Spraakverwarring 

Er is door de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF) een standpunt ingenomen over de collectieve landrechten van de inheemse en tribale volken. Dit standpunt heeft gezorgd voor een geëmotioneerd DNA-lid, omdat hij het standpunt niet kan accepteren, temeer daar de vertegenwoordiger van de KKF een voormalig vp in het land is geweest, niet eens zo lang terug. Gezegd is, dat de meneer dankzij stemmen en de politieke inspraak van de inheemse en tribale volken vp heeft kunnen worden. De vraag die ons bezighoudt is vanuit welke hoedanigheid een Kamer van Koophandel en Fabrieken in de gelegenheid is gesteld om een mening te ventileren over landrechten in Suriname. 

Behoort de KKF tot een civil society? Wij dachten het niet. Behoren ze tot de organisaties die werkgevers vertegenwoordigen? Wij dachten dat ook niet. We kennen in Suriname 1 werkgeversorganisatie die 11 economische sectoren vertegenwoordigt. Al deze 11 sectoren maken samen de totale private sector uit, meer is er niet bij te verzinnen. Die werkgeversorganisatie is de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB). Een Kamer van Koophandel en Fabrieken is qua karakter geen entiteit die moet optreden als een vertegenwoordiger van de business, zeker niet ons KKF. De KKF is opgericht met het doel om een handelsregister bij te houden. In de taakstelling van de KKF zien we dat daartoe, volgens de wet van 15 juni 1962 behoren, het beheren van het Handelsregister en het beheren van het Stichtingenregister. Die taken zijn de taken die het dichtst bij de realiteit van 2023 horen. 

Wetten zijn het initiatief van de regering en die worden door een ander deel van de politiek, namelijk het parlement, goedgekeurd. De regering kent het bedrijfsleven en/of werkgevers als partner in wat we noemen sociaal dialoog. Wel eens horen we ook, dat er gesproken wordt over ‘tripartiet’, wat duidt op het partnerschap tussen de overheid, de vakbonden en de werkgevers die ook weleens als bedrijfsleven worden aangeduid. Deze drie partners zijn onafhankelijk van elkaar. Daarom kan het niet, dat de regering bonden opricht en deze als vertegenwoordigers van de werkende mensen in Suriname aanmerkt. Precies kan het ook niet zijn, dat de regering organisaties opricht met de bedoeling dat ze werkgevers of bedrijfsleven moeten gaan vertegenwoordigen. Want, omdat deze organisaties opgericht zouden zijn door de overheid zelf, zouden ze niet onafhankelijk zijn. Vakbonden zijn onafhankelijk, omdat ze door werknemers worden opgericht en de regering daar niets in de melk te brokkelen heeft. En dat geldt ook voor bedrijfsleven- of werkgeversorganisaties. 

We zien in de wet van 1962 wel dat er in de taakstelling staat, dat de KKF terwijl ze registers bijhoudt, ook de belangen van het bedrijfsleven moet behartigen en hen moeten vertegenwoordigen. Maar, om welke belangen en vertegenwoordiging gaat het? Moeten de bedrijven die hun eigen organisaties hebben die door hen zelf zijn opgericht, met het oog op de onafhankelijkheid, die hen moeten vertegenwoordigen en voor hen moeten opkomen? Wij gaan daarom ervan uit dat dit vertegenwoordigen en behartigen van belangen niet verdergaat dan de registratie van de bedrijven en alles wat daaromheen hangt. Die registratie moet namelijk zeer laagdrempelig zijn waardoor het gemakkelijk is om bedrijven te registreren. 

Oprichting van bedrijven kan afhangen van registratie en die oprichting/registratie moet niet ondernemersonvriendelijk zijn. 

We zien in de taken in de wet van 1962 ook het bevorderen van de werkzaamheden en de ontwikkeling van het bedrijfsleven met inachtneming van het algemeen belang. Ook hier vinden we, dat er een dubieuze rol is omdat deze taken expliciet zijn toegekend, na 1962, aan het ministerie van Handel en Industrie en nu Economische Zaken.  We zien dat HI/EZ tot taak heeft de bevordering van de binnen- en buitenlandse handel waaronder het import- en exportbeleid, het een en ander in samenwerking met de daarvoor in aanmerking komende ministeries (dus niet met de KKF). De aangelegenheden van handelspolitieke aard zijn ook bij HI/EZ, het een en ander in samenwerking met de daarvoor in aanmerking komende ministeries (dus niet met de KKF). 

Verder zien we als taak ‘het toezicht op handels-, industriële- en dienstverlenende activiteiten’. Ook zien we het industriebeleid en de bevordering van de industriële sector, met nadruk op de exportgerichtheid van deze sector en het beleid ten aanzien van en de bevordering van ambachtelijke industrieën. Kijken we naar de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Nederland, dan zien we dat hun taak is het informeren en ondersteunen op het gebied van ondernemen en innovatie van personen die een onderneming drijven of overwegen een onderneming op te richten. We zien daar niet de taak van het vertegenwoordigen van bedrijven. 

Met de opkomst van de VSB en de jarenlange rol van HI/EZ op het gebied van het ondernemerschap gaan wij ervan uit, dat een deel van de taken genoemd in de wet meer dan 60 jaar terug, in strijd zijn met de onafhankelijkheid van bedrijven en werkgevers en geen rekening meer houden met de latere rol van de overheid. Deze taken kunnen dus als dode letters worden aangemerkt. En daarom stellen wij ons ook de vraag waarom het betreffende DNA-lid zich het standpunt van KKF zo ernstig moet aantrekken. Oftewel, gaat de KKF, met toestemming van de regering, door de ruimte te krijgen om dit soort standpunten in te nemen, niet ruimschoots zijn boekje te buiten?  

error: Kopiëren mag niet!