Er is een gevaarlijke tendens waar te nemen in Suriname die doet denken aan terreur van groepen tegenover elkaar. We zeggen dit naar aanleiding van de berichten over onteigeningen van grond en bezittingen die vanuit het ministerie van Grondbeleid zouden zijn uitgevoerd. Het is publiek geheim dat dit ministerie gerund wordt op instructie van de voorzitter van de partij waarvan de minister afkomstig is. Er zouden onteigeningen van bezittingen van burgers hebben plaatsgevonden en er is een dreiging daartoe in bepaalde districten. Het gaat om de districten Wanica, Saramacca, Commewijne en Nickerie.
En precies hier komen we in dit stuk op een heel gevaarlijk punt, maar het kind moet toch bij de naam worden genoemd. In Suriname hebben we sinds de nieuwe president aanzit, een bepaalde tendens waargenomen in de publieke opinie. Het wordt gevoed uit het buitenland door de mensen die in Nederland de president openlijk aan het beledigen en uitschelden waren voor de Anton de Kom Lezing. Het wordt gevoed door bepaalde politieke partijen zoals de NDP die baat hebben bij spanningen tussen concurrerende politieke partijen. Er is op de radio en op de social media een heleboel gezegd over de Surinaamse politiek die zeker in het begin georganiseerd was langs etnische lijnen. De politieke partijen vonden, bekeken tegen de tijdgeest van toen in de jaren ’40 tot en met ’60, het niet nodig om er doekjes om te winden. Dat zag je ook in de naamgeving van de partijen.
Suriname is een natie geworden door het gewild of ongewild achterblijven van groepen van tot slaaf gemaakten, en van Aziatische groepen zoals de hindoestanen en de javanen. De verschillende culturele achtergronden en hoe het hun en hun voorouders was vergaan, hebben deze groepen hun eigen collectief gebleken aspiraties te hebben. Deze aspiraties waren niet bekend bij de koloniale heersers. De hindoestanen bijvoorbeeld hebben cultureel vanuit het land van afkomst een bepaalde waarde op na die te maken heeft met het hebben van eigen bezittingen waaronder onroerend goed en juwelen, collectieve landbouwproductie in joint family verband en het nalaten van goederen aan kinderen en zelfs kleinkinderen. Deze waarden zijn, door de wijze waarop deze groep de immigratieperiode heeft doorlopen en dat is met behoud van eigen religie en cultuur, blijven bestaan. Vandaar dat deze groep bijvoorbeeld een zeker belang hecht aan het bezitten van land. Omdat dat voor ze belangrijk was, was het ook in de koloniale en immigratievoorwaarden opgenomen, wanneer ze kozen om te blijven. Dat heeft de groep aangegrepen. Door sparen en landbouwproductie in collectief verband hebben de joint families vooral voor de oudere zonen nabijgelegen gronden bijgekocht waardoor men na gezinsvorming kon verhuizen. Meestal bleven de jongsten die niet waren geëmigreerd naar Nederland achter en erfden die de landerijen die aanvankelijk aan de joint family toebehoorden.
Daar komt nog bijkijken de uitgifte van onbeheerde gronden in de jaren ’80 weer aan de nazaten van de immigranten onder de Landhervormingsdecreten die door de militairen werden ingevoerd. Deze groep heeft ook nog via politieke connecties grond bijgekregen, die mogelijkheid hadden alle groepen, maar de aspiraties waren daarbij ook bepalend. Niet te onderschatten is ook geweest de fase van ondernemerschap waarin de nazaten van de immigranten terecht kwamen waardoor grond ook een vorm van investering werd van het kapitaal waarover men de beschikking kreeg.
Nu hebben we in dit land door de grondpolitiek en niet te onderschatten de aspiraties die cultureel bepaald en collectief blijken te zijn, een bepaalde stand van zaken wat betreft de economische situatie en het bezit van onroerend goed. In de publieke opinievorming, te oordelen naar alles wat gezegd wordt op social media, is er geen aandacht hoe de bezitsvorming in Suriname tot stand is gekomen. Men is geneigd om alleen te kijken naar het resultaat en dat is dat bepaalde groepen de beschikking hebben over land.
We hebben het hier gehad over de openbare oproepen die vanuit bijvoorbeeld Culturu TV zijn gedaan naar een bepaalde groep in Suriname. Daarbij is gesproken over zuiveringen zoals die aan toegegaan zijn in Oeganda en in Myanmar. Ook zijn steeds bepaalde religies met verwijzing naar beelden bij de Bosjebrug op een bepaalde manier besproken. We hebben de regering voor deze tendensen gewaarschuwd. Wat we nu zien, zijn nog lichte vormen van beleid uit deze landen in de vorm van grondroof. Deze onteigeningen waren onderdeel van etnische zuiveringen in de genoemde landen. Het heeft op den duur geleid tot massale soms gedwongen verhuizingen van groepen naar andere landen zoals Engeland en Canada. We zien in ontwikkelde landen onder deze groep dezelfde cultureel bepaalde tendens maar daar wordt die vooruitstrevendheid geapprecieerd en zelfs bewonderd.
In Suriname zijn we op een gevaarlijk punt van escalatie. Gedurende de jaren is grond door de voorouders overgedragen op kinderen en die hebben het onder hun kinderen en kleinkinderen verdeeld. In de districten waar de nazaten van de hindoestaanse immigranten wonen is er een behoorlijke vrees om het recht van grondhuur dat na 40 jaar vervalt, te gaan verlengen. Het kan gezien worden als een aanval van een groep op een andere groep, zoals het aan toegegaan is in Oeganda en in Myanmar. We zien dat deze groep die niet vaak en graag op straat is, omdat het vreemd is aan hun cultuur zoals het is verder ontwikkeld in Suriname, bezig is te bundelen om tegen deze onteigeningen op te komen.
We roepen de Surinaamse regering op om een begin van onderdrukking van bepaalde groepen die door een bepaalde strategie, spaarzaamheid, ondernemerschap en investeringen, achterwege te laten. Suriname kent een geschiedenis van een burgeroorlog, en exponenten van de ABOP hebben als enige politieke partij enige aandeel in gehad. Die generatie die geweldshandelingen heeft verricht en de confrontatie dus niet vreest, moet beseffen dat de tijd van geweld en oorlog voorbij is. De grondroof die nu plaatsvindt, kennelijk op instructie van de VP omdat men niet door een deur kan met de VHP, moet ophouden omdat het uiteindelijk neerkomt op een criminele daad gericht naar een bepaalde groep. Verder wensen wij er voorlopig geen woorden aan vuil te maken, in de hoop weer dat de vp tot inkeer komt.