Er is in Suriname een Suriname Economic Oversight Board (SEOB) die aangeeft dat het een ‘onafhankelijke instantie’ is dat als hoofddoel heeft het monitoren en adviseren van de regering over het implementeren van het IMF-programma. Ook buigt ze zich over het economisch herstelplan op basis van duidelijke prestatie-indicatoren.
We hadden niet veel in de openbare ruimte van deze instantie gehoord, maar intussen hebben ze al 2 bulletins uitgegeven. Bij nader onderzoek blijkt dat de regering op 1 juni 2023 een Memorandum of Understanding (MoU) heeft getekend met de SEOB. De SEOB is een initiatief van het Surinaams Bedrijfsleven en de Surinaamse Bankiersvereniging. Het kan derhalve moeilijk als een ‘onafhankelijke monitorings- en adviesorgaan’ dienen in het IMF-stabilisatie en herstelprogramma. De MoU zou mede ondertekend zijn door de minister van Financiën en Planning, de Governor van de Centrale Bank van Suriname en vertegenwoordigers van de Surinaamse Bankiersvereniging en Vereniging Surinaams Bedrijfsleven. In de SEOB mogen maximaal 10 personen zitten uit zowel de private als publieke sector, die op vrijwilligersbasis deelnemen. Wie dat allemaal zijn vooral vanuit de publieke sector en wat de publieke sector precies inhoudt is niet helemaal duidelijk. Ook in haar eerste bulletin is daarover geen duidelijkheid geboden.
Wat we SEOB wel moeten meegeven, is dat het haar beter dan de voorlichtingsorganisatie van de regering lukt om waarschuwingen door te geven en de vinger te leggen op punten van vooruitgang. Deze regering is beland in een spiraal van negatieve kritiek. Die is zo aanhoudend, intens en alomtegenwoordig dat de regering waarschijnlijk zelf ook alleen gelooft in negatieve gegevens. De regering verzuimt om haar tijd te nemen om goede ontwikkelingen te benadrukken, dat er goede vooruitgang is en dat er goede vooruitzichten zijn. De regering zegt wel eens dat er licht in de tunnel is, maar er worden geen cijfers bij gehaald om dat te staven. Daaruit blijkt dat de regering niet gelooft in regeren met cijfers of dat de regering door de cijferdeskundigen niet wordt ingelicht. Het gevolg is dat de regering niet in staat is om een boodschap van hoop te brengen voor de bevolking.
Wat er wel gebeurt is dat men steeds verwijst naar de zogenaamde bron van de misère, en dat heeft nu een ziekelijk niveau bereikt. Een voorbeeld was weer bij de viering van Javaans Nieuwjaar. Gezegd moet wel worden dat de public relations van de regering bar slecht is en dat het is verwaarloosd qua bemensing sinds haar aantreden. Een regering die met een zeer moeilijk startpositie begint, had een excellente communicatiepoot moeten hebben. Wat de SEOB doet hadden Financiën en Planning en de CBvS alleen moeten kunnen doen. De regering had deze analyses moeten aangrijpen om de bevolking maanden van te voren te waarschuwen en ook de punten van vooruitgang te benadrukken en te herhalen op de moderne manier.
De SEOB concludeert in haar tweede bulletin dat van de IMF-maatregelen ongeveer 60% afgerond was per juli 2023. Volgens de IMF-rapportage ligt het grootste deel van de maatregelen bij de CBvS, gevolgd door het Ministerie van Financiën en Planning. De CBvS is vooral verantwoordelijk voor de “monetaire en wisselkoersmaatregelen”, de “financiële sector” en “bestuur”. Financiën is verantwoordelijk voor fiscale maatregelen. Per juli 2023 waren de belasting- en bestuursmaatregelen het meest openstaand.
De jaar-op-jaar inflatie daalde ook in juni 2023, maar bleef nog hoog. Iets waarvoor de burgerij gewaarschuwd moet worden, ia dat er internationaal voedselprijsstijgingen zullen plaatsvinden, niet dat ze in Suriname zijn gecreëerd. Suriname zal daar niets aan kunnen doen, maar de bevolking zal de effecten voelen. Het gaat dan om graanprijzen en internationale olieprijsstijgingen.
De SEOB ziet ook dat door de verhogingen van nutstarieven, het inflatiedoel niet zal worden gehaald. Het doel was om de inflatie niet hoger te laten zijn dan 36,4% voor 2023. De inflatie voor 2023 wordt, als het tempo aanhoudt, geschat op ongeveer 40%. Opmerkelijk is ook, dat de SEOB vindt dat de wisselkoers in de afgelopen twee maanden tekenen van stabiliteit vertoonde. De koers is dus niet stabiel, maar vertoont tekenen van stabiliteit. We weten niet of er ook tekenen van instabiliteit zijn, misschien de hoge inflatie. Interessant is ook dat de internationale reserves, die over het algemeen zijn gestegen vergeleken met het moment van overname van de regering, zijn gedaald ten opzichte van 2022. Het staat nu op USD 1,08 miljard. Daarvan zijn de bruikbare reserves ca USD 820 miljoen ofwel 76% van de totale reserves in mei 2023. Het is wel nog net boven het gestelde target van USD 803 miljoen.
De importen werden voor ongeveer 6 maanden gedekt per mei 2023. De geschatte importdekking op basis van bruikbare reserves was ongeveer 4,6 maanden. Dit is boven de internationale norm van 3 maanden. Hier schuilt een latent risico aangezien na verdere herschikkingen van schulden de internationale reserves zullen afnemen om de achterstanden te betalen.
Ten slotte vinden we de ontwikkeling van de staatsschulden, een hoog gepolitiseerd onderwerp, interessant. De staatsschuld steeg van ongeveer 122% in 2022, toen deze regering aantrad, naar 200% per mei 2023. Is het dan zo dat tijdens deze regering de staatsschuld alleen maar is verslechterd? Als dat zo is, dan is uitgaande van de 200%, 39% gemaakt door deze regering. Gaan we uit van het geschatte BBP van het IMF van SRD 131,9 miljard, dan komt de geschatte staatsschuld per mei 2023 uit op 89%. De doelstelling voor de staatsschuld is het bereiken van een niveau van 120% van het BBP in 2024 en 60% van het BBP per 2035. De buitenlandse schuld bleef op SRD 92,8 miljard terwijl de binnenlandse schuld daalde met ongeveer SRD 600 miljoen naar SRD 25 miljard in mei 2023.
Dit zijn allemaal heel interessante cijfers die de regering moet gebruiken om boodschappen van hoop of voorbereiding op hardere tijden, te ondersteunen. Dat gebeurt nu heel weinig.