Ook in Guyana commotie over mogelijke opvang Afghanen

Na de val van de door de Verenigde Staten gesteunde regering en de overname van Afghanistan door de Taliban, heeft de Verenigde Staten gesprekken gevoerd met verschillende landen om vluchtelingen op te vangen.

In Suriname werd fel gereageerd nadat de informatie door een Amerikaanse krant bekend gemaakt werd. Daarna heeft de Surinaamse regering bij monde van president Chandrikapersad Santokhi en zijn minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking Albert Ramdin het verzoek van de Amerikanen bevestigd. Nu blijkt dat het verzoek ook aan Guyana is gedaan. Ook Guyana is gevraagd om vluchtelingen op te nemen die niet aan de toelatingseisen van de VS voldoen.

Enige tijd 

De Guyanese regering heeft echter grotendeels gezwegen over het verzoek dat in september werd gedaan. De Guyanese minister van Buitenlandse Zaken en Internationale Samenwerking Hugh Todd (zie foto) zei zaterdag in de Sunday Stabroek dat hij weet dat er ergens in september een bijeenkomst is geweest, maar dat er geen beweging in zit. In Guyana  is ook gemengd gereageerd op het verzoek.

‘Komst Afghanen behoeft gedegen overleg’ 

De mogelijke accommodatie van Afghaanse immigranten in Suriname, is kortgeleden besproken binnen de regering.  Voor vicepresident Ronnie Brunswijk blijkt dit een heet hangijzer te zijn. De tweede man van het land heeft aangegeven dat het vraagstuk over de komst van de Afghanen een beleidsaangelegenheid is van de regering.

Het ligt niet aan de president alleen of de minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking om de mensen naar Suriname te halen. Op de vraag of er afspraken zijn gemaakt met Amerika, antwoordde vicepresident Brunswijk niet op de hoogte te zijn van lopende afspraken. Hij is van mening dat dit vraagstuk nog gedegen overleg behoeft, gelet op de economische situatie in het land. 

Humanitaire overwegingen

“Wij bekijken dit in het kader van onze buitenlandse politiek van internationale solidariteit”, heeft minister Ramdin gesteld over de gesprekken. Hij voegde eraan toe dat Suriname een land is dat op grond van humanitaire overwegingen moet kijken hoe een bijdrage kan worden geleverd.

De Internationale Organisatie voor Migratie, welke is aangesloten bij de Verenigde Naties, zal voor de begeleiding en financiering zorgdragen, stelde Ramdin eerder. Noemenswaardig is dat in de jaren negentig Suriname voorbereidingen had getroffen om Haïtiaanse vluchtelingen op te vangen. Het project ging destijds op de valreep niet door.

error: Kopiëren mag niet!