Srefidensi – Mijn memorie van november 1975

De pre-launch van Ek haath mein desh ke djaanda duudje mein talvar van Ramdew Chaitoe.

Verhalen ontstaan achteraf. Het besef van iets dringt ook achteraf door. Dit constateren we nadien. Bepaalde foto’s kunnen je terug brengen naar het verleden. Vandaar dat ik nu een memorie van mij op papier zet.

Er zijn reeds zoveel verhalen over de Srefidensi, de Onafhankelijkheid van de Republiek Suriname gepubliceerd. En nog steeds komen er meer verhalen over de Srefidensi tevoorschijn. Nog steeds wordt gedebatteerd hierover. Was de Onafhankelijkheid van Suriname in 1975 nodig? Wat heeft het gebracht? Was het terecht? Etcetera.

Kenniskring Nederland-Suriname en andere organisaties hebben regelmatig lezingen georganiseerd rondom dit onderwerp. Verhalen, gedichten, en boeken zijn verschenen over dit onderwerp. En het schrijft maar door. Het zal ook door blijven gaan. Immers de bewustwording van je geschiedenis zal je niet tegen kunnen houden.

Dit jaar zou Platform Surinaamse Diaspora ook een SrefidensiDebat hebben, helaas is het door de nieuwe RIVM-regels (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) uitgesteld.

Ik heb in het verleden een gedicht geschreven over mijn overpeinzingen met betrekking tot Srefidensi.

En nu schrijf ik dus mijn memorie op in de hoop dat dit toegevoegd mag worden aan al de persoonlijke verhalen die de Srefidensi met zich heeft meegeschreven.

Mijn vader, Amritpersad Edmund Akloe, werd 45 jaar op 19 november 1975. Een leeftijd die zeker gevierd moest worden. Of waren er andere redenen dat dit gegeven een feestelijke omlijsting nodig had? Want we hadden het niet zo breed om een feestje te kunnen veroorloven.

Een ruim gezin, met op dat moment 12 gezinsleden met mijn vader als hoofd-kostwinner. Twee broers, pas getrouwd, inwonend, werkten ook, maar als arbeiders van de Jarikaba bacoven-bedrijven werd er weinig verdiend. Tijdens oogstdagen ging mijn moeder, Heloiuse Ramkali Nannan-Akloe, ook werken in het bacovenbedrijf. Ook maakte zij deel uit van een vrouwen bhaithak gaana groep. Zo kende ze de muziekwereld van Suriname. Dit was waarschijnlijk doorslaggevend om de 45e jaardag van haar man toch een feestelijk tintje te geven door bevriende artiesten uit te nodigen op het kleine balkonnetje van ons kleine houten huisje op kleine neuten op Jarikaba wooncentrum.

Ik was 10 jaar, maar ik kan mij nog steeds de krasse stem van de zanger Ramdew Chaitoe heugen die extra hoog klonk uit de solide megafoon- speakers van toen. Af en toe schel piepend, als het volume te hoog werd. Ik kan mij heugen dat de legendarische Ramdew Chaitoe zijn repertoire met de nodige djanamdienbadhaai liederen begon, allemaal zijn eigen composities (maar dit wist ik toen  niet) en afsloot met Ek Haath Mein  Desh ke Djanda Duudje Mein Talvar. Heel knallend, met zoveel kracht in zijn al sterke stem, dat de versterking van de megafoon-speaker eigenlijk niet nodig was. Dat deze gaanadoor hem zelf voor de komende azaadi-dag gecomponeerd was, had hij bekend gemaakt aan de gasten van de familie Akloe.

Nu besef ik met trots, dat op die wankele houten bühne, het balkonnetje van ons huisje op Jarikaba de launch heeft plaatsgevonden van het nu befaamde strijdlied inzake onafhankelijkheid Ek haath mein desh ke djanda.

Zondagmiddag was (en is nog steeds) het iconische radioprogramma van Radio Rapar. Het bhaitak gaana uurtje van de Caribbean. Na dit voor ons ten gehore gebracht te hebben moest hij nu snel naar de studio van Radio Rapar voor de live- broadcasting om deze gaananationaal te launchen vanwege de proclamatie van de Onafhankelijkheid van Suriname die over 1 dag in de nacht van 24 op 25 november 1975 zou plaatsvinden.

Ja, als wij nu naar de foto’s kijken, die toen gemaakt zijn, komen deze mooie herinneringen zeker met trots terug!

Wat de verdere impact is geweest over de Srefidensi laat ik nu nog in het midden. Misschien voer voor een lezing of debat binnenkort.

Memre Wan Swit’ Srefidensi Dey!

Ranjan Akloe

error: Kopiëren mag niet!