 40% zelfs de lagere school niet heeft afgerond. Deze schokkende cijfers hebben volgens hem ernstige gevolgen voor de levensverwachting en de keuzes die Surinamers maken. Daaronder vallen nemen wij aan dus ook de politieke keuzes. 

We zien al dat veel politici indruk maken door te gaan dansen. Ze maken anderen belachelijk, maken racistische opmerkingen en dansen. Dat is hun campagne. We zien ook dat er heel enthousiast daarop wordt gereageerd door de kiezers. Wat partijen dus ogenschijnlijk moeten dus, is bij het rekruteren van DNA-leden ook even checken of de mensen kunnen dansen. Dus zo’n intake-gesprek houdt dan in: een kennismaking over de persoonlijkheid, de competenties, hoe ver de loyaliteit zal gaan en als laatste een danstest. Faalt men bij het laatste, dan is men niet geschikt voor het grote werk om het land te verheffen, dan is men op een reservelijst voor het geval de partij klem loopt of als er DR- of RR-posten in te vullen zijn. 

We zien dat de Surinaamse kiezer echt kijkt naar gezichten van de politicus. Van serieuze verhalen en plannen en zaken als klimaatverandering begint men al heel gauw te vervelen. De politici hebben dat al geprobeerd en ze geven de kiezer wat hij verdient: een dansende nietsnutter. 

Grote partijvoorzitters worden door de kiezers vergeleken wie beter zou zijn op basis van wie het best danst. Een politicus die we nooit hebben zien dansen en daarvoor ook niet de moeite heft gemaakt is president Ronald Venetiaan. De zeer intellectuele president is gewoon zichzelf gebleven en gaat de geschiedenisboeken in als de meest degelijke president met behoorlijke wapenfeiten. In Suriname worden de metingen niet gedaan door de universiteit, maar de Surinaamse kiezers behoren niet tot de meest geschoolde. 

In andere landen wordt het kiesgedrag van de specifieke groepen burgers wel onderzocht. Twee jaar geleden, in 2014, ontdekte het Pew Research Center dat Republikeinen en Democraten in de USA meer verdeeld waren langs ideologische lijnen dan op enig moment in de voorgaande twee decennia. Maar de groeiende ideologische afstand beperkt zich niet tot partijdigheid. Er zijn ook groeiende ideologische verdeeldheid langs educatieve en generatielijnen. Hoogopgeleide volwassenen – met name zij die een vervolgopleiding hebben gevolgd – nemen veel vaker dan zij die minder zijn opgeleid overwegend liberale standpunten in. En deze verschillen zijn de afgelopen twee decennia toegenomen.

Meer dan de helft van degenen met een postdoctorale opleiding had ofwel consequent liberale politieke waarden of overwegend liberale waarden. Dit is gebaseerd op een analyse van hun meningen over de rol en prestaties van de overheid, sociale kwesties, het milieu en andere onderwerpen. Minder dan de helft van de postdoctorale studenten  had ofwel consequent conservatieve of overwegend conservatieve waarden. Ongeveer 1 op de 5 had een mix van liberale en conservatieve meningen. Onder volwassenen die een universitaire opleiding hebben afgerond maar geen vervolgopleiding, had in het onderzoekt 44% consistent of overwegend liberale politieke waarden, terwijl 29% minstens overwegend conservatieve waarden heeft; 27% heeft gemengde ideologische opvattingen.

Daarentegen heeft onder de meerderheid van de volwassenen die geen universitaire graad hebben (72% van het onderzoek), veel minder mensen liberale meningen. Ongeveer een derde van degenen die enige universitaire ervaring hebben maar geen bachelordiploma (36%) heeft consistent liberale of overwegend liberale politieke waarden, net als slechts 26% van degenen met niet meer dan een middelbareschooldiploma. Ongeveer een kwart in elk van deze groepen (28% van degenen met enige universitaire ervaring, 26% van degenen met niet meer dan een middelbare schooldiploma) heeft consistent conservatieve of overwegend conservatieve waarden.

Het kan niet anders dan dat de opleiding ook in Suriname een rol speelt. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de keus die men maakt om mensen ondanks hun wangedrag, op kandidatenlijsten te zetten. Een voorbeeld hiervan is de NPS. We zien verder dat de NPS, die pretendeert een nationale partij te zijn, niet in staat is geweest de diversiteit te presenteren die ze van andere partijen wel verwacht. Die diversiteit is ook niet te zien bij de NDP. Het is jammer dat de SPA indertijd om futiliteiten is gesplitst en nu moet samenwerken in een combinatie. 

Geen van de partijen heeft een sterke arbeidsagenda. In OPTSU had de SPA 0 inbreng met betrekking tot de belangen van de wrokomangs. De gebrekkige ontwikkeling van de Surinaamse kiezers heeft waarschijnlijk ook een andere gevolg: de versplintering met teveel nietszeggende partijen. 

error: Kopiëren mag niet!