Suriname zoekt eindelijk geld bij het Internationaal Klimaatfonds

Om toegang te krijgen tot klimaatfinanciering is het van belang dat Suriname voldoet aan de door het Internationaal Klimaatfonds gestelde voorwaarden. Zo zullen onder meer non-gouvernementele organisaties (ngo’s) en de private sector geïnformeerd moeten worden over de procedures; dit om een zo effectief en transparant gebruik van klimaatfinanciering te garanderen. In dit kader organiseert het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) een driedaagse workshop, die donderdag 6 oktober van start ging in het Jacana Amazon Wellness Resort.  

De workshop “National Designated Authority (NDA) via GCF Readiness and Preparatory Support Programme Readiness project” werd geopend door ROM-minister Silvano Tjong-Ahin. Hij sprak van een gemêleerd gezelschap van stakeholders, wat precies het doel van het ministerie is om het belang van klimaatfinanciering over te brengen. Volgens de bewindsman is het departement al twee jaar bezig het klimaatbeleid over een andere boeg te gooien. Bij klimaatverandering denkt men vaak aan adaptiemaatregelen die getroffen moeten worden, maar daarnaast zijn hiervoor financiële middelen beschikbaar. 

Minister Tjong-Ahin zegt dat ontwikkelingslanden als Suriname dan wel kunnen praten over het tegengaan van uitstoot, maar het zijn deze landen die te maken hebben met de effecten. 

Het Green Climate Fund oftewel Internationaal Klimaatfonds, dat is voortgekomen uit het Parijs Akkoord, stelt aan kleinere landen middelen beschikbaar deze effecten te mitigeren. Het fonds stelt echter hoge eisen. Dat is ook de reden dat Suriname samen met consultants nagaat hoe voldaan kan worden aan de voorwaarden zodat toegang verkregen kan worden tot de beschikbare middelen.

Minister Tjong-Ahin benadrukte, dat Suriname niet in staat is om zich met eigen middelen in te dekken tegen de gevolgen van klimaatverandering. Hij merkte op dat kleine landen weinig agressief zijn om te trekken uit het Klimaatfonds. Suriname is echter actief op dit stuk. “We zullen ngo’s, de private sector en de overheid blijven ondersteunen om toegang tot de middelen te verkrijgen”, aldus de bewindsman.

Behalve de Caribbean Development Bank (CDB) met welke ondersteuning het GCF Readiness project wordt uitgevoerd, is ook de Frankfurt School (FS) uit Duitsland een van de partners om Suriname in het proces te begeleiden.

Elizabeth Tamayo heeft namens deze instelling een uitgebreide presentatie gegeven over het Klimaatfonds, de voorwaarden om in aanmerking te komen en de voorbereidingen die getroffen moeten worden. Zij informeerde de aanwezigen ook over de procedures die nodig zijn en welke nationale actoren betrokken moeten worden. De FS-functionaris legde vooral de nadruk op de consultatierondes met deze actoren. 

De workshop wordt dinsdag 11 en woensdag 12 oktober voortgezet.

error: Kopiëren mag niet!