De regering van Suriname

We staan op ooghoogte met de regering van Suriname. Deze en andere uitspraken heeft de premier van Nederland gedaan om zijn imago dat hij in Nederland heeft te versterken. Inmiddels is hij om die karaktertrek niet zo geliefd na 2 regeertermijnen en een derde in uitvoering, maar voor ons is het allemaal nieuw. De premier kan namelijk lang bezig zijn zonder veel te zeggen. De patronen van deze séances worden in Nederland herkend en worden verweten aan de mediatrainingen en mediacoaching die hij heeft gevolgd. Premier Rutte is meester in het op de vlakte blijven en dat mag in de democratie waar hij en ook wij wonen. Het verschil zit hem wel hierin dat de Nederlandse samenleving na eeuwenlang bouwen, tot de rijkste en meest geordende samenlevingen in de wereld behoort. 

Maar, de Surinaamse mediawerkers hebben het niet bepaald moeilijk gemaakt voor de Nederlandse politicus. Er is niet genoeg onderzoek gedaan om de moeilijke vragen aan de Nederlandse premier te stellen… ondersteund met data. De vragen waren niet confronterend, en dat heeft te maken met de kwaliteit van de Surinaamse journalistiek. Er zijn tijdens de gezamenlijke persconferentie op de eerste dag vragen gesteld door de mediawerkers en die zijn helaas geen samenvatting van de zaken die op de agenda behoren te staan bij een bezoek van een Nederlandse premier. Daaruit blijkt dat de media geen ontwikkelingspartner van de regering kunnen zijn, omdat het plaatje van sociaaleconomische ontwikkeling voor hun nog dof en onduidelijk is. Dat gebrek aan helderheid waar naartoe te gaan kan ook in dezelfde hevigheid heersen bij onze politici en onze topkader bij de overheid. 

We kijken heden even naar de vragen die door de pers zijn gesteld. Op de vraag wat met de resterende verdragsmiddelen zal gebeuren, heeft de Nederlandse politicus aangegeven dat dat verder bekeken zal worden. Op de opmerking dat de Nederlandse regering NF 500 miljoen aan een ongrondwettelijke regering heeft gegeven in 1980, werd niet ingegaan. Ook was er geen commentaar op de Nederlandse inbreng in de binnenlandse oorlog en de schade die daarmee is aangericht aan ontwikkelingsinfrastructuur en ook menselijk leed. Er is een interessante ontwikkeling om niet alleen over slavernijverleden te praten, maar het koloniaal verleden waardoor het leed van de inheemsen en andere groepen wordt meegenomen.

Maar hoe je het draait of keert, het is opvallend dat de Surinaamse regering weigert om het Caricom standpunt bij naam te noemen. Overigens, er zijn landen binnen de Caricom die visumvrij naar de EU kunnen reizen. De Nederlandse premier heeft niet gezegd of hij dat streven van de Surinaamse regering ondersteunt, maar gaf alleen aan dat de Surinaamse regering technische assistentie van Nederland zal krijgen in haar streven. Antigua and Barbuda, Bahamas, Barbados, Dominica, Grenada, Saint Kitts and Nevis , Saint Vincent and the Grenadines, Saint Lucia en Trinidad hebben geen visum nodig om te reizen naar de Schengenzone. Alleen Belize, Guyana, Jamaica, Haïti en Suriname zijn onderworpen aan een visumplicht. Suriname behoort niet tot de 9, maar tot de 5 landen met visumplicht. Interessant is het enige cijfer dat werd gepresenteerd door alle journalisten: dat 9 van de 10 visumaanvragen nu worden afgekeurd. Onduidelijk is of dat cijfer op waarheid berust. 

Een Nederlandse journaliste met een Surinaamse oorsprong had voornamelijk oog voor de rechtspositie voor het deel van de Nederlandse bevolking met Surinaamse banden.

Een journalist was speciaal afgereisd om een vraag te stellen over het AOW-gat. Maar uitkeringen moeten ook in Suriname plaatsvinden. De vragensteller had alleen aandacht voor de inschrijvingen in Nederland. Er is een commissierapport en de Nederlandse regering zal ernaar kijken en dan antwoorden. Op de vraag dat Surinaamse studenten maar 10 uur mogen werken tijdens hun studie, werd ook geen antwoord gegeven.

De vraag om de in geopolitiek verband overeengekomen hulp naar Oekraïne te halveren en de middelen te kanaliseren naar Suriname moet de politici moeite hebben gekost om hun lach in te houden. Maar, het bevestigt alleen het gebrek aan enig idee wat Suriname nodig heeft; men denkt dat het baar geld is zonder dat men weet wat ermee te doen.

Waar Surinamers ervan uitgaan dat archieven uit de jaren 80 gesloten zijn, blijkt weer dat een groot deel al open is. Maar welke Surinamer gaat naar Nederland om de pijnlijke stukken te doorspitten? Zullen Surinaamse Nederlanders kritisch stukken en papers schrijven over de bijdrage van hun regering aan het reilen en zeilen in de jaren ‘80 hier? Het blijkt dat bij het opvragen van toestemming om archieven te bekijken, altijd toestemming wordt gegeven. De uitdaging is nu aan de Surinaamse onderzoekers en journalisten om het graafwerk te doen. Dat is een moeilijke uitdaging. 

Een ding dat wel duidelijk is, is dat Nederland niet hier is voor Surinaams gas. Daarvoor heeft men al voor de korte tijd deals lopen.

Tegen de tijd dat Surinaams olie en gas geëxploreerd kan worden, zal een deel van de wereld minder afhankelijk zijn van deze vervuilende hulpbronnen. Aan de orde kwam ook de zaak van de ease of doing business. De Surinaamse regeringen en ministers van Handel en Industrie weten geen raad met deze zaak, ze hebben waarschijnlijk de capaciteit en het kader niet om deze zaak aan te pakken. 

Een Surinaamse journalist vroeg aan de Nederlandse premier wat er moet gebeuren, want waarschijnlijk weten de mediamensen niet wat er aan de hand is, want concrete vragen over deze zaken worden nooit gesteld. De Nederlandse premier was heel duidelijk over een ding: dat men geen zaken zal doen met Bouterse en Brunswijk die veroordelingen op hun naam hebben staan. 

Wat Nederland betreft is het duidelijk: ze praten met de regering van Chan Santokhi. En dat is constitutioneel zeer correct.

error: Kopiëren mag niet!