VSB vraagt president ontwerpwet Collectieve rechten Inheemse en Tribale Volken terug te nemen

De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) vraagt de regering om het wetsontwerp Raamwet Collectieve rechten Inheemse en Tribale Volken, die nu in behandeling is in het parlement, terug te nemen en te waarborgen dat nieuwe wetgeving in dit verband niet leidt tot onnodige schade voor bedrijven. 

In een schrijven aan president Chandrikapersad Santokhi spreekt de VSB haar bezorgdheid uit over de overgangsbepalingen die in artikel 9 van het wetsontwerp zijn opgenomen. Deze bepalingen betreffen feitelijk het ontnemen van de bestaande rechten van derden, hetzij direct bij de inwerkingtreding van de wet, hetzij op termijn wanneer er geen overeenstemming wordt bereikt over een overeenkomst voor het voortbestaan van die rechten.

Van rechtswege vervallen

In artikel 9 van het wetsontwerp onder de paragraaf Overgangsbepalingen staat onder meer, dat verleende concessierechten die gelegen zijn binnen een inheems of tribaal woon- of leefgebied, bij inwerkingtreding van de wet van rechtswege komen te vervallen. In geval de dorpsgemeenschap uitdrukkelijk te kennen geeft, dat de verleende rechten niet ingetrokken hoeven te worden, treden partijen (de dorpsgemeenschap en de concessionaris) in overleg met elkaar met als doel tot een overeenkomst te komen waarin de voorwaarden zijn vastgelegd om die rechten  te doen voortbestaan. 

Dit plaatst bedrijven en investeerders in het land volgens de VSB in een zeer onzekere positie, omdat de continuïteit van de bedrijfsactiviteiten en de revenuen van het geïnvesteerde risicokapitaal onverwacht geheel afhankelijk worden van de voorwaarden en condities die door de gemeenschappen en de betreffende overheidsinstantie worden bedongen voor hun medewerking aan de totstandkoming van de overeenkomst.

Feitelijke onteigening 

In geval het om zakelijke rechten gaat, zoals mijnbouwrechten tot exploitatie, komen de overgangsbepalingen in het wetsontwerp volgens de VSB feitelijk neer op onteigening, en zijn die bepalingen in strijd met artikel 34, lid 1, van de Grondwet. Er is immers geen sprake van onteigening in algemeen belang, terwijl er evenmin sprake is van een vooraf verzekerde schadeloosstelling.

De lidbedrijven van de VSB die actief zijn in de mijnbouw, bosbouw, toerisme en elke andere industrie in de binnenlanden van het land hebben met vertrouwen en toewijding reeds de nodige investeringen gepleegd binnen de kaders van bestaande wetten en voorschriften. De bepalingen in het wetsontwerp vormen volgens de VSB een directe bedreiging voor deze bedrijven en de investeringen. 

Het ondermijnt  voorts de juridische zekerheid en het vertrouwen in stabiliteit van het investeringsklimaat. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de lidbedrijven van de VSB, maar ook voor de bredere economie, werkgelegenheid en welvaart van het land.

Constructief dialoog

De VSB zegt in het schrijven aan president Santokhi met klem te willen benadrukken, dat het aannemen van wetgeving zoals neergelegd in het wetsontwerp, een zeer negatieve invloed zal hebben op het investeringsklimaat in het land. Het zal investeerders ontmoedigen om hun kapitaal en middelen in te brengen en zal een rem zetten op de economische groei en ontwikkeling. 

Aan de president wordt gevraagd de bezorgdheid serieus te nemen. De VSB roept op tot constructieve dialoog met haar en andere stakeholders om de gevolgen van de nieuwe wetgeving te bespreken en naar oplossingen te zoeken. Ze zegt bereid te zijn constructief bij te dragen aan het vinden van oplossingen die zowel de belangen van de Inheemse en tribale volken als die van de bedrijven te dienen.

SS

error: Kopiëren mag niet!