Asabina (BEP): “Wet Collectieve rechten Inheemse en Tribale Volken op Grondwet na belangrijkste wet in DNA”

BEP-fractieleider in de Nationale Assemblee Ronny Asabina vindt dat op de goedkeuring van  de Grondwet na in 1975, de behandeling van de ontwerpwet Collectieve rechten van Inheemse en Tribale Volken de tweede belangrijkste wet is die het parlement in behandeling neemt. Met de ontwerp Raamwet Collectieve rechten zal uiteindelijk het bestuurssysteem in het land en daarmee de ordening van de staat in vele facetten gewijzigd dienen te worden. De verdere decentralisatie van bestuur zal ter hand moeten worden genomen. 

Uit het debat in het parlement dinsdagmiddag is komen vast te staan, dat men het kamerbreed erover eens is,dat de collectieve grondenrechten aan de inheemse en tribale volken bij wet erkend dienen te worden. Het verschil zit onder meer in de vraag of dat bij raamwet moet gebeuren, of dat direct de flankerende wetten meegenomen moeten worden. Het gaat onder meer om de wet demarcatie van gebieden, de wet FPIC (Free, Prior and Informed Consent) en de wet op traditioneel gezag. 

Over de in behandeling zijnde ontwerp Raamwet bestaat ook verschil van mening over het inhoudelijke en de wijze hoe bepaalde zaken zijn geformuleerd. Verschillende leden van het parlement zeggen eerst de maatschappijvisie van de regering te willen vernemen in het verlengde van het grondenrechten vraagstuk van de inheemse en tribale volken. Pas daarna zeggen ze inhoudelijk effectief te kunnen debatteren over het wetsontwerp.

Mensenrecht 

Asabina benadrukte in een emotioneel beladen betoog tijdens de openbare vergadering, dat de kwestie van grondenrechten van de inheemse en tribale volken een vraagstuk is dat te maken heeft met mensenrechten. Het gaat om behoud, bescherming en zeggenschap over hun traditionele leef-en woongebieden. Het gaat om de wettelijke erkenning van die grondenrechten. De parlementariër kan zich absoluut niet vinden in uitspraken die suggereren, dat de grondrechten kwestie bij referendum aan het volk voorgelegd moet worden. Het kan er bij hem niet in, dat dit wordt gesuggereerd, omdat feitelijk de rest van de bevolking dan zal moeten beslissen over de leefwijze van inheemsen en in stamverband levende volken..

Asabina kan zich ook niet vinden in de stelling, dat de toekenning en erkenning van de collectieve rechten op gespannen voet staat met de Grondwet en andere wetten. Het zoeken naar de oplossing van het collectieve grondrechten vraagstuk binnen de bestaande wetgeving is volgens Asabina niet juist. Dat is strijd met de vonnissen van het Inter-Amerikaans gerechtshof.

Verwijzend naar de door de Vereniging van Economisten in Suriname  georganiseerde discussieavond afgelopen maandag in Hotel Torarica zei Asabina, dat er allerlei waanideeën bij groepen in de samenleving bestaan over het vraagstuk. In dit verband trok hij fel van leer tegen voormalig vicepresident Robert Ameerali, die tijdens de discussieavond het standpunt vertolkte van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, KKF.

De KKF huldigt het standpunt, dat aan de inheemse en tribale volken geen bijzondere wettelijke status gegeven kan worden. Ameerali voerde aan, dat indien inheemse en tribale volken over grond willen beschikken zij dat als elke andere Surinamer bij de daartoe bevoegde instantie een aanvraag moeten doen. Asabina kan zich niet voorstellen dat Ameerali namens de KKF een dergelijke uitspraak doet, temeer omdat hij vicepresident is geweest dankzij de stemmen van de inheemse en tribale volken. Ameerali was tijdens het kabinet Bouterse-I door de ABOP voorgedragen voor de functie van vicepresident.

SS

error: Kopiëren mag niet!