Sinds kort gaan er verhalen rond over de komst van een groep mennonieten in het westen van het land. Ze zouden hun ogen hebben laten vallen op een groot stuk grond om er een eigen gemeenschap op te gaan bouwen.
Mennonieten (doopsgezinden) zijn een conservatieve religieuze groepering. Ze worden ook wel Laagduitse mennonieten genoemd. Het zijn traditionele christelijke leefgemeenschappen die afgezonderd van de moderne wereld leven.
Terra Invest Suriname & Guyana
- In Suriname krijgen ze steun van Terra Invest Suriname & Guyana van de Nederlander Ruud Souverein. In recente publicaties van zijn hand, samen met een andere Nederlander, Bert Schreuders, neemt hij het in positieve zin op voor de mennonieten. Ze worden volgens hem “op handen gedragen in Bolivia, Paraguay, Argentinië, Mexico en Belize vanwege hun concrete en grote bijdrage die zij elk jaar weer leveren aan de economie, productie van voedsel en aan de sociale ontwikkeling”.
- Maar, dat op handen gedragen worden geldt in die, en andere landen, zeker niet voor inheemse gemeenschappen van wie mennonieten gronden in gebruik hebben. Verder stellen beide heren, dat de mennonieten “in harmonie willen leven met andere groepen in het binnenland of in de kuststrook”. Natuurlijk willen ze dat, maar de praktijk in diverse landen op dit continent toont toch een ander beeld en daaraan gaan de schrijvers en anderen voorbij.
- Schreuders had onlangs overigens een “overleg met een groep mennonieten over het onderwerp wet- en regelgeving waar zij als ondernemers in Suriname mee te maken krijgen”, zo laat hij via Facebook weten (zie foto hieronder). Diverse mensen hebben inmiddels negatief, boos en verontwaardogd gereageerd op het verhaal van Schreuders.
De Mennonieten Post berichtte onlangs, dat afgevaardigden van meer dan 20 kolonies in Belize, Bolivia en Mexico al maanden naar Suriname reizen. Verschillende mensen hebben belangstelling getoond om te verhuizen naar het gebied van 225.359 hectare, zo wordt gemeld. De Mennonieten Post schreef ook, dat de regering zal toestaan dat het land wordt gecultiveerd en bebouwd. De mennonieten zouden ook belangstelling hebben voor meer land in Guyana, maar de Guyanese regering zou hebben aangegeven geen belangstelling te hebben voor mennonieten immigratie
De geruchten over de komst van mennonieten in het westen van Suriname, zorgden meteen voor de nodige beroering, en terecht, zo bleek de redactie van Dagblad Suriname na een rondgang op internet. Het zijn immers inheemse gemeenschappen in diverse Latijns-Amerikaanse landen van wie gronden in bezit worden genomen, bossen worden hekapt en sommige inheemse leiders worden bedreigd door kolonies mennonieten.
Ontbossing
“Ze hebben nieuw land gekocht en ze hakken hout waar onze voorouders waren”, zegt een bron in Meta, Colombia. “Wij Mbya leven van het bos, maar hier is bijna niets meer”, zegt een inheemse inwoner uit Paraguay. “Ze kappen duizenden hectares”, zegt een lid van Kabi Habin, een bijenteeltcoöperatie in Mexico.
Deze getuigenissen hebben iets gemeen, aldus een artikel op de website Mongabay op 26 januari van dit jaar. Ze wijzen allemaal op doopsgezinde gemeenschappen die verantwoordelijk zijn voor de ontbossing in hun territoria of gemeenten.
Inheemse en andere lokale bevolkingsgroepen melden, dat uitgestrekte gebieden zijn ontbost om soja, maïs en sorghum te introduceren in vijf Latijns-Amerikaanse landen: Bolivia, Colombia, Mexico, Paraguay en Peru.
Inheemsen bedreigd
Eind maart berichtte Mongabay nog, dat leiders van de inheemse gemeenschappen Barrulia, Tsabilonia en Itwitsulibo, gevestigd in het Colombiaanse Meta-departement, waren bedreigd door leden van de doopsgezinde kolonie en andere individuen en geïntimideerd in een poging inheemse gemeenschappen van hun land te verdrijven en hen ervan te weerhouden om al verloren land terug te winnen. Verschillende van die leiders vrezen voor hun veiligheid.
Oerbos illegaal gekapt
Een maand later, april, schreef Mongabay dat in Tierra Blanca, in de regio Loreto in Peru een aantal mennonieten kolonies wordt onderzocht wegens het illegaal kappen van bossen in het Peruaanse Amazonegebied. Met betrekking tot de kolonie die zich in de buurt van Tiruntán vestigde, toont een document van het gespecialiseerde Milieuparket van het Openbaar Ministerie van 10 oktober 2022 aan, dat volgens een rapport van de National Forest and Wildlife Service of Peru (SERFOR), het gebied dat door de kolonie is vrijgemaakt overeenkomt “met oerbos”.
De gespecialiseerde milieuaanklager van Ucayali is een onderzoek gestart naar de illegale ontbossing van oerbos door de Tiruntán-kolonie (die zowel in de regio’s Ucayali als Loreto in Peru ligt). Het parket onderzoekt ook zaken met betrekking tot ontbossing van 894 hectare in Masisea en 1.400 hectare in Tierra Blanca
Studie: zo’n 3.9 miljoen hectare bezet door mennonieten in Latijns-Amerika door ongeveer 214 kolonies
Een recente studie, ‘Pious pioniers: de uitbreiding van doopsgezinde kolonies in Latijns-Amerika’, analyseert de bezetting van deze religieuze groep die vanuit Europa migreerde. De kaart van de doopsgezinde aanwezigheid die voor het onderzoek is opgesteld, berekent dat er ongeveer 214 doopsgezinde kolonies in Latijns-Amerika zijn die “een totale oppervlakte van ongeveer 3,9 miljoen hectare beslaan”, een gebied groter dan Nederland, aldus het onderzoek. De drie landen met het grootste aantal kolonies zijn Bolivia (90), Mexico (65) en Paraguay (25). De mennonieten arriveerden voor het eerst in 1922 in Mexico.
Op zoek naar nieuw land
In de landen waar ze zijn neergestreken worden grote stukken bos gekapt om plaats te maken voor mechanische landbouwactiviteiten. Maar, bekend is dat sommige gemeenschappen van mennonieten op zoek zijn naar nieuw land. De Mexicaanse mennonieten, doopsgezinden, bijvoorbeeld uit Chihuahua-kolonies, kampen met veiligheidsproblemen, waterproblemen en droogte en zoeken een uitweg. Ze bevinden zich nu in Colombia en in nieuwe kolonies in Argentinië. De Boliviaanse mennonieten gemeenschappen zouden fors groeien. Sommigen zijn ook in Peru en zoeken naar nieuw land binnen Bolivia maar ook daarbuiten. En, ook Suriname lijkt nu het doelwit te zijn van de groep zoekende doopsgezinden.
Kritische vragen in Assemblee
In de Nationale Assemblee werden vorige week dinsdagmiddag veel vragen gesteld over de mogelijke aanwezigheid van mennonieten in het land die een groot lap grond zouden hebben gekocht om er een nederzetting te vestigen. Verschillende parlementariërs willen duidelijkheid van de regering. Men wil vooral weten wie de mennonieten zijn, wat hun track record in de wereld is en wat het doel is van hun aanwezigheid in Suriname. Over de grond die zij zouden hebben gekocht wil het parlement weten wat de omvang hiervan is en waar die ligt. Er werd op gewezen, dat de verkoop van grond aan vreemdelingen volgens de Grondwet niet is toegestaan. Terwijl het parlement bezig is zich te buigen over het grondenrechten vraagstuk, wordt de samenleving nu met mennonieten geconfronteerd die gronden hebben gekocht, zo werd gesteld.
De redactie heeft bij herhaling, drie keer, minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) benaderd met de vraag wat hij kan vertellen, eventueel bevestigen, over de al of niet komst van een groep mennonieten in het westen van het land. Een reactie is vooralsnog uitgebleven.
(Foto top: Een groep uit Shipyard, Belize, die de bodem onderzoekt in Suriname in februari van dit jaar – Adrian Barbero / Anabaptist World, Mennonite news)
PK
